Start Omhoog

Citaten uit

Een paar weken Parijs mag niemand fataal worden

Frank van Haren, asieladvocaat in Amsterdam,
Trouw Podium 9 oktober 2008

[...]

Niet alle vreemdelingen vallen onder het generaal pardon van het huidige kabinet. Ongeveer 2500 mensen lopen een verblijfsvergunning mis, omdat zij in de periode 1 april 2001 tot 14 december 2006 op enig moment buiten Nederland hebben verbleven.

Naar mijn mening moet de regel van verblijf buiten Nederland ter discussie worden gesteld.

Kort na de oorlog vielen binnengrenzen voor Nederlanders (en Belgen en Luxemburgers) weg door de oprichting van de Benelux en al 23 jaar bestaat alweer het Akkoord van Schengen, dat voor de burgers van nog veel meer Europese landen de binnengrenzen deed verdwijnen.

De achttien jaar oude Verordening van Dublin houdt het eerst ontvangende land in Europa blijvend verantwoordelijk voor de asielzoeker van buiten de EU. Tegen de achtergrond van de Benelux en Schengen voert de Verordening van Dublin de binnengrenzen dus weer in, maar dan alleen voor asielzoekers. Fysiek zijn de grenzen voor hen net zo open als voor iedereen, de grenzen bestaan alleen in deze verordening.

[...]

De uitsluiting van deze mensen van de pardonregeling is strijdig met de ratio van de Verordening. De meeste Kamerleden realiseren zich dat wel, maar zij zagen zich bij de debatten over de pardonreling begin 2007 geconfronteerd met de prognose van Kamerleden als Rutte, Verdonk en Wilders. Duizenden vreemdelingen zouden in de Europese hoofdsteden klaar staan om naar Nederland te komen.

[...]

Het is [... inmiddels] duidelijk dat er geen duizenden vreemdelingen met Nederlandse procedurenummers van vóór 1 april 2001 in de Europese hoofdsteden in de startblokken staan voor een run op de pardonregeling. Er is met andere woorden alle reden en ruimte, om de zogeheten Dublin-claimanten tot de pardonregeling toe te laten.

Cliënten van mij hebben de pardonvergunning gekregen na meer dan twintig jaar onafgebroken verblijf in Nederland. Hun in Nederland geboren en getogen oudste zoon was al achttien jaar oud, toen de vergunning werd verleend.

Is een verblijf van enkele weken in Parijs en zelfs een daar in wanhoop ingediend asielverzoek een achtergrond, waarmee een vreemdeling zich wezenlijk onderscheidt van lotgenoten die ononderbroken zonder verblijfspapieren in Nederland hebben geleefd?

Ik denk dat zo een verblijf buiten Nederland, inclusief een asielaanvraag in dat andere land, tegen de achtergrond van de pardonregeling als geheel, niet zó zeer als onderscheidend kan worden aangemerkt, dat een verschillende behandeling in de zin van artikel 1 van de Grondwet is toegestaan.

Deze gevallen blijven door al die jaren van lijden heen gelijk [...]. Dan moeten ze dus ook gelijk behandeld worden.

Start Omhoog