Vorige Start Omhoog Volgende

Het volk zei Nee

Maar waartegen?

Tegenwicht weblog # 22 - 4 juni 2005 

Volk en volksvertegenwoordigers

Van de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer was een 85% voor het aanvaarden van wat dan 'De Europese Grondwet' is gaan heten. Bij het referendum met grote opkomst stemde 62% van de bevolking op 1 juni jl tegen. 

Waar stemde men tegen?

Duidelijk zal zijn: niet tegen de tekst want die had vrijwel geen mens gelezen. Men reageerde op de rondgezonden samenvattingen en op wat de media en politici erover hadden verteld. Dankzij snelle enquêtes, snel in de media vermeld, weten we iets van de motieven. Laten we ons concentreren op de tegenstemmers:

62%: Nederland betaalt te veel

56%: Minder baas in eigen land

55%: Te weinig invloed voor Nederland

53%: Verlies van nationale identiteit

46%: Te afhankelijk van 'Brussel'

44%: Informatievoorziening was slecht

38%: Te veel bureaucratie

37%: Vanwege de euro

33%: Vrees voor verlies van banen

[Bron: geschreven pers, 2 en 3 juni 2005]

Een referendum

De vraag die gesteld werd is dus eigenlijk niet beantwoord, zeker niet door de nee-stemmers. Een logische conclusie mag dan zijn dat het middel referendum niet geschikt is voor dit type vraag. Immers, de vraag verwees naar een niet-gelezen dik boek en liet slechts een "ja" of een "nee" toe. 

Referenda kunnen wellicht beter geschikt zijn om andere typen vragen te beantwoorden: pakweg de keuze tussen twee burgemeesters en of er al dan niet hier of daar een spoorlijn, metro, snelweg of viaduct komt: concrete vragen waar een 'ja' of 'nee' zinvol is. 

Maar er is meer aan de hand.

Directe en indirecte democratie

Onze democratie werkt met volksvertegenwoordigers. Deze vormen de wetgevende macht en zij benoemen en controleren de uitvoerende macht. De rechterlijke macht is, terzijde, geheel onafhankelijk. Het volk bestuurt dus niet, maar wordt bestuurd door de mensen die zij daarvoor kiezen, aan wie zij deze taak dus toevertrouwen. Dit is de indirecte democratie.

Directe democratie werkt anders: daar neemt het volk rechtstreeks zelf besluiten via referenda. Hier bestuurt het volk zichzelf. 

Wat werkt nu beter en (hoe) kunnen beide vormen samengaan? 

Wat we hier zien is dat de indirecte democratie het bedoelde verdrag wil ratificeren, terwijl de directe democratie dit blokkeert. Een probleem dus, niet alleen voor dat verdrag, maar ook voor de democratie zelf. Laten we enkele kanten van dit probleem eens benoemen.

Er blijkt 'een kloof' te bestaan tussen volk en vertegenwoordigers. De vertegenwoordigers vertolkten niet de wil van het volk, het volk volgde zijn vertegenwoordigers hier niet. Het is de vertegenwoordigers en de regering niet gelukt het volk te overtuigen van de juistheid van hun mening.

Het volk zei niet zozeer 'nee' op het voorliggende voorstel, als wel op andere verwante kwesties. Het ging niet om de euro en toch stemt 37% daarom tegen. Het 'nee' is moeilijk te interpreteren. Er liggen ook emoties aan ten grondslag. 

Op zich is het noodzakelijk dergelijke emoties serieus te nemen, en wel tijdig. Men vond het eenwordingsproces van de EU kennelijk te snel gaan, te duur worden, te veel buiten de mensen om gaan, enzovoort. Deze gevoelens leefden kennelijk al langer en vonden nu een uitweg. Zo'n uitweg is nodig, wil een democratie stand houden. Daar is immers overeenstemming voor nodig en het proces van het eens worden is er een waarbij ook gevoel komt kijken. 

Werkt directe democratie nu wel?

Met de indirecte democratie hebben we nu ruime ervaring. Het werkt niet volmaakt, maar toch in voldoende mate om al heel lang samen verder te kunnen. Met indirecte democratie hebben we nauwelijks ervaring. We moeten het maar eens aan Zwitserland vragen. Toch valt er nu al wel iets over te zeggen.

In Californië werkte men al vaak met referenda. Wat gebeurde daar: het volk wilde nogal tegenstrijdige dingen zoals meer wegen en beter onderwijs en zorg, maar ook lagere belastingen. Dat gaat dus niet. Er komen problemen op die men dan weer per referendum op wil lossen, om te merken dat men in een vicieuze cirkel terecht is gekomen die het besturen vrijwel onmogelijk maakt. Het blijkt dat het volk zichzelf wel wil, maar niet kan regeren. Is daar dan toch een wijze elite bij nodig, gekozen uiteraard, maar wel op grond van wijsheid, niet op grond van populariteit? Beter staatsman dan filmster?

Doorgaans stelt men een staat of natie voor als een piramide: onderaan een breed vlak, het volk, middenin een smaller vlak, het middenkader, en dan bovenin de top, de elite die bestuurt. Dit systeem werkt al eeuwen. 

Wat we nu in onze televisie-democratie zien is het omgekeerde: het volk regeert en de elite holt er achteraan. Zie maar: vóór het referendum putten de volksvertegenwoordigers, de regering en een goed deel van het middenkader zich uit in argumenten voor een "ja". De dag na het referendum al zeggen dezelfde mensen dat zij 'de wil van het volk zullen respecteren' en ze draaien qua mening ineens 180 graden om. 

Ineens zijn hun eigen argumenten ongeldig en geldt 'de wil van het volk' (dat de stukken niet gelezen heeft en totaal andere argumenten hanteert) als de hoogste wijsheid. Dit is zeer inconsequent en vreemd. Wat is wijsheid? 

Het is populistisch. Volgt men het volk om herkozen te worden? Blindelings? Zonder inhoudelijke argumentatie? En zo snel: de dag erna al, zonder de toch noodzakelijke denkpauze in acht te nemen: populistisch in plaats van wijs. Ineens omarmt de politiek het referendum en noemt het een succes. Ja, qua opkomst, maar niet qua inhoud, want de vraag die gesteld werd is althans door de tegenstemmers niet beantwoord. 

We zien het in toenemende mate gebeuren. De stem van 'de man in de straat' wordt ineens luidkeels gehoord, al dan niet via enquêtes die met het huidige internet alleen maar toenemen. Over elk denkbaar en ondenkbaar onderwerp wil men de mening van de man in de straat weten. Onmiddellijk worden er Kamervragen gesteld en ministers opgeroepen. Zelfs de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt soms niet ontzien. De tot besturen gekozen elite holt hier bijna blindelings achter de stem van het volk aan. En het volk voelt eerder dan het denkt en geïnformeerd is; men leest de stukken niet. 

Moet de stem van het volk dan niet gehoord worden? Ja, zeker, ook de gevoelens, maar dan dient er een tijd van nadenken, bezinnen en overleggen te beginnen en niet meteen een draai van 180 graden gemaakt te worden. De directe democratie kan de indirecte vorm ondersteunen, aanvullen, corrigeren, maar niet vervangen. 

Als volksvertegenwoordiging en volk elkaar wat meer moeten naderen, dan wel graag van twee kanten. Niet alleen een neigen van de vertegenwoordigers naar de burger, maar laat de burger dan ook de moeite nemen om de stukken te lezen en de tijd nemen om erover na te denken. De samenleving is nu te ingewikkeld om in Nijntje-taal of one liners gevat te kunnen worden. 

De inhoud van de politiek

Wat er nu is afgewezen, is toch niet de niet-gelezen tekst. Wat er is afgewezen is in feite de inhoudelijke politiek die op het vlak van de eenwording van Europa gevolgd is. De euro is hier maar een van de voorbeelden van. 

Welke politiek is er dan gevolgd? Geen andere dan die van de neo-liberale agenda, die van de marktwerking en privatisering, ook wel genoemd 'de uitverkoop van de staat'. Daarvan merken de mensen de gevolgen: chaos in de taxi-wereld en op het spoor, geen controle meer op beheer van het water, de wegen, de scholen - en nu wordt ook de zorg nog aan de marktwerking toevertrouwd: zorgelijk dus. Men vreest verlies van zorg, sociale zekerheid, identiteit, werk; men vreest de inmiddels beroemde Poolse loodgieter. Dit laatste speelde sterk in Frankrijk, waar men ook massaal 'nee' zei. De burger is niet echt tegen Europa, maar wel tegen dit Europa, het Europa van de vrije markt, het Europa van het harde neo-kapitalisme.

Correctief referendum

Zo bezien mogen we hopen dat het referendum dat ging over waar het niet over moest gaan nog een nuttige functie zal hebben: een correctie van de koers die wat betreft Europa tot nu toe gevolgd is. Geen neo-liberaal Europa met het harde kapitalisme, maar een sociaal Europa.

 

Vorige Start Omhoog Volgende