Vorige Start Omhoog Volgende

~

IATROGENE GEVOLGEN VAN HET "NIEUWE ONDERZOEK"

[Blz. 224]

Alhoewel zij wellicht verschillen in hun visie met betrekking tot de mate waarin schade wordt toegebracht als gevolg van de maatschappelijke reacties, constateren vrijwel alle onderzoekers en serieuze commentatoren op dit gebied dat die schade aanwezig is. Dit geldt ook voor alle victimologen die hier besproken worden. Overdreven reacties of juist te weinig steun van de kant van de ouders, intensieve ondervragingen door de politie, slopende juridische procedures, en maatschappelijke vervreemding worden door allen genoemd als factoren die in een aantal gevallen bijdragen aan de schade die het kind door het misbruik zelf al is toegebracht, of die die schade mogelijk zelfs nog vergroten [*98].

Schultz beschrijft de iatrogene reactie van beroepskrachten uit de geestelijke gezondheidszorg en het maatschappelijke werk als volgt:

"Een groot deel van de literatuur (over seksueel misbruik) maakt gebruik van gemakkelijk toegankelijke formuleringen, waarbij de statistische werkelijkheid door goedbedoeld emotioneel lawaai wordt verhuld. Het schijnt dat wij voor minderjarigen willekeurige 'normen' creëren en afwijkingen van die 'norm' vervolgens als traumatisch bestempelen. Dit is een onethische benadering, die minderjarigen die een seksuele relatie met anderen hebben, schade kan toebrengen. Door een onterechte trauma ideologie komt de deskundige (de ware gelovige) tegenover het kind of

[Blz. 225] 

de ouders te staan, wanneer deze er misschien een andere visie op na houden. Er ontstaat het risico van een zichzelf-vervullende voorspelling waardoor nu net dat probleem ontstaat dat men had willen vermijden, maar dat niet te vermijden is, wil de ideologie waarop zij is gebaseerd stand kunnen houden." [*99]

Beroepskrachten die de in het "nieuwe onderzoek" vervatte ideologie aanhangen, zijn daardoor waarschijnlijk niet ontvankelijk voor de subjectieve werkelijkheid van personen die hun ervaringen niet in negatieve bewoordingen omschrijven.

In haar onderzoek naar de effecten van incest-ervaringen citeert Nelson de volgende klacht van een ondervraagde:

"Mijn therapeute heeft zo'n vooringenomen mening over personen die seks hebben met kinderen dat zij mij absoluut niet zou kunnen begrijpen wanneer ik haar zou vertellen dat ik er van genoten heb. Ik weet zeker dat zij mij zou vermoorden." [*100]

Er bestaan talloze afschrikwekkende verhalen met betrekking tot valse beweringen van misbruik of hysterische reacties op bedreiging met misbruik [*101]. Alhoewel een groot deel van dit soort verhalen over onschuldige gevangenzetting, kinderen die overhaast en onder traumatische omstandigheden uit huis worden gehaald en onder voogdij worden gesteld, zelfdodingen, financiële ruïnering enzovoort in een beperkt aantal gevallen voorkomt, lijkt een aantal van deze negatieve maatschappelijke gevolgen inmiddels structureel te zijn geworden, hetgeen onvermijdelijk zijn uitwerking heeft op een veel groter aantal personen

Bij voorbeeld: als nasleep van de beweringen van seksueel misbruik bij peuters in de McMartin-zaak "adviseerde" het San Francisco Child Development Agency (vooral mannelijke) medewerkers in de jeugdhulpverlening dat zij

(1) zich nimmer alleen met een kind in een kamer moesten ophouden en

(2) zich moesten onthouden van knuffelen, kussen of het op de schoot houden (bij het voorlezen) van een kind boven de drie jaar.

 

Victimologen beweren veelvuldig dat kinderen en jongeren vanuit de maatschappij het recht wordt ontzegd om "nee" te zeggen tegen seksuele aanrakingen. Echter, de door SIECUS (Sex Education Council of the United States) opgestelde bibliografie (1986) blijkt meer dan tachtig boeken en vijfentwintig films en video's te tellen die op kinderen en adolescenten zijn gericht.

De meest illustratieve titel is "It' s Okay to Say No!". Boeken als

"Private Zone",

"Red Flag, Green Flag People",

"MyBody is Private" en

"I like you to Make Jokes With Me But I Don't Want you to Touch Me"

leren kinderen, zo vermelden de omslagen, wat "goede", "slechte" (d.w.z. seksuele) en "onaangename" (d.w.z. genitale) aanrakingen zijn en wat "intieme plekjes" zijn die alleen aangeraakt mogen worden door "ouders of artsen" (wie weet, is in latere edities het woord "ouders" geschrapt).

In een maatschappij waarin het sleutelwoord in reactie op de meeste seksuele verzoeken of verlangens "nee" is, kan de publicatie van boeken als "It' s Okay to Say No!" nu niet bepaald als een belangrijke vorm van maatschappelijke rebellie worden beschouwd.

[Blz. 226]  

Socioloog en onderzoeker op het gebied van incest Jarnes R. Ramey wijst op nog andere mogelijke gevolgen van dit soort reacties op seksueel misbruik:

"Er is een grote groep mensen die schade oploopt als gevolg van ons voortdurend gehamer op seksueel misbruik, namelijk zij die helemaal niet bij dit onderwerp zijn betrokken. Amerikaanse gezinnen zijn zo overladen met anti-incest verhalen dat de balans naar de andere kant is uitgeslagen; zij doen alles om te voorkomen dat zij in welke vorm dan ook bij incest betrokken worden of daarvan worden beschuldigd. Dit heeft (onder andere) tot gevolg dat elke vorm van lichamelijk contact tussen volwassenen en kinderen tijdens de puberteit totaal wordt vermeden, juist in een periode waarin het kind het meest behoefte aan heeft aan de geruststellende werking die ervan uitgaat." [*I02]

Terwijl het artikel waaruit dit citaat afkomstig is door de jaren heen door victimologen is beschimpt, blijkt dat wat Ramey in zijn artikel duidelijk maakt op een groot aantal gezinnen van toepassing te zijn.

Ten slotte hebben Bullough en Schultz [*103] gewezen op het alarmerende verschijnsel dat op juridisch niveau de belangstelling voor lichamelijke mishandeling aan het verdwijnen is. Deze ontwikkeling is terug te vinden in de populaire media waarin, ondanks de beroering die gepaard gaat met de sensationele verslaggeving van vooral gruwelijke gevallen van dood als gevolg van lichamelijk geweld, de term "misbruik van kinderen" de betekenis is gaan krijgen van "seksueel misbruik van kinderen".

Volgens Schultz vinden openbare aanklagers het veel gemakkelijker iemand schuldig te verklaren vanwege seksueel misbruik dan vanwege lichamelijk misbruik. [*104] Dit doordat de aangeklaagden van seksueel misbruik meestal mannen zijn en aangeklaagden van lichamelijk geweld meestal moeders. Ofschoon rechters en juryleden alleszins bereid zijn om bij echtscheidingen de kinderen aan de vader toe te wijzen, willen zij de onschendbaarheid van heersende opvattingen ten aanzien van het moederschap onder geen beding aantasten. En het is voor alle betrokkenen een ondankbare en weinig vruchtbare taak om dit laatste te doen in rechtszaken over lichamelijke mishandeling.

Huisartsen, die weten hoe moeilijk het is om iemands schuld in dit soort gevallen te bewijzen en die zich terdege bewust zijn van het daaruit voortvloeiende risico van een juridische aanklacht door een vrijgesproken beschuldigde, zijn uiterst terughoudend geworden in het melden van lichamelijke mishandeling. Zij zijn zich meer gaan richten op seksueel misbruik, waar dit risico veel minder is.. Een aangeklaagde die inderdaad een kind seksueel heeft misbruikt maar toch wordt vrijgesproken, dient namelijk niet snel een aanklacht in, maar probeert zo snel mogelijk te verdwijnen.

In het kader van een onderzoek [*105] classificeerden studenten uit een lijst van veertien misdaden seksueel misbruik van kinderen als de ernstigste misdaad, aanzienlijk ernstiger zelfs dan moord of lichamelijke of geestelijke mishandeling

 [Blz. 227]

van een kind. Het was verontrustend om te constateren dat in dit onderzoek lichamelijke mishandeling laag scoorde. Dit culturele standpunt -- dat seks tussen een volwassene en een kind als de meest met haat vervulde, misdadige handeling karakteriseert -- wordt bondig verwoord door Norman Podhoretz: "Het rijk der menselijke gruwelijkheden kent niets dat zo vanzelfsprekend boosaardig is."

Dit soort reacties vindt men terug in het "nieuwe onderzoek" en wordt daarin ook aangemoedigd. Veel van de in dit artikel genoemde schrijvers beschrijven seksueel misbruik als de meest verschrikkelijke ervaring waar een kind maar mee kan worden geconfronteerd. Russell [*106] bij voorbeeld bestempelt een incestueuze relatie tussen vader en dochter als het "hoogste verraad" aan het adres van het kind. Anderzijds wordt lichamelijk geweld tegen kinderen, een verschijnsel dat minstens zo verwoestend is en waarschijnlijk meer voorkomt [*107], op een aantal uitzonderingen na (Finkelhor, bij voorbeeld [*108]) vrijwel genegeerd.

Katz [*109] schrijft de verminderde aandacht voor lichamelijk en emotioneel misbruik van kinderen specifiek toe aan de "hysterie" die met het onderwerp seksueel misbruik gepaard gaat. Schrijver dezes is het daar geheel mee eens, maar men dient eveneens in aanmerking te nemen dat er een grotere algemene culturele acceptatie van gewelddadige gevoelens en gedrag aan het ontstaan is, zeker in vergelijking met seksuele gevoelens en gedrag. In Amerika bij voorbeeld is het een algemeen geaccepteerd verschijnsel dat kinderen en adolescenten via de media worden geconfronteerd met sadistische moord, marteling en verminking, terwijl er een taboe ligt op voorstellingen van, zelfs liefdevolle, seksuele contacten.

Samengevat dienen beleidsbeslissingen te worden gebaseerd op evaluatie van enerzijds de schade die veroorzaakt wordt door seksueel misbruik van het kind en anderzijds de schade die het gevolg is van iatrogene reacties op werkelijk misbruik of dreiging ervan. De positieve effecten van het "nieuwe onderzoek" zijn gelegen in het feit dat deze beweging heel duidelijk heeft gemaakt dat kinderen in het algemeen machteloos staan en dat het verschijnsel van seksueel misbruik bestaat. Maar er is ook een negatief effect in die zin dat het het vuurtje aanwakkert van een maatschappelijk klimaat waarin volgens veel waarnemers de hysterie de boventoon voert, met alle averechtse gevolgen van dien.

Vorige Start Omhoog Volgende