Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English

Wat is er mis met niet-gewelddadige erotica rond kinderen?

Tegenwicht Opiniestuk # 49 dd juni 2008

Kinderporno wordt bijna algemeen gezien als een van de meest schokkende vormen van criminaliteit. Verdachten die betrapt worden op het bezit van erotische afbeeldingen van kinderen zouden volgens velen dan ook minstens bestraft moeten worden met gevangenisstraf, en als het even kan ook met een verplichte psychiatrische behandeling.

Maar is dit ook echt terecht of is het meer een teken van een repressieve tijdgeest die geen onderscheid meer wenst te maken tussen malafide en bonafide?

In dit artikel aandacht voor vraagstukken rond kinderporno vanuit een ethisch perspectief. Hierbij hanteren we twee hoofdprincipes: 

mensenrechten van kinderen en 

individuele seksuele vrijheid, 

die overigens allebei op te vatten zijn als specifieke uitwerkingen van een algemener principe van mensenrechten.

Mensenrechten van kinderen

Kinderen zijn mensen, wat impliceert dat alle rechten die van toepassing kunnen zijn op hun leven ook echt van toepassing dienen te zijn. In het geval van kinderporno betekent dit bijvoorbeeld dat zij niet tot seksuele handelingen gedwongen, laat staan gemarteld of gedood mogen zijn voor de productie ervan. Elke vorm van porno die draait om daadwerkelijk (zichtbaar of gesuggereerd) lichamelijk of psychisch geweld tegen kinderen is moreel verwerpelijk en dient daarom ook ten strengste verboden te blijven.

Hierover kan werkelijk geen enkele discussie bestaan wanneer we de rechten van kinderen onderschrijven.

Zo schrijft Annemie Bulté:

“Achter lugubere titels als 'De Vicky-collectie', 'De Michael-reeksen' of 'Papa doet dochter 1, 2 en 3' gaan de gruwelijkste taferelen schuil. Baby's die brutaal worden verkracht en tot bloedens toe geslagen. Filmpjes van twintig minuten waarin drie- en vierjarigen schreeuwen 'of pappa wil stoppen'. Een jongen van een jaar of acht die vastgebonden is en gepenetreerd wordt met een dildo. [...]

Twee maanden geleden opgerold in Spanje: via de IRC-chat werden beelden uitgewisseld van tientallen baby's die op de meest afgrijselijke manieren misbruikt werden. De hoofdverdachte, de 23-jarige Alvaro L.G., vond zijn slachtoffertjes door zich aan te bieden als babysit. [...]

En hoe meer materiaal je hebt, hoe meer je kunt gaan uitwisselen. Net als bij andere collectioneurs bestaat er in kinderpornokringen een soort hiërarchie: hoe nieuwer en exclusiever je materiaal, hoe hoger je opklimt in de pikorde. In Zweden is er een circuit geweest waarin pedofielen 'sterren' konden verdienen: wie zijn eigen kind misbruikte, stond helemaal bovenaan.” 
('Ik wil de kleinste hebben: kinderporno op het internet'. Humo, 23 augustus 2005, nr. 34/390, blz. 8-13).

Overigens lijkt er sprake te zijn van klassenjustitie wanneer het aankomt op gewelddadige kinderporno. Bij gewone burgers kan bijvoorbeeld het voorkomen van afbeeldingen op hun pc die per ongeluk gedownload zijn al tot veroordeling leiden.

'Zo werd een 36-jarige man uit Duiven in januari [2005] tot een werkstraf van veertig uur veroordeeld wegens de aanwezigheid van kinderporno op de pc die hij op zijn werk gebruikte. De man zei van niets te weten. Het bezit van kinderporno is strafbaar, oordeelde de rechter, of er nu sprake is van opzet of niet. 

Een 43-jarige man uit Ede werd begin deze maand [mei 2005] veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van drie maanden wegens het bezit van kinderporno. De man was volgens eigen zeggen slechts op zoek naar seksfoto's van meerderjarige vrouwen. De kinderporno die hij binnen had gehaald had hij meteen weggegooid.' 
(Marie José-Klaver, Soms komt kinderporno als bijlage van reclame, in NRC, 9 mei 2005.)

Officier van justitie Joost Tonino lijkt zich daarentegen met opzet te hebben ingeschreven op 39 seksnieuwsgoepen.

'Op driekwart van die sites staat porno met jonge jongens. Ook werd een liefdesbrief aangetroffen waarin Tonino schreef het 'moeilijk te vinden zich niet te vergrijpen aan een lekker jongetje.'' 
(Tonino wil werk neerleggen, De Stentor, 7 mei 2005)

In 2006 bleek de officier niet vervolgd te worden.

'Volgens het OM kan Tonino niet strafrechtelijk worden vervolgd, omdat niet is vastgesteld dat hij de afbeeldingen bewust heeft binnengehaald van internet. Volgens de Amsterdamse hoofdofficier van justitie, Leo de Wit, moeten de foto's van kinderporno als 'bijvangst' worden beschouwd.
Het OM is tevreden dat het hof het eens is met de beslissing niet te vervolgen. Harm brouwer, hoofd van het OM, vindt dat Tonino ‘een fout heeft gemaakt, maar ook zelfinzicht heeft getoond’. ‘Joost heeft een tijdje in de luwte gewerkt, maar kan wat mij betreft weer aan de slag als officier van justitie,’ zegt hij in het Algemeen Dagblad.'
(Ingrid van der Chijs, Tonino toch niet vervolgd om Kinderporno, Elsevier 2 juni 2006)

Zie ook Bijvangst van de hogere klasse; Tegenwicht weblog 9 mei 2005 

en Voorwaardelijke opzet ... 
... telt, tenzij men Officier van Justitie is.
Weblog Tegenwicht 25 september 2005

Voorts moet men er natuurlijk voor waken dat de politie teveel bevoegdheden krijgt en daardoor te gemakkelijk een inbreuk kan maken op de privacy van verdachten.

Gerrit Komrij schrijft wat dit betreft:

“Gouden jaren voor geheime diensten en zedenpolitie. Een wonderpil voor de ouderwetse macht. Maak het terrorisme zo groot mogelijk en je kunt wetten veranderen, controleposten oprichten, tegenstanders monddood maken, kortom doen wat je altijd graag had gedaan.
Breng steeds groter hoeveelheden kinderporno aan het licht en je krijgt er honderd agenten bij die vervolgens niets anders doen dan kinderporno aan het licht brengen waarna er weer duizend agenten extra nodig zijn. De kinderporno vult de wereld met agenten en zedenmeesters. Het terrorisme houdt de wereldpolitie aan de macht.”

(Gouden Woorden: 'Bestrijding van kinderporno op het web is tijdrovend werk' Taco Stein, NRC Handelsblad, 5 augustus 2004).

Zijn alle erotiserende beelden rond kinderen immoreel?

In sommige, doorgaans weldenkende kringen wordt nog wel eens gesteld dat het wel mee zal vallen met de negatieve gevolgen van kinderporno voor kinderen. Maar die uitspraak is te ongenuanceerd. Bij gewelddadige kinderporno is het bijvoorbeeld onmogelijk dat deze slechts weinig consequenties zal hebben voor de betrokken kinderen. 

Het is echter duidelijk dat de categorie kinderporno waarvoor kinderen worden mishandeld of gedood niet samenvalt met kinderporno zoals di wordt gedefinieerd in het wetsartikel over kinderpornografie in het wetboek van strafrecht, artikel 240b:

"een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt."

Hierbij gaat het dus om afbeeldingen of films van kinderen die seksuele handelingen verrichten. Een uitdagende foto van een bloot kind valt er binnen een ruime interpretatie dus al evenzeer onder als een film van een brute verkrachting van een minderjarige. Natuurlijk hanteert justitie wel gradaties in de ernst van de kinderporno, maar kennelijk staat verder niet ter discussie dat 'erotiserend' beeldmateriaal van kinderen altijd, d.w.z. per definitie moreel verwerpelijk is. 

Het gaat hierbij in feite om (ten minste) vier verschillende sub-stellingen:

1. Erotisch prikkelend beeldmateriaal van kinderen kan nooit vrijwillig verkregen zijn. Het gaat met andere woorden om kinderen die achter de schermen gedwongen zijn tot medewerking. Ze worden gechanteerd of bedreigd of hebben domweg geen echte keuze vanwege de armoedige situaties waarin zijzelf of hun familieleden verkeren. 
 

2. Er bestaat misschien wel vrijwillig geproduceerd materiaal, maar de kinderen in kwestie krijgen later altijd spijt van hun deelname aan de productie ervan, met name omdat ze zich verleid zullen voelen tot immorele handelingen of vanwege negatieve reacties vanuit de omgeving. 
 

3. Ook in het geval van beeldmateriaal dat daadwerkelijk met instemming van de betrokken kinderen vervaardigd is en waarbij de kinderen zelf geen spijt krijgen van hun deelname, gaat kinderporno nog steeds in tegen de menselijke waardigheid van het kind. 
 

4. Zelfs wanneer kinderporno niet per se leidt tot een schending van de kinderlijke waardigheid, is het fenomeen toch nog steeds moreel verwerpelijk, omdat het gevaarlijke verlangens aanwakkert naar seksueel contact met kinderen.

Laten we hier eens bij stilstaan

1. Nooit vrijwillig?

Er is voor zover we weten niet of nauwelijks sociaal wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de vrijwilligheid van deelname door kinderen aan de productie van kinderporno. Dit is niet verwonderlijk omdat de consensus bijna algemeen lijkt te zijn dat kinderporno per definitie onvrijwillig moet zijn. 

Als je kinderporno zo definieert dat het altijd om misbruik en geweld draait, dan is dat inderdaad evident. Maar als het veel algemener om alle mogelijke erotiserende foto's en films rond kinderen gaat, dan is dit alleen vanzelfsprekend wanneer kinderen zelf geen enkele vorm van erotiek zouden kennen. Uiteraard is dit geenszins het geval. Kinderen kunnen bijvoorbeeld al op jonge leeftijd houden van erotisch getinte spelletjes en fantaseren over erotische handelingen met zichzelf, andere kinderen of volwassenen. Bovendien zijn er kinderen die er al op jonge leeftijd van dromen om modellenwerk te doen. Er bestaan 'zelfs' kinderen met de neiging zich voor anderen uit te kleden, hetgeen kan wijzen op een exhibitionistische erotische voorkeur die zij later zullen ontwikkelen. 

Mits de handelingen dus passen bij de individuele psychoseksuele ontwikkeling en persoonlijkheid, is het op zijn minst aannemelijk dat een kind in de alledaagse zin ingestemd kan hebben met de productie van erotica rond kinderen. Niet alle seksuele handelingen zijn 'te vroeg' voor alle kinderen. 

Waarschijnlijk bestaat er wat dit betreft een continuüm lopend van volledig onschuldig (en vrijwillig) modellenwerk, inclusief niet erotisch bedoeld naturistisch en artistiek materiaal, via licht erotiserend zogeheten non-nude (of 'nonude') materiaal waarin kinderen niet naakt, maar wel prikkelend worden afgebeeld, tot ondubbelzinnig seksueel  beeldmateriaal dat past bij de beleving van het kind. 

In principe is de morele vraag hierbij vooral hoe we kunnen constateren of concrete niet-gewelddadige kinderporno vervaardigd is met toestemming van het kind zelf. Het is niet voldoende om vast te stellen of het materiaal vrijwillig zou kunnen zijn, hoewel dit natuurlijk wel een ethische voorwaarde is. 

Ook in gevallen waarin het materiaal in principe zonder geweld of dwang tot stand is gekomen, moeten we nog vaststellen of dat ook echt zo is. Is het kind misschien achter de schermen bedreigd of gechanteerd, zetten familieleden of verzorgers het kind onder druk, of gaat het om kinderen die leven onder mensonwaardige sociaal-economische omstandigheden? 

Moreel gezien kan kinderporno in de niet-gewelddadige zin wat dit betreft alleen door de beugel als het zeer waarschijnlijk is dat de kinderen niet gedwongen, bedreigd of gechanteerd zijn. 

Hierbij komen overigens nog andere criteria bij zoals dat de kinderen geen belastende kinderarbeid mogen verrichten (het moet leuk blijven, een soort hobby) en dat er in geval van betaling geen uitbuiting plaatsvindt, dat wil zeggen onderbetaling. 

Dit type belangrijke criteria kan in de praktijk alleen worden toegepast wanneer bepaalde vormen van kinderporno in de niet-gewelddadige zin worden gelegaliseerd zodat controle mogelijk wordt.

2. Spijt achteraf

Stel nu dat kinderen (in een alledaagse zin) uit vrije wil en zonder dwang of economische noodzaak mee hebben gewerkt aan de productie van niet-gewelddadige kinderporno en daarbij ook niet zijn uitgebuit. Zijn we er dan al? 

Nee, eerst moet nog worden vastgesteld of die kinderen later geen spijt krijgen of al hebben gekregen van hun medewerking. Het is denkbaar dat ze als kind nog te weinig konden overzien dat de foto's of films waaraan ze hebben meegedaan dankzij internet bij een gigantisch aantal afnemers terecht zouden komen. Bovendien zou het zo kunnen zijn dat ze als kind nog niet goed beseften dat het materiaal zou worden gebruikt voor zelfbevrediging, hoewel dit laatste doorgaans alleen zal gelden voor zeer jonge kinderen die zelf nog niet zouden masturberen. 

Gezien het negatieve maatschappelijke klimaat rond pedofilie zou vooral het eerste punt in veel gevallen zwaar kunnen wegen. In het ergste geval zou de vrijwillige deelname zelfs geherinterpreteerd kunnen worden als het gevolg van doelbewuste misleiding door de producenten. Naarmate er meer expliciete seksuele handelingen zouden zijn verricht, zou dit achteraf zelfs kunnen leiden tot het gevoel seksueel misbruikt te zijn, terwijl dat gevoel tijdens de productie zelf nog niet bestond. 

Zolang de algemene consensus rond pedo-erotische gevoelens zo negatief is, zou dit probleem achteraf misschien wel bij de meerderheid van de kindermodellen of -acteurs kunnen optreden. Het is eigenlijk alleen structureel te verhelpen door een verandering van de opvattingen over (de erotische kant van) pedofilie. 

Tot die tijd is het moreel geboden in elk geval zoveel mogelijk te achterhalen of de individuele kinderen die hebben meegewerkt aan afbeeldingen en films geen spijt hebben van hun deelname. Zoiets is bijvoorbeeld denkbaar bij modellen van bekende fotografen van wie het werk vroeger nog legaal was. Het zou belangrijk zijn als zij als volwassenen in elk geen bezwaar maken tegen het beeldmateriaal. 

3. Kinderlijke waardigheid

Zelfs bij materiaal waartegen de voormalige kinderen die eraan hebben meegewerkt geen bezwaar maken, kunnen tegenstanders van alle vormen van erotiserend beeldmateriaal rond kinderen nog morele bezwaren opwerpen. 

Zij brengen naar voren dat een erotische of prikkelende afbeelding of filmpje van een kind zijn of haar waardigheid aantast. Dit ligt volgens deze opponenten daaraan dat het materiaal in strijd is met het wezen of de persoonlijkheid van het kind, of hem of haar anders ten minste herleidt tot een lustobject. Het eerste bezwaar is niet relevant zodra men in elk geval heeft vastgesteld dat het materiaal tot stand is gekomen met toestemming van het kind, zonder dwang en zonder economische noodzaak. 

Het tweede punt is interessanter. Impliciet voert men hierbij aan dat erotische of prikkelende afbeeldingen intrinsiek tegen de menselijke waardigheid ingaan, of in elk geval wel tegen de waardigheid van kinderen. 

Tegenstanders van erotica en pornografie in het algemeen kunnen stellen dat erotiserende afbeeldingen iets prijsgeven wat alleen in het privé-domein van de persoon zelf thuishoort. Volgens deze redenering verneder je iemand door zijn of haar erogene zones of erotische handelingen als het ware voor iedereen tentoon te stellen. Het doet er niet toe of de persoon zelf hiermee heeft ingestemd of niet, want iemand kan ook zelf zijn waardigheid aantasten. Zeker als het om kinderen gaat, zou je hen volgens deze visie moeten beschermen tegen een dergelijke - inherent bij erotica horende - vernedering. 

Dit punt kan echter alleen van belang zijn indien men instemt met de gedachte dat erotische afbeeldingen altijd iemands waardigheid aantasten (met als enige mogelijke uitzondering beeldmateriaal gemaakt voor geliefden). 

Hierover bestaat natuurlijk helemaal geen consensus en de standpunten erover hangen direct samen met algemenere opvattingen over recreatieve seks.

Mits de kinderen zelf tijdens en na afloop van hun deelname aan de productie van niet-gewelddadige kinderporno geen bezwaren hebben, doet het er moreel gezien niet zoveel toe of anderen vinden dat de manier waarop ze in beeld in gebracht zijn een aantasting betekent van hun waardigheid. 

We hebben hier te maken met het verschil tussen 

moraal (in de zin van bescherming van ieders belangen) tegenover 

moralisme (het opleggen van particuliere normen die weinig of niets te maken hebben met mensenrechten).

Sterker nog, door alle erotiserende afbeeldingen van kinderen bij voorbaat als vernederend of schandelijk te zien kan men achteraf een probleem creëren voor die kinderen dat daarvoor nog niet bestond. Moreel gezien is juist zoiets afkeurenswaardig en rechtstreeks verwant aan de moralistische afwijzing van alle erotica rond volwassen modellen en acteurs. Natuurlijk mogen mensen zelf tegen elke vorm van niet-gewelddadige porno zijn, maar ze hebben moreel gezien niet het recht om zulke erotisch beeldmateriaal te verbieden voor mensen die geen verband leggen tussen vrijwillige erotica en vernedering. 

4. Aanwakkering van gevaarlijke verlangens

Tegenstanders van alle niet-gewelddadige kinderporno kunnen van mening zijn dat het kijken naar erotica rond kinderen altijd gericht is op het stimuleren van verwerpelijke verlangens om minderjarigen te misbruiken. 

Wat betreft gewelddadige kinderporno is het zeker denkbaar dat dit argument van toepassing is, maar in dat geval hebben we moreel gezien al genoeg aan het feit dat zulke porno per definitie wordt geproduceerd zonder instemming van het kind. 

Veel mensen gebruiken erotica echter niet primair als stimulans voor hun eigen seksuele activiteiten met anderen, maar ten behoeve van masturbatie. 

Voorts kunnen consumenten die wel geneigd zijn zelf de grenzen van kinderen te overschrijden ook op zoek gaan naar softe erotica rond kinderen. Maar dat betekent niet dat hun neigingen niet even sterk zouden zijn zonder zulke erotica. Het causale verband zal waarschijnlijk meestal andersom liggen: iemand met neigingen tot seksueel misbruik van kinderen zal vanuit die neigingen zowel gewelddadige als (waarschijnlijk in mindere mate) niet-gewelddadige kinderporno zoeken. 

Wat dit betreft wordt melding gemaakt van een steeds verder gaande escalatie bij afnemers van kinderporno, soms zelfs zonder dat zij van tevoren al pedo-erotische gevoelens bezaten. Hun morele verval zou beginnen met softe of zelfs non-nude afbeeldingen, waarna men eerst afbeeldingen van seksuele handelingen zonder expliciet gewelddadige kant en vervolgens ook echte gewelddadige kinderporno zou zoeken, en uiteindelijk zelf tot misbruik over zou gaan. 

Dit heeft echter niet intrinsiek te maken met de niet-gewelddadige kinderporno zelf, maar met de persoonlijkheidsstructuur van de consument. Kennelijk is de persoon in kwestie om de een of andere reden geneigd tot het zoeken naar steeds verder gaande seksuele prikkels, zonder zich daar in te kunnen matigen en zich te houden aan morele grenzen. 

Natuurlijk moeten zulke individuen geholpen worden met hun problematiek, maar het is absurd om zo'n extreme vorm van seksverslaving te wijten aan de aard van het niet-gewelddadige materiaal zelf. 

Net zomin als men bier moet verbieden omdat sommigen na hun kennismaking ermee afglijden naar alcoholisme, ligt het voor de hand softe erotica rond kinderen te verbieden omdat sommigen die er mee in aanraking komen uiteindelijk uitgroeien tot kinderverkrachters. Seksueel kindermisbruik (in de oorspronkelijke betekenis van het afdwingen van seksueel handelingen van kinderen) en gewelddadige kinderporno moeten uiteraard in alle gevallen verboden blijven, maar dat impliceert niet dat dit ook voor vrijwillige erotica rond kinderen moet gelden. 

Dr. Ethel Quayle, psychologe bij COPINE, een gespecialiseerde onderzoeksgroep aan de universiteit van Cork, Ierland, zegt in dit verband: 

'Een heleboel mannen kijken graag naar de plaatjes, maar zullen zelf niks doen. Sommigen beweren zelfs dat ze, dankzij die filmpjes, erin slagen hun driften onder controle te houden.
Het is ook een misvatting dat het bij kinderporno altijd om zwaar misbruik gaat. Er zijn wel degelijk websites die een soort 'ethische code' hanteren, zo van: we willen wel naar kinderen kijken, maar we willen ze geen pijn doen. Er zijn nog altijd meer 'softe' foto's van naakte kinderen – waar niks illegaals aan is – dan hardcore materiaal.' 

(in Kinderporno op het internet van Annemie Bulté, Humo, 23 augustus 2005, nr. 34/390, blz. 8-13.)

Individuele seksuele vrijheid

Voor mensen die porno of, ruimer, erotica niet afwijzen als inherent vernederend is het consumeren ervan vooral een kwestie van individuele seksuele vrijheid. Mits er geen inherent verband bestaat met misbruik tijdens de productie van de erotica of na afloop daarvan, moet iedereen zelf bepalen of hij of zij die erotica wil consumeren. Uiteraard mag niemand gedwongen worden tot consumptie van welke erotica dan ook, en dat impliceert dat beeldmateriaal niet opgedrongen mag worden. In het algemeen dient het aan de vrije keuze van de consument te worden overgelaten of bepaalde erotica wordt aangeschaft, zodra aan morele voorwaarden is voldaan. 

Moreel aanvaardbare erotica willen verbieden vanuit bemoeizuchtig moralisme heeft meer te maken met repressief beleid dan met het beschermen van kinderen. 

Het is toch weerzinwekkend?

Tegenstanders van erotiserend beeldmateriaal rond kinderen kunnen aanvoeren dat dit soort materiaal altijd verboden moet worden, omdat het in alle gevallen walgelijk zou zijn als volwassenen zich verlustigen aan kinderen. Ook wanneer kinderen zelf geen bezwaar hebben tegen de productie van het beeldmateriaal en er geen sprake is van vernedering, chantage, uitbuiting, aanzetten tot misbruik of spijt achteraf, blijft het volgens deze opponenten hoe dan ook stuitend dat er mensen zijn die van dergelijk materiaal genieten.

Dit is echter in essentie geen moreel maar een esthetisch argument, omdat er in morele zin geen enkele vorm van schade wordt berokkend in zulke gevallen. Niet-gewelddadige erotica rond kinderen willen verbieden omdat het 'gewoon walgelijk' zou zijn (dus los van eventuele andere bezwaren), komt neer op het willen verbieden van een erotische voorkeur, domweg omdat die niet strookt met de eigen voorkeur. 

Overigens kunnen opvattingen over het al dan niet stuitend karakter van erotica sterk uiteenlopen; wat de een ziet als verdorven smurrie kan voor de ander een erotisch-esthetische of zelfs artistieke waarde vertegenwoordigen. Dit zie je zelfs terug in terminologische nuance, zoals 'erotica' versus 'pornografie'. 

Het aanleggen van 'mooie collecties' van een bepaald type erotica is bijvoorbeeld ook alleen echt te begrijpen voor iemand die het beeldmateriaal niet bij voorbaat weerzinwekkend vindt, ongeacht de esthetische criteria die men bij de productie heeft gehanteerd. 

Ze bevredigen zichzelf ermee!

De tegenwerping dat alle erotiserend materiaal rond kinderen verboden moet worden, omdat volwassenen zich ermee bevredigen is in feite geen apart argument. Het is  gebaseerd op reeds behandelde opvattingen zoals dat zulk beeldmateriaal altijd vernederend is voor het kind, of dat consumptie ervan op den duur leidt tot kindermisbruik. 

Sterker nog, als niet-gewelddadige erotica rond kinderen leidt tot daadwerkelijke seksuele bevrediging kun je het moreel gezien opvatten als een argument vóór zulke erotica. 

Soms betwijfelt men nog wel eens tot masturbatie tot voldoende seksuele bevrediging kan leiden. Uiteraard is deze twijfel volledig misplaatst bij vormen van voyeurisme, waarbij masturbatie immers de voornaamste of enige vorm van bevrediging is. Ook blijft masturbatie binnen het seksuele leven van mensen die seksuele contacten hebben vaak nog steeds een bron van bevrediging die niet alleen wordt aangeboord als de seksuele contacten onbevredigend zijn. 

Voor mensen met pedo-erotische gevoelens vormt masturbatie bovendien vaak de enige (in justitiële zin) veilige en moreel verantwoorde bevrediging van die gevoelens. Het is dus vanuit een concept van seksuele mensenrechten beschouwd immoreel om hun zelfs deze uiting te ontzeggen. Een gedeeltelijke erotische bevrediging is psychoseksueel gezien immers prettiger dan helemaal geen bevrediging. 

Virtueel materiaal

Het voorgaande sluit aan bij de discussie over virtuele kinderporno, aangezien dit per definitie erotica is waarvoor kinderen niet misbruikt kunnen zijn. Het is vanuit een moreel principe van respect voor de individuele seksuele vrijheid ronduit bizar om dit soort erotica te willen verbieden. 

H.M. van den Brink schreef in dit verband al op 17 augustus 2002:

“Het ouderschap doet dingen met je gevoelshuishouding die maar moeilijk zijn te beheersen. Des te meer reden voor de wetgever om het hoofd koel te houden.

Het Amerikaanse hooggerechtshof deed dat, toen het onlangs de strafbaarstelling van virtuele kinderporno in strijd met de vrijheid van meningsuiting verklaarde. 

In Nederland was het alleen commentator Frank Kuitenbrouwer van NRC Handelsblad die een vergeefse campagne voerde tegen de nieuwe wet. Voor zover ik heb gezien, werd voor de rest van de media gezwegen en is er dus ook geen aandacht geweest voor wat politici van de kwestie vonden. 

'Het gaat in feite om het strafbaar stellen van de fantasie van de maker,' heeft Diana de Wolff van Groen Links volgens de website van de Eerste Kamer tijdens het debat geconcludeerd. Heel juist. Haar fractie was de enige die als geheel tegen stemde.
Ook D66 zag niets in de nieuwe wet, maar daar had men een dissident in de persoon van Jan Terlouw, die immers zelf verhalen over kinderen verzint. De oppositie werd aangevoerd door Pvda-senator Erik Jurgens die er niet alleen tal van goede argumenten, maar ook Thomas Manns Der Tod in Venedig bij haalde, waarin de oude hoofdpersoon dagdroomt over de jonge Tadzio en zijn begeerlijke lichaam. Maar Jurgens kreeg geen steun van zijn eigen partij. En zo zitten we nu dus opgescheept met een wetboek van strafboek waarin het woord 'schijnbaar' is geïntroduceerd. 'Schijnbaar' levensechte afbeeldingen van niet-bestaande mensen kunnen tot zeer realistische veroordelingen leiden'. 

(H.M. van den Brink “Verbeelding en straf”, Vrij Nederland, 17 augustus 2002).

Virtuele kinderporno mag; De operatie Grote Schoonmaak; 14 juli 2007 - tegenwicht weblog # 88
De operatie ter verbanning van al het immorele uit de media ter preventie van goddeloze fantasieën. 

Wetgeving

Het voorgaande heeft een aantal consequenties voor de wetgeving rond kinderporno.

De productie en consumptie van gewelddadige, niet-vrijwillige kinderporno moet in alle gevallen verboden blijven. 
Moreel gezien is alle onvrijwillige kinderporno kwalijk en daarom moet het in bezit hebben en verhandelen van dit type kinderporno verboden worden. Overigens kun je kijken naar en downloaden van zulke kinderporno niet goed verbieden, omdat het - anders dan bij bezit ervan - niet duidelijk is of de kijker instemt met het materiaal en er bovendien dingen per ongeluk mee-gedownload kunnen worden met legaal materiaal. Doelbewust zoeken naar onvrijwillige kinderporno met de bedoeling het in bezit te krijgen, moet echter wel degelijk strafbaar blijven.
 

Naturistische, artistieke en reclame-afbeeldingen van kinderen die zonder erotische bedoeling geproduceerd zijn moeten in alle gevallen legaal blijven of weer worden. Op die manier wordt voorkomen dat bijvoorbeeld een reclamefoto van Calvin Klein van twee stoeiende jongetjes in onderbroek of kindernaakten van kunstenares Kiki Lamers als verboden kinderporno worden bestempeld. 

Onzedelijk beschadigd, ja. 3 Februari 2005 - Tegenwicht weblog # 3
De Nederlandse schilderes Kiki Lamers (40) is gisteren door het Hof van de Franse stad Riom in hoger beroep veroordeeld [...] wegens ,,zedelijke beschadiging van minderjarigen''. 

De onzedelijke blik - 18 mei 2005 - tegenwicht weblog # 17

'Aanstootgevend' - David Hamilton - 29 juni 2005 - Tegenwicht weblog # 23

Dit geldt ook voor zogeheten non-nude materiaal zolang er geen specifieke aanleiding bestaat om te veronderstellen dat het onder dwang tot stand gekomen is.
 

Expliciet erotisch beeldmateriaal van kinderen mag alleen gelegaliseerd worden voor zover het vrijwillig tot stand gekomen is, er geen sprake is van spijt achteraf bij de modellen of acteurs, en er geen sprake was van economische noodzaak of kinderarbeid bij de kinderen in kwestie.
 

De gelegaliseerde categorie erotica rond kinderen moet een soort keurmerk krijgen om het scherp te onderscheiden van kwalijke kinderporno en het moet mogelijk worden om het te creëren legale circuit effectief te controleren. 

Seksualisering van de samenleving

Conservatieve auteurs vinden de Nederlandse of ruimer westerse samenleving 'doorgeslagen' in haar belangstelling voor seksualiteit en erotiek.

Te pas en te onpas zouden we bijna voortdurend worden geconfronteerd met erotische afbeeldingen. Dit zou ten koste gaan van de zelfbeheersing, vooral van jongens en mannen, en de waardigheid van met name meisjes en vrouwen aantasten. Hier is echter alleen sprake van wanneer de confrontatie met erotische beelden onvermijdelijk zou zijn, en er bovendien voornamelijk of uitsluitend sprake zou zijn vernederende beelden. Gelukkig is dit geenszins het geval.

Het valt over het algemeen dus nog wel mee met die seksualisering, hoewel er natuurlijk wel degelijk ook echte seksuele uitbuiting en vernedering, ook van jongens en mannen, voorkomt en die echt bestreden moet worden. Het adequate antwoord is ook hier geen grotere repressie, maar een moreel onderscheid tussen bonafide en malafide

De beste omgang met erotica wordt gekenmerkt door respect voor anderen en - in geval van consumptie - het hanteren van de juiste maat, niet door terugdringing van denkbeeldige gevaren en het opleggen van een repressieve collectieve norm. 

Toenemende repressie

De justitiële definitie van illegale kinderporno lijkt de laatste jaren in de praktijk steeds ruimer te worden geïnterpreteerd. Inmiddels (2013) blijken ook no-nude modellen en softcore series waarin slechts sprake is van naaktheid (zonder nadruk op de geslachtsorganen) tegenwoordig als illegaal te worden bestempeld zodra aannemelijk kan worden gemaakt dat de afbeeldingen (mede) prikkelend bedoeld zijn. 

Dit betekent dat de categorie van legale afbeeldingen de laatste jaren nog verder ingeperkt is. Overigens hanteert men daarbij de nogal bizarre regel dat een serie waarin slechts een enkele afbeelding voorkomt die klaarblijkelijk prikkelend bedoeld is, als geheel meetelt bij het aantal aangetroffen illegale afbeeldingen en daarmee ook bij de uiteindelijke strafmaat.

Het lijkt duidelijk dat deze aanscherping van de (uitvoering van) wetgeving niet primair de bescherming van kinderen beoogt, maar eerder het steeds verder doorvoeren van een nieuwe intolerante norm ten nadele van mensen met erotische gevoelens voor minderjarigen. Het is zelfs denkbaar dat binnenkort ook afbeeldingen van aantoonbaar meerderjarige modellen verboden worden wanneer de modellen er jonger uitzien dan ze feitelijk zijn. Dat zou het ultieme bewijs zijn dat er sprake is van repressie als doel op zich. 

Hoe dan ook raden wij lezers van dit artikel die genoegen beleven aan niet-gewelddadige erotisch getinte afbeeldingen aan, zulke afbeeldingen in de brede zin (inclusief geklede kinderen of naakten zonder nadruk op de geslachtsorganen) niet meer te downloaden, uploaden of fysiek te delen met anderen. 

Hoe absurd de huidige normen ook zijn, alleen een maatschappelijke discussie kan leiden tot verbeteringen in de wet. Het bezit van zelfs maar de softste erotisch getinte afbeelding van kinderen is tot die tijd levensgevaarlijk. 

Toevoeging uit 2014 

Een algeheel verbod op erotisch prikkelende afbeeldingen van minderjarigen heeft ook morele implicaties. Een totaal verbod impliceert bijvoorbeeld dat er geen enkele controle mogelijk is op de mate waarin producenten van soft materiaal zich houden aan bovengenoemde ethische maatstaven. 

Bovendien laat het verbod op alle vormen van softe kindererotica zien dat het maatschappelijke taboe rond niet gewelddadige kinderporno groter is dan ooit tevoren. 

Dit maakt het immoreel om kinderen bloot te stellen aan mogelijke felle reacties op het beeldmateriaal, ook als zij daar vrijwillig aan meegewerkt zouden hebben. Zolang alle kinderporno zonder uitzondering illegaal blijft, is het dus niet alleen riskant maar ook immoreel om zich ermee in te laten.

Links

Rationele en integere emancipatie http://www.jorisoost.nl/lees/opinie/rivas_rationele.htm 

Erotica en prostitutie 
http://www. jorisoost.nl/lees/opinie/rivas_erotica.htm
 

Pornography in the eye of the beholder: http://www.ipce.info/library_2/files/seaton.htm 

Teens top child porn viewers http://www.ipce.info/newsletters/e_18/teens.htm 

Theories of child porn's harm http://www.ipce.info/ipceweb/Library/01aug09f_theories.htm 

Femke Halsema: Virtuele kinderporno http://www.jorisoost.nl/lees/politiek/halsema.htm 

Is het werkelijk waar?Verbod op 'virtuele' kinderporno opgeheven in V.S. http://www.jorisoost.nl/lees/politiek/koi_35_laws_n.htm 

Pornographie und Sexualverbrechen in Dänemark http://www.scireview.de/pj/sexualverbrechen.html 

Rechter: pas op voor heksenjacht: http://www.jorisoost.nl/lees/politiek/rechter.htm 

Frits Wafelbakker: Seksuele gedraging... Over de delictomschrijving in de kinderporno-wetgeving
http://www.jorisoost.nl/lees/politiek/wafelbakker.htm  

Wetsartikel kinderpornografie http://www.nrc.nl/W2/Lab/Kinderporno/wetsartikel.html 

Citaten uit: 
Actie tegen kinderporno is kwestie van mensenrechten; Folkert Jensma in NRC 25 oktober 2007

Webe Models
http://www.youtube.com/user/MrsCoen
There is an interesting YouTube channel named Mrs. Coen. It shows clips with former female Webe Models who claim that they were willing participants in a type of nonude modelling that was later branded "child pornography". They also stress that they thoroughly enjoyed the modelling. The girls are very umambiguous about the fact that they do not consider themselves victims of kiddie porn.

Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English