Vorige Start Omhoog Volgende

Wat is vrijheid?

Dag, maand, partij ... van de vrijheid

Tegenwicht weblog # 132, 5 mei 2010

'Vrijheid voor de kat is onvrijheid voor de muizen.'
 

Wat is ...?

"Wat is waarheid?" vroeg Pilatus. Goede vraag, zolang deze niet gesteld wordt door een magistraat maar door een filosoof. 
Wat is vrijheid? Goede vraag, zolang deze gesteld wordt door een filosoof; als de politiek een antwoord geeft kan het nog wel eens eindigen in onvrijheid. 

Vijf mei: bevrijdingsdag; de maand april: maand van de filosofie, thema Vrijheid.  

Filosofie Magazine, Het grote VRIJHEID nummer, # 3 - 2010 en 
een serie artikelen in Trouw. 

Dan naderen de verkiezingen: men kan dan stemmen op politieke partijen die "vrijheid" in hun naam dragen. 

Vrijheid, gelijkheid en  ... u weet het al ...

Vrijheid geldt als een grondrecht, zeker in de Westerse staten. We hebben het te danken aan de Verlichting 

(nee ... niet aan 'de joods-christelijke wortels van onze cultuur' ...) 

en aan de Franse Revolutie. Wie vrijheid zegt, denkt al meteen ook aan gelijkheid en broederschap. 

Toch gaan deze verworvenheden niet als vanzelf gelijk met elkaar op. In de staten waar men elkaar met kameraad aansprak en waar iedereen gelijk werd genoemd ... waren sommigen toch wel wat meer gelijk dan anderen en was vrijheid ver te zoeken. En al kort na de Franse Revolutie wisten de Jacobijnen en de Napoleons wel raad met die drie beginselen: de guillotine verrichtte er overwerk. 

Dezelfde drie beginselen gaan ook niet als vanzelf samen met democratie. Er zijn staten met een volksdemocratie waarin het volk niets te zeggen heeft, waarin vrijheid, gelijkheid en echte kameraadschap ver te zoeken is. 

Onze democratie kent, zoals de meeste Westerse staten een grondwet waarin de fundamentele rechten verankerd zijn:

vrijheid van discriminatie en 
vrijheid tot meningsuiting, vergadering & vereniging, drukpers en godsdienst. 

Maar ook hier botsen deze rechten soms met elkaar, terwijl de wetgever er geen rangorde in heeft aangebracht. Per situatie zal de mens, soms de rechter, moeten oordelen. 

Paradox

In de postmoderne tijd is het begrip vrijheid zelfs danig uitgebreid. Ging het grondwettelijke recht aanvankelijk over het vrij zijn van onnodige inmenging door de staat, tegenwoordig wordt het ook opgevat als 

het gevrijwaard zijn van discriminatie, kwetsing, belediging en zelfs kritiek door medeburgers
maar ook, paradoxaal genoeg, als 
het vrij zijn tot meningsuiting, dus schelden, beledigen,  kwetsen en zelfs discrimineren van medeburgers. 

Het laatste is althans de opvatting van velen, en wel in onbeperkte mate. Men wil vrij zijn, niet beperkt worden en sommigen wensen ook zichzelf niet te beperken. De kat is dan vrij, de vogels zijn 'vogelvrij'. Weg gelijkheid en broederschap. 

Vrijheid van & vrijheid tot

Isaiah Berlin, Twee opvattingen van vrijheid; Two Concepts of Liberty; inaugurele rede, 1958; in Four Essays on Liberty, Oxford University Press, 1969, 1969; Boom, Amsterdam 1996, 2010. 
"Het gaat hier niet om twee interpretaties van één begrip, maar om sterk afwijkende, onverenigbare houdingen ten opzichte van de doeleinden van het leven."

Berlin onderscheidt 

negatieve vrijheid (vrij zijn van) en 

positieve vrijheid (vrij zijn tot of om te ...; anders gezegd: vrijheid van handelen). 

Beide typen vrijheid hebben hoge waarde, maar gaan niet zonder conflicten samen. Bovendien kan geen van beide vormen absoluut en onbeperkt zijn. De vrijheid tot van de kat beperkt de vrijheid van van de muizen, dan wel 

"Vrijheid voor de snoek is de dood voor de witvissen" 
(R.H. Tawney 1931, geciteerd door Berlin 1958 ev). 

Dan is er ook nog een belangrijk onderscheid tussen individuele vrijheid en collectieve ofwel politieke vrijheid. Soms geeft men de individuele vrijheid op om de collectieve vrijheid te behouden of terug te winnen - precies wat wij herdenken op 4 mei en vieren op 5 mei. 

De negatieve vrijheid 
geldt als grondrecht in de zin van vrijwaring van door anderen, in het bijzonder de staat,  bewust uitgeoefende dwang anders of meer dan noodzakelijk is om de vrijheid van anderen gelijkelijk te waarborgen. Dus niet onbeperkt. Een samenleving van in deze zin vrije burgers impliceert zelfbeheersing en vrijwillige beperking door dezelfde burgers - en waar nodig wetten om dit te garanderen. Democratisch gekozen wetten, maar wel wetten en dus beperkingen. 

Zonder deze (zelf)beperkingen kan vrijheid ontaarden tot vormen van anarchisme waarin de sterkste het wint of tot 'de dictatuur van de meerderheid' dan wel de dictatuur van het grijze gemiddelde 

(namelijk de hardwerkende blanke heteroseksuele Gewone Nederlander - Tw)
 

De positieve vrijheid 
geeft meer problemen. Niet in logische of filosofische zin, maar wel door de manier waarop hier in de geschiedenis der mensheid mee is omgegaan. 

Het model hiervan is de leerplicht. Men ontneemt het kind tijdelijk vrijheden met de bedoeling dat het leert lezen, schrijven en rekenen, enzovoorts, waardoor het uiteindelijk meer vrijheid van handelen zal verwerven. Dit wordt algemeen aanvaardbaar geacht. 

Minder aanvaardbaar wordt het als dictators en tirannen het volk, 'de kameraden', 'tijdelijk' gaan knechten om uiteindelijk De Ideale Staat te bereiken waarin iedereen vrij, gelijk en broederlijk zal zijn. We zagen en zien waar dit op uit draait: die Ideale Staat kwam er niet in de USSR en is er niet in China, Noord-Korea, Zimbabwe; evenmin in Iran, Eritrea, Saoedi-Arabië of Kirgizië en vele andere landen. 

Al even lastig wordt het predikers en hun kerken of gemeenschappen - dan wel 'behandelaars' in hun klinieken - dwang gaan uitoefenen en dit legitimeren met de stelling dat de gelovigen c.q. patiënten nu nog onvrij zijn door hun zondige c.q. neurotische hartstochten en zinnelijke lusten, niet te vergeten hun tijdelijke onwetendheid (djahl-it-tiyah), foute dogma's (kafirana) c.q. hun 'denkfouten'. Daarvan moeten ze dus bevrijd worden en dit vergt dus, helaas, tijdelijk even wat dwang. 

Ook hier is de vrijheid gecorrumpeerd, geperverteerd, ontaard in onvrijheid

Het werkt dus niet allemaal vanzelf. Een zekere mate van negatieve vrijheid is noodzakelijk om te kunnen leven, een zekere mate van positieve vrijheid is nodig om te kunnen handelen - en dus verantwoordelijk te zijn. Vrijheid impliceert verantwoordelijkheid, zelfbeheersing, beperking, rationaliteit, communicatie, acceptatie van diversiteit, tolerantie, waar nodig berechting, verzoening en vergeving. Vrijheid moet men leren, ontwikkelen, nastreven, wetend dat een absolute vrijheid omslaat in onvrijheid. 

Berlin waarschuwt omstandig tegen monisme, dit wil zeggen de opvatting dat er maar één waarheid is en slechts één juiste manier van leven. Hij pleit daarentegen met kracht van argumenten voor pluralisme, de opvatting en acceptatie van het feit dat er meerdere opvattingen van waarheid en juistheid naast elkaar kunnen en mogen bestaan. Dit is iets anders dan relativisme, waarbij men onverschillig zou blijven voor de zo ontstane verschillen en de dialoog met de andersdenkenden niet zou aangaan. 

Tot zover Berlin en de velen die zijn filosofie overdacht en besproken hebben, zoals bijvoorbeeld 

Ian Buruma, Grenzen aan de vrijheid; van De Sade tot Wilders; Stichting Maand van de Filosofie & Lemniscaat 2010. 

Laten we nu de filosofie even verlaten en met de hierboven geschetste achtergrond gaan kijken naar de politiek, en wel de actuele politiek in Nederland, 5 mei 2010. We stuiten dan op een jonge politieke partij (eerder: 'beweging') die vrijheid in haar naam en vaandel voert: de PVV.

Over wat voor een vrijheid heeft de PVV het? 

Bij de bekende leus van de Franse Revolutie 'Liberté, Egalité, Fraternité' wordt vrijheid als eerste genoemd. Tegenwoordig is vrijheid een van de traditionele kernwaarden van de westerse democratie en bovendien vormt het een van de peilers van de mensenrechten. 

Binnen de politiek krijgt vrijheid verder een extra grote nadruk binnen zogeheten liberale en (radicalere) libertaire partijen. Daarbinnen kent men overigens 'linkse' en 'rechtse' varianten. Zo is er een harde kapitalistische stroming, waarbij vrijheid op de eerste plaats economische vrijheid is.

Rechtse 'libertariërs' willen bijvoorbeeld de belastingen zoveel mogelijk terugdringen. De staat is er voornamelijk voor zaken als de veiligheid en infrastructuur en dient zich zo min mogelijk te bemoeien met de vrije markt. 

Sociale liberalen en libertaire socialisten zien vrijheid daarentegen op de eerste plaats als een recht dat ieder mens ten goede dient te komen, dus niet alleen een economische elite. Zij deinzen er niet voor terug om misbruik van vrijheid in te dammen en pleiten voor een optimale bescherming van de zwakkeren in de samenleving. Vrijheid heeft voor deze partijen dus eerder te maken met mensenrechten dan met economische vrijheid.

Zelfs bij de dierenrechtenbeweging speelt vrijheid een belangrijke rol, namelijk in die zin dat men de vrijheid van de dieren wil vergroten, ook als dit bijvoorbeeld ten koste gaat van de economische vrijheid van veehouders.

Dit roept de vraag op waar de Partij voor de Vrijheid staat wanneer het om vrijheid gaat. 

Een ding is direct duidelijk: de PVV hoort niet in de linkse hoek thuis, dus het is uitgesloten dat het om een libertair socialistische partij gaat. 

(Als je alleen naar de naam kijkt, had dat echt gekund!) 

Verder valt op dat de vrijheid die de PVV voorstaat in ieder geval etnocentrisch gericht is. Men heeft het voortdurend over de belangen van Nederland en Nederlanders. Bijvoorbeeld ten opzichte van Europa, van de Antillen en van landen die willen toetreden tot de Europese Unie. Zo is men tegen liberalisering rond de visumplicht voor landen in de Westelijke Balkan.

Ook lijkt vrijheid voor de PVV slechts selectief te maken te  hebben met mensenrechten. 

Enerzijds lijkt men bijvoorbeeld op te willen komen voor de vrijheid van moslima's, maar 

anderzijds mogen diezelfde moslima's van de PVV geen hoofddoekjes meer dragen bij alle instellingen en verenigingen die subsidie ontvangen. 

Ook wil men een betere verzorging van ouderen, maar oudere moslims dienen zo veel mogelijk gestimuleerd te worden terug te keren naar hun thuisland. Daarbij wil men bovendien de uitkeringen voor mensen in islamitische landen afschaffen. Zo stelde PVV-kamerlid Tony van Dijck:

"Het is onbegrijpelijk dat mensen met behoud van een uitkering een luxueus leven kunnen leiden onder de tropische zon [zij], terwijl wij [*] hier mogen ploeteren om deze uitkering te financieren.” 

[* de 'Hardwerkende Gewone Nederlanders' - Tw]

Wat betreft de vrijheid van meningsuiting is men al even selectief. Geert Wilders dient de vrijheid te hebben de Qur'an te vergelijken met Mein Kampf en respectloos te spreken van een kopvoddentaks, maar Qur'an, nieuwe moskeeën en de (onlangs opgeheven) PNVD dienen volgens de PVV verboden te worden. 

Maar welke soort vrijheid staat dan wel zonder voorbehoud centraal voor de Partij voor de Vrijheid? 

Dat is ongetwijfeld de economische vrijheid. Zo wil men allerlei soorten subsidies afschaffen, uitkeringsgerechtigden dwingen te werken voor hun uitkering, en vooral ook afrekenen met allerlei regels die de economische bedrijvigheid inperken. 

De overheid zou wat de PVV betreft sterk moeten krimpen. Om sociale onrust te beteugelen zal men dan wel afhankelijk zijn van een grotere repressie. Geen kopjes thee meer drinken, geen 'zinloze' dialoog meer, maar desnoods meteen schieten. 

Alles bij elkaar optellend, mogen we concluderen dat de PVV een rechts-libertaire partij is met een sterk repressieve en nationalistische inslag. Repressief, dus vrijheid beperkend of ontnemend. Een van de programmapunten is, naast, uiteraard, strengere straffen ook dat gevangenen hooguit eens per twee weken gelucht mogen worden.  Aldus de Partij van de Vrijheid - kennelijk niet voor allen dus. De verschillende voorstellen ogen meer naar wraak dan naar vrijheid.

In alle hier genoemde voorbeelden zien we dat 

de vrijheid van alleen geldt voor 'de hardwerkende (blanke heteroseksuele) Nederlander' - gevrijwaard van hoofddoekjes - en verder voor niemand, en dat 

de vrijheid tot ook tot deze groep beperkt blijft; Wilders en de zijnen mogen alles zeggen, voor de anderen geldt: geen Qur'ans, geen moskeeën, geen hoofddoekjes, geen cultuur voor 'de elite van de grachtengordel'.
 

Een zeer beperkt begrip 'vrijheid' dus. En dit met een beroep op 'de joods-christelijke basis' van onze samenleving, een enkele maal ook op 'de verlichting', maar dan alleen in zoverre men de ene godsdienst afwijst maar twee andere religies zelfs tot basis verklaart. Religie boven de rede. Geen gelijkheid, geen broederschap, geen tolerantie, geen verzoening, geen vergeving, geen vrijheid.

 Partij van de Vrijheid - hoe verzint men het ... 

Vrijheden en grondrechten kunnen botsen - en dus om een redelijke en afgewogen keuze vragen.

Laten we terugkeren tot de redelijkheid en het werkelijk en oprecht zoeken naar echte vrijheid voor zo veel mogelijk mensen, naar een vrije samenleving, maar zonder in de fout van de predikers in hun kerken of gemeenschappen - dan wel de behandelaars en hun klinieken - te vervallen.

Er dienen zich dan meer kwesties aan waarbij vrijheid niet zo eenvoudig blijkt en waarin grondrechten botsen en dus om een keuze vragen. We bespreken er enkele en houden het nu verder kort.

Holocaust en genocide

In Duitsland (niet in Nederland, al is het hier wel voorgesteld) is het verboden om de Holocaust te ontkennen, althans deze mening te uiten. 
In Turkije is het verboden om de moord op duizenden Armeniërs in 1915 "genocide" te noemen. We kunnen ons voorstellen dat het in Armenië informeel wel verplicht is om dit wel te doen. Lastig als de staat zich gaat opstellen als geschiedkundige en als rechter. Lastig voor de mensen die op de grens wonen: onderweg naar hun buren moeten ze hun mening veranderen. 
Hier bemoeit de staat zich met de vrijheid van meningsvorming, in elk geval beperkt de staat de vrijheid van meningsuiting. Het leidt tot vreemde toestanden als je een grens over gaat. 
De VVD heeft hier in het gebouw van de Tweede Kamer een 'kapelletje' ingericht waarin de vrijheid van meningsuiting volop beoefend mag worden. Het blijft de vraag of je daar ook mag zeggen dat Stalin een goede regeerder was of dat alleen Allah de ware god is. 

Kwetsen, beledigen en haat zaaien

Ajaan Hirshi Ali (toen VVD) eiste de vrijheid op om mensen te kwetsen en te beledigen. Wilders doet in praktijk hetzelfde vrijuit; hij geldt als 'kampioen van het vrije woord', maar wordt daar nu voor vervolgd, althans voor het zaaien van haat. 
Het speelt vooral rond godsdiensten. Het lijkt er op neer te gaan komen dat je wel een godsdienst scherp mag kritiseren, dus de aanhangers ervan mogelijk mag kwetsen en beledigen, zolang je maar niet oproept tot geweld. 
De vrijheid tot kwetsen van de een impliceert dat de ander hier niet van gevrijwaard is: deze moet hier maar tegen kunnen en zelf een antwoord geven. 

De homoseksuele leraar op de orthodox christelijke school

Hier strijden de vrijheid tot (menings)uiting en de vrijheid tot godsdienst en die tot onderwijs. Hier zijn dus de grondwettelijke rechten strijdig, terwijl er geen 'volgorde' van is aangegeven in de grondwet. Uiteindelijk werd bepaald dat een school zich mag beroepen op zijn grondslag en gedrag dat daarmee in strijd is mag weren. 
De leraar mag dus wel in homoseksuele zin voelen en denken, maar zich niet in die zin uiten en er niet openlijk naar handelen. 

'Denkfouten' in de klinieken 

De Glen Mills School zette eenvoudigweg alle grondrechten van de 'studenten' in de ijskast; zij konden deze vrijheden  terugverdienen door (uiterlijk) goed gedrag te vertonen. De school overtrad hiermee de wet. De school wordt nu gesloten. 

De (tbs-)klinieken gaan nog heel wat verder. Hier worden de burgerrechten vergaand ingeperkt. Er is geen vrijheid van contact onderhouden, geen briefgeheim, maar ook geen vrijheid van voelen, fantaseren en denken voor zover dit 'delict-gerelateerd' is. Alle uitingen dienaangaande zijn verboden behalve in therapie-sessies - daar moet het weer. 

Men spreekt er veelvuldig van 'denkfouten', hiermee eigenlijk 'foute gedachten' bedoelend. Men komt de kliniek niet uit, zelfs niet voor een klein begeleid verlofje, zolang men niet hetzelfde denkt als de staf aan de patiënten oplegt. Zegt men inderdaad zo te zijn gaan denken, dan heet het al snel schijnaanpassing: "U zegt dit wel, maar ik voel het niet" - een letterlijk citaat van een 'therapeut', niet al te objectief dus. 

Hier is het niet eens de staat die de vrijheden ontneemt: deze beveelt alleen 'behandeling', waarna een burger, de 'geneesheer-directeur' de burgerlijke vrijheden gaat afnemen, waartegen dus geen beroep mogelijk is. 

Hier zien we dus een duidelijke ontaarding van het model van de leerplicht: ik ontneem u alle vrijheden omdat u (mijns inziens, maar ik ben deskundig) innerlijk al onvrij bent vanwege uw dwangmatig-neurotische of lustvolle drijfveren. Hiervan word u door ons bevrijd, dan kunt u vrij zijn - if ever. Er wordt voortdurend gedreigd met long stay.

De SGP vrouwen

In de SGP meent men op bijbelse gronden dat de vrouw niet aan het passieve kiesrecht mag deelnemen, dus niet gekozen mag worden en dus niet actief de politiek mag bedrijven. Deze mening, althans de uiting ervan in de statuten, is onlangs door de hoogste rechter onrechtmatig genoemd, want strijdig met de grondrechten en het anti-discriminatiebeginsel. 

Heeft de rechter hiermee een volgorde aangebracht in de grondwetsartikelen? Alleen voor deze situatie. Een andere situatie kan tot een andere uitspraak leiden. 
Dit bracht heel wat discussie te weeg: moest men vrouwen bevrijden van iets dat zij zelf niet als onvrijheid zien? Moet of mag de staat zo ver gaan in de bemoeienis met het denken van mensen? 
Het probleem is natuurlijk opgelost als men daar de statuten verandert, waarna zich naar verwachting geen enkele vrouw zal aanmelden. 

De hoofddoekjes

De PVV pruimt ze niet; ze wil ervan gevrijwaard blijven. Men meent zo ook de vrouw te bevrijden van een veronderstelde vorm van onderdrukking - die door verreweg de meeste moslimvrouwen helemaal niet zo ervaren wordt. Zij eisen juist de vrijheid tot het kiezen van hun kleding, al dan niet als een uiting van hun geloof: de  vrijheid de godsdienst en die tot meningsuiting. 

Het vreemde is dat in menig land, Turkije bijvoorbeeld, het hoofddoekje in het openbaar verboden is, terwijl in andere landen, zoals Iran en Saoedi-Arabië, het dragen ervan verplicht is. Pas bij de grens dus even uw kleding aan, dames.

Vrijheid

We zien hier, en in meerdere voorbeelden, dus wat er kan gebeuren als de staat zich te veel bemoeit met de burger. De staat wikt en weegt de verschillende met elkaar strijdige grondrechten en maakt een keuze - uiteraard in naam van de vrijheid. Immers, pas de ware moslim cq seculier of communist is pas echt vrij. De anderen zijn onwetend, dwalend, dus onvrij. Het gevolg: ongerijmdheden en onvrijheid 'in naam der vrijheid'.

Laten we hier vijf mei dus toch maar blijven vieren als Dag van de Vrijheid.

Maar wel in het besef

dat absolute vrijheid voor de een omslaat in onvrijheid van de ander,

dat vrijheid verantwoordelijkheid impliceert en dus altijd aan normen gebonden is,

dat vrijheid gebonden is aan beschaving, geleerd moet worden,

dus een zekere stijl vereist en verdwijnt bij geenstijl,

dat vrijheid geen monisme verdraagt maar pluralisme ofwel diversiteit impliceert,

dat vrijheid verandert in onvrijheid bij monisme en stijlloosheid, maar ook

dat vrijheid verdwijnt waar slechts discipline heerst en

dat vrijheid pas mogelijk is bij de gratie van zelfdiscipline.

Vorige Start Omhoog Volgende