Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English

Opinie # 35

Voetbalvandalisme

Hoort het er nu eenmaal bij?

1. Het probleem geschetst

Het probleem: voetbalvandalisme.

Om gelijk maar met de deur in huis te vallen: voetbalvandalisme is een groot probleem. Het is gewelddadig gedrag en dus gevaarlijk. Bovendien kost het de maatschappij handenvol geld. Het is niet alleen een probleem van de voetbalclubs, de KNVB of de politie; het is een maatschappelijk probleem geworden.

Het is duidelijk dat de voetbalproblematiek sterk in de belangstelling staat. De kranten, opiniebladen en actualiteitenprogramma’s bespreken dit probleem regelmatig. Vroeger kon je gewoon na een wedstrijd het veld oprennen om je favoriete speler om een handtekening te vragen. Ouders konden hun kinderen met een gerust hart meenemen voor een gezellige voetbalmiddag. Geen agent te bespeuren en van fouilleren bij een voetbalwedstrijd had nog nooit iemand gehoord. Tegenwoordig is dat wel anders. Dranghekken, strikt gescheiden zitvakken, politie en ME, fouilleren en tal van andere preventieve voorzorgsmaatregelen. Zou het niet mooi zijn als we weer gewoon onze favoriete speler om een handtekening kunnen vragen?

Voetbalvandalisme, waar hebben we het eigenlijk over?
Sla een krant open of kijk na een belangrijke voetbalwedstrijd naar het journaal en je ziet het probleem overduidelijk uitgetekend. Krantenkoppen, foto’s en beelden liegen er niet om. Om over het geschreeuw, gescheld en de beruchte spreekkoren nog maar te zwijgen. Vechtpartijen tussen supporters van de verschillende clubs, omvergetrokken hekken, vernielde treinwagons en supporters onder invloed van alcohol en andere drugs laten niets aan duidelijkheid te wensen over. Voetbalvandalisme, daar hebben we het over.

Over wie hebben we het?

Voetbalvandalisme is een vervelend en zinloos verschijnsel. Het is niet 'normaal' en het hoort er niet ‘nou eenmaal’ bij. Dan rijst toch de vraag naar het waarom. Waarom doen supporters deze zinloze en vervelende handelingen? Wie zijn deze vandalen en zijn het eigenlijk wel supporters? Er is veel onderzoek naar gedaan – te uitgebreid om dat hier allemaal te bespreken. Ook waren al die onderzoekers het lang niet met elkaar eens. Toch zijn er wel een paar algemene lijnen weer te geven.

Allereerst: wie zijn deze vandalen? We dienen onderscheid te maken tussen de harde kern en de beduidend grotere groep meelopers. De harde kern vandalen bestaat uit een min of meer vaste groep relschoppers. Zij zijn de echte hooligans, de leiders; die aanzetten tot geweld. Ook organiseren zij grootscheepse knokpartijen met supportersgroepen van de tegenpartij.
De rest, de meelopers, is een grote groep ongeorganiseerde en uit wisselende samenstelling bestaande veelal jonge mannen. Zij zijn op zoek naar wat sensatie en actie, spanning en agressie. Ze doen mee voor de kick, het gevoel. Dit gevoel is een typisch groepsgevoel; je hoort ergens bij en je blijft toch anoniem.


De probleemsupporters zijn gemiddeld tussen de 18 en 28 jaar. Het zijn veelal scholieren, vroegtijdige schoolverlaters en werklozen, maar je treft er ook universiteitsstudenten en twintigers met een goede baan aan. Deze probleemsupporters beschrijven voetbal als het allerbelangrijkste wat er voor hun is. Al hun geld spenderen ze er aan. ‘Ik leef voor mijn club’, hoor je ze wel zeggen. Thuis ziet hun kamer eruit als een soort voetbalheiligdom: posters van spelers, lintjes, shirts, sjaals, petten, ingelijste entreekaartjes voor belangrijke wedstrijden enz..

Waarom voetbalvandalisme?

Verveling en uitzichtloosheid kan leiden tot voetbalvandalisme. Veel jongeren hebben weinig zicht op een leuke toekomst. Ze kunnen maar moeilijk werk vinden en vervelen zich. De sociale controle in grote steden is minimaal – de maatschappij is sterk geïndividualiseerd. Je wilt graag iemand ‘zijn’. Een ‘tegenstander’ een oplawaai verkopen dwingt ‘respect’ af bij vrienden. Hoe meer je durft, hoe meer aanzien je krijgt in de groep.

Voetbalvandalisme is gemakkelijk en goedkoop. Een rookbommetje of simpelweg een steen gooien kan iedereen en het kost je geen cent. Je kunt je frustratie en agressie kwijt. Mee‘zingen’ in de spreekkoren is ook erg makkelijk. Je wordt één met de sfeer, het lucht op. En mocht je gepakt worden, de straffen zijn meestal licht. Het geeft bovendien een ‘kick’ om te kijken hoe ver je kunt gaan. De spanning verdrijft de verveling. Het is gezellig met z’n allen bij elkaar, je hoort ergens bij.

Wellicht de hoofdreden voor de echte kern: als je met dingen gaat gooien en hard schreeuwt, eis je aandacht op die je anders niet krijgt. Je komt ineens in de picture. Bij veel kernvoetbalvandalen speelt publiciteit een belangrijke rol. Er wordt rekening met je gehouden. Aparte vakken, ME en politie op de been, journalisten van kranten en t.v.. Thuis hebben ze soms een heilig altaar met daarop dossiers van krantenartikelen van hun daden, foto’s van vechtpartijen, video’s en geluidsopnamen.

Een sterk ondersteunende factor bij zowel de randgroep als de kerngroep is het effect van alcohol en ander drugsgebruik. Al ver voor een geplande wedstrijd kun je supporters zat en lallend door de straten zien en horen zwalken. Het drinken van alcohol, vaak in combinatie met een verdovend middel, maakt de mogelijkheid dat er problemen ontstaan alleen maar groter. Onder invloed van drank en pillen zijn ze wel te porren voor wat actie.

 2: Er is meer over te zeggen: de dieperliggende oorzaken.

Elke voetbalvandalist heeft zo z’n eigen redenen voor zijn gedrag. Deze redenen zijn legio; problemen op het werk of juist géén werk. Een slecht huwelijk of faalangst. Schulden of verslavingsproblemen. Er is m.i. geen touw aan vast te knopen als we het probleem individueel willen bekijken. Ik wil dan ook de groep supporters onder de loep nemen. Het groepsgevoel vormt daarbij een hoofdmotief, de mens is immers een kuddedier. Of, om met Buber te spreken, ‘geen ik zonder de ander’ [*1]

[*1] Buber, M; Ik en jij. Bijleveld.  -   Ich und Du werd in 1923 gepubliceerd.

Agressie als dieperliggend oergevoel

Vandalisme heeft alles te maken met een dieperliggend oergevoel – agressie. In iedereen zit agresssie verborgen, maar niet bij iedereen lijdt deze agressie tot geweld tegen anderen of tot vandalisme. Van belang is dus hoe we omgaan met de agressie, die we in ons hebben. Als mensen weten wat agressie is, en op een juiste manier omgaan met agressief gedrag, of greep houden op de situatie, neemt een te hoge spanning vaak af.

Het probleem met agressie is dat wij er een negatieve connotatie aan geven. Agressie is in onze belevenis niet neutraal, maar destructief. Agressie is een sterke emotie, een drang, een drift die geuit moet worden. Er is echter in onze maatschappij bijna geen begrip en ruimte meer om die vooral mannelijke emotie te uiten. En zodoende raakt de man steeds verder vervreemd van zijn natuurlijke wortels.

Cornel Bierens beschrijft dit heel typerend: 

"In onze tijd is voor jongens een opvoeding gangbaar geworden die hen verscheurt tussen dezelfde tegenstrijdige krachten. De natuurlijke drang om zich op branieachtige manier te manifesteren en uit te leven, wordt gedwarsboomd door de druk om zich in te houden, te verbijten, of, zoals dat heet, zich te gedragen, dat wil zeggen als een meisje. Hun natuur spoort niet met de cultuur, waarin meisjes de norm zijn.
In het onderwijs wordt typisch jongensgedrag systematisch ontmoedigd, en veel jongens hebben daar de smoor over in." [*2]

[*2] NRC-Handelsblad; mannen: stop met huilen als u ook kunt vechten! C. Bierens 5-6-‘04

[Zie ook de opiniestukken # 6, over jongens, en # 32 over de man.]

Letterlijk betekent agressie: uitgaan naar, aldus emeritus professor Dr. G.P. Hoefnagels, hoogleraar in de criminologie, in zijn toespraak over agressie (april 2001) [*3]. Een andere definitie is in 1996 door het ministerie van Justitie gegeven: "agressie is iedere vorm van gedrag die erop is gericht iemand of iets geestelijk of lichamelijk schade te brengen in de vorm van fysiek of psychisch geweld." [*4]

[*3] Hoefnagels, G.P; Agressie en geweld: inleiding in begrippen en vormen, blz 7 symposiumbundel over Agressie georganiseerd door VBGG, Maastricht, 2001

[*4] Nieuwstraten M; Zinloos geweld, een zoektocht naar een zinvolle verklaring, Rotterdam, 1999, blz 6

De definitie van prof. Hoefnagels is neutraal. Die van het ministerie van Justitie is niet neutraal. Agressie is in haar ogen altijd slecht, want zij is erop gericht schade te brengen. Deze visie is m.i. te beperkt. De agressor zit in de man en moet gecultiveerd worden. Zo niet goedschiks, dan kwaadschiks... Voetbalvandalisme is een voorbeeld van het kwaadschiks cultiveren van de agressie. De opinie heerst immers dat ‘het’ er nu eenmaal bij hoort.

Cultiveren van agressie.

Bij jongens- en mannengedrag hoort een gezonde dosis agressie. Dit kan ook positief gecultiveerd worden. Haal ze achter die computer en tv vandaan en laat ze aan sport doen; het liefst een groepssport. Sport leert mensen met elkaar om te gaan. Sport en sportvereniging geeft een groepsidentiteit. Een ander groot probleem is namelijk het verlies van identiteit – hier ga ik zo dadelijk dieper op in.
De natuurlijke drift kan ik de sport uitgaan naar (lett. betekenis van agressie) een vastgesteld doel, namelijk winnen van de tegenpartij. Scoren, punten halen. En dit het liefst via een strategie van samenspel en gecoördineerde techniek. Vooruitdenken, overleggen en er samen voor gaan. Leren incalculeren en incasseren, leren winnen en verliezen; m.i. een goede manier van cultivatie van agressie.

Betekenisgeving en identiteit.

Binnen het postmodernisme wordt wel van de overgangscrisis gesproken. Heel concreet in Nederland: we zijn onze identiteit kwijt. We zijn niet meer massaal Nederlands Hervormd (jaren 50), Nederland wederopbouwend (na WO II) of wereldverbeterend (jaren ’60-’70). Het idee van de maakbare samenleving is voorbij. Ervoor in de plaats is hedonisme en individualisme gekomen. Zonder deze ontwikkeling als geheel negatief te willen beoordelen wil ik er wel een bijwerking (zoals ze ook altijd in de bijsluiter van medicijnen staan vermeld) uitlichten. Namelijk het verlies van identiteit. Men voelt zich niet meer verbonden aan een kerkelijke gemeenschap, emancipatiebeweging of buurtvereniging. We leven immers doorgaans in de stad langs elkaar heen. Weet u wie uw buurman is?

In deze tijd van economische malaise is er ook nog eens weinig toekomstperspectief voor laagopgeleiden en schoolverlaters. Bijbehorend gevoel: je bent niets en je hoort nergens bij... Niet echt iets om vrolijk van te worden, toch?

In een groep van hooligans voel je je ineens wel prettig. De spanning van actie, de uitdaging van status verwerven – door steeds extremer gedrag te vertonen – , het gevoel van erbij horen en gezien en gehoord te worden. Je doet er toe, je bent ineens iemand waar rekening mee gehouden moet worden. Het geeft je een identiteit.

Voetbalvandalisme: zinloos of zinvol? Het ligt er maar aan vanuit welk perspectief je het bekijkt.

In onze ogen is voetbalvandalisme zinloos. Maar vanuit het oogpunt van de dader gezien, is het de vraag of dit geweld wel zinloos is. Het is zeker een extreme uiting van agressie, er wordt geweld gebruikt. Geweld is dan de uitingsvorm om een gewenst doel te bereiken. Er is een bewust plegen van geweld en een onbewust plegen van geweld. In het laatste geval verwijst dit vaak naar processen in het onderbewuste, zoals opgekropte emoties, die impulsief tot gewelddadig gedrag kunnen leiden. [*5]

[*5] Rootselaar v F., Humanisme en publiek geweld, De stille tocht voorbij Amsterdam  2000 blz 6

M.i. kunnen die opgekropte emoties heel goed te herleiden zijn uit het bovenbeschreven verlies van identiteit, gebrek aan groepscohesie en negatief toekomstperspectief. Individueel gezien kunnen er natuurlijk nog tal van andere problemen aan ten grondslag liggen.

Meestal is er voor de pleger van het geweld wel een aanleiding en soms een dieperliggende oorzaak te vinden.

Nog meer over groepsgedrag en –identiteit.

Over groepsgedrag is nog meer te zeggen. In een groep zijn meestal leiders, de kernvandalen en de volgers. Er is sprake van een machtsverhouding, die door de sterksten wordt uitgebuit. De invloed die uitgaat van de leider kan erg groot zijn, zeker als iemand graag bij een groep wil horen, hij wil dan aan de norm van de groep voldoen en kan er veel voor over hebben. Dit kan het gedrag van een persoon sterk veranderen, waardoor iemand over de grenzen van zijn normale gedrag heen gaat. Ook dan kan het tot gewelddadig optreden komen, van meerdere daders samen. Dhr. Olieslagers, rechercheur bij de politie, zegt in de Limburger van 30 november 2000 het volgende: "de leiders bepalen hoe een groep zich gedraagt. De rest loopt hierin mee, vaak uit angst. Als ze dat niet doen, worden ze uitgestoten, of krijgen zelf de klappen."

Er is nog meer over groepen te zeggen: in een groep is het gezicht van de hele groep bepalend. Je voelt je niet individueel schuldig en verantwoordelijk aan de aangerichte schade. Een groepslid verstopt zich achter deze 'anonimiteit'.

Uitvoerig onderzoek onder hooligans wijst ook op het belang van waarden en normen binnen de groep. Als mensen in groepen samen zijn, kan hun gedrag behoorlijk veranderen.

3. Wat wordt er gedaan?

Positieve resultaten

Iedereen is vandalen bij voetbal zat’; staat er aan het begin van het voetbalseizoen met grote letters in de krant. [*6] Er is een roep om harde actie tegen voetbalvandalisme. En in de loop van de tijd is er al heel wat ondernomen – niet alles tevergeefs.

[*6] De Stentor; iedereen is vandalen bij voetbal zat, 13-8-’02.

Het preventief fouilleren is één van de initiatieven. Het schijnt in Rotterdam ‘zichtbare en overtuigende resultaten’ te hebben [*7]. 

[*7] Trouw; Preventief fouilleren Rotterdam een succes, en Fouilleren loont, 24-10-’03 door: Malika el Ayadi.

Ook het opleggen van stadionverboden met meldplicht ver van het stadion verwijderd werkt. Verder zijn er pasjessystemen en camera’s ingezet. Een harde aanpak is lonend. Deze harde aanpak is de algemene politieke tendens van deze tijd, niet alleen waar het voetbalvandalisme aangaat. We zien op tal van gebieden agressie en geweld toenemen. Er is een zekere ‘verharding van de maatschappij’ te constateren, met als tegenreactie een verharding van het politieapparaat.

Het kan ook anders:

Een heel andere aanpak werd in Groningen ontwikkeld. Geert Spieker, ex-hooligan en raadslid van de Stadspartij, ontwikkelde supportersbegeleiding [*8]. 

[*8] Trouw; FC’s harde kern luistert naar ex-hooligans, 28-02-‘04

Het idee: laat ex-hooligans overleggen met de huidige harde supporterskern en sussend optreden bij dreigende ellende. Deze ex-hooligans hebben vaak een bepaalde status waardoor er naar hen geluisterd wordt. Ook kennen zij de problemen en gevoelens die onder de voetbalvandalen leven. De ex-hooligan treedt de huidige hooligans als een gelijke tegemoet. Niet van bovenaf bevoogdend, maar als gelijke sturend. Dit verschil lijkt te werken.

Hooligans blijven ongetemd. [*9]

[*9] Trouw; Hooligans blijven ongetemd, 1-05-’04. Door: John Hoogerwaard

Toch is het vandaag de dag nog steeds niet peis en vree op de stadions. Bovendien zoeken de supportersgroepen elkaar ook buiten de stadions op. Dertig jaar voetbalvandalismebestrijding heeft niets opgeleverd. Alle bestrijdingsmiddelen tevergeefs, het werkt veelal slechts tijdelijk. Steeds weer komt het opnieuw tot geweldsdelicten en uitspattingen. Politiek, autoriteiten en kamerleden schreeuwen moord en brand. Nu is de roep weer opgelaaid om een voetbalwet. Daarin staan zo ongeveer dezelfde maatregelen die de wet nu ook al biedt, zoals preventief ophouden of een stadionverbod. Deze maatregelen hebben de laatste jaren echter nauwelijks effect gehad.

De problemen zijn veel breder.

Is er dan geen verbetering te verwachten? Niet zolang we de problemen niet werkelijk bij de kern durven aan te pakken. Die kern is echter niet makkelijk te definiëren. Er schuilt namelijk een groot maatschappelijk probleem achter; het probleem van doorgeslagen individualisme en verlies aan identiteit. Het probleem van een materialistisch-hedonistische levensvisie. We zullen als samenleving op zoek moeten naar een nieuwe identiteit. Identiteit en religie horen tegenwoordig thuis in de privé-sfeer. Zij hebben echter altijd een maatschappelijke functie gehad. Zij voorzag ons van een identiteit met de daarbij behorende ethische en morele standpunten. We hebben de religie in de kast gedaan, maar wat komt er voor in de plaats? Nieuwe waarden en normen? Of blijven we steken in een postmoderne crisis?

4. Kunnen we ook iets doen?

Voor het probleem in de sport is sportief (leren) sporten het antwoord.

Wie zelf voetbalt zal binnen zijn club mogelijkheden kunnen vinden, misschien in het begeleiden van supporters en het trainen van de jeugdige voetballers.

Wie een club, stad of land bestuurt, kan jeugdsport bevorderen.

Wie kinderen heeft of begeleidt: laat ze veel sporten en bevorder dat ze sportief leren sporten. Sta zelf niet agressief langs het lijntje en leer ze tegen hun verlies te kunnen, de scheids en de regels te respecteren. Zonder regels en zonder een verliezer is er geen sport.

P.S.: Er is een PS geschreven bij dit stuk:

Tegenwicht weblog 8 oktober 2005:
Sport is niet altijd ‘tegenwicht’ voor agressie
Over agressiviteit en sport

Lees meer over dit onderwerp:

Bronnen en Lees meer

En bezie even de web log van 18 april 2005.

 

Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English