Start Omhoog

  

Vechten tegen de bierkaai: alcoholgebruik onder jongeren

 Tegenwicht essay # 43

Volgens schattingen hebben ongeveer 55 miljoen Europeanen een drankprobleem. Bovendien is het aantal jongeren dat alcohol drinkt de laatste jaren  toegenomen. Meisjes zijn wat dit betreft bezig met een inhaalslag ten opzichte van jongens. 

Volgens het ministerie van VWS had in 2003 68 procent van de twaalfjarige meisjes al alcohol gedronken, tegen 33 procent in 1992. Bij jongens steeg dat percentage van 50 naar 75 procent 
(Guus Valk, Kater na jaren alcoholvoorlichting bij jongeren, NRC , 10-8-2005).

Steeds meer jongeren gaan bovendien vanaf een jaar of 14 eerst 'indrinken' voordat ze uit gaan.

In 2006 meldde het Trimbos Instituut dat Nederlandse jongeren de grootste innemers van Europa zijn.

Volgens het ministerie van Volkgezondheid drinkt zeven van de tien Nederlandse kinderen op of voor het twaalfde jaar een eerste glas alcohol. Een derde van de vijftienjarigen is maandelijks een keer dronken [*]. Het gaat hierbij om kinderen uit alle milieus en om zowel autochtone als allochtone kinderen.

[* Denken over drank, Commentaar, NRC, 13-8-2005]

Jongere kinderen van twaalf en dertien jaar drinken ook vaker en meer sterke drank en belanden ook vaker in het ziekenhuis met een alcoholvergiftiging 
(Esther Rosenberg, 'Het is wachten op het eerste dode kind', NRC, 21-9-2006).

Fleur Jurgens signaleert: 

“Op de basisschool wordt alcohol genuttigd. In de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs is één op de twaalf kinderen ooit dronken geweest. En tegen de tijd dat ze 15 jaar zijn, is dat percentage gestegen naar twee derde.” 
(Fleur Jurgens, Drankorgeltjes, HP De Tijd, 14-4-2006).

Risico's van alcoholgebruik onder jongeren

Andréa Toeter, programmaleider preventie bij Psychomedisch Centrum Parnassia in Den Haag stelt dat de risico's van alcohol voor kinderen vaak worden onderschat. 

“We weten nu dat het beter is als kinderen tot zestien jaar helemaal niet drinken.”

Alcohol remt de groei van de hersenen, vergroot de kans op verslaving op latere leeftijd en verstoort de hormoonhuishouding. 
(Sacha Wamsteker, Kinderen moeten alcohol zeker tot hun zestiende verjaardag laten staan, Trouw, 22-11-2006).

Kinderarts Nico van der Lelij: 

“Ik ben zeer bang voor hersenschade. Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs dat alcoholgebruik op vroege leeftijd, ver voor de volwassenheid, leidt tot leer- en geheugenproblemen. Dat is ook logisch, de hersenen van een kind zijn nog niet volgroeid, het zenuwstelsel is nog niet rijp. Als je je hersenen marineert in alcohol ontstaat er schade.”
(Joop Bouma, Kinderen vergiftigen zichzelf, Trouw, 28-10-2006). 

Fleur Jurgens biedt een overzichtje van de gevolgen van alcoholmisbruik: 

“Behalve de bekende korte-termijnrisico's als 

afnemend reactievermogen in het verkeer, 

agressie in het uitgaansleven, 

ongeremdheid in seksueel gedrag en natuurlijk 

de kater, 

krijgt de wetenschap steeds meer zicht op de langetermijneffecten van drank bij kinderen en jongeren.”

“Sinds een paar jaar is bekend dat de hersenen van pubers nog volop in ontwikkeling zijn. In die leeftijdsfase (tussen 12 en 18 jaar) gaat het voorste deel van de hersenen 'rijpen'. De frontale hersenschors is verantwoordelijk voor iemands persoonlijkheid. Alcohol kan dat rijpingsproces volledig in de war schoppen.”
 

“Uit verschillende onderzoeken blijkt dat drankgebruik in de adolescentie een gevoeligheid voor alle soorten middelenverslaving veroorzaakt, dus ook voor tabak en drugs. Die verslavingsgevoeligheid gaat nooit meer over. Van de jongeren die voor hun 13e beginnen met drinken is veertig procent op een bepaald moment in hun leven alcoholverslaafd.”
 

“Bovendien hebben drinkende pubers minder doorzettingsvermogen en meer moeite met het reguleren van hun emoties dan leeftijdsgenootjes die niet drinken. Tieners die overmatig alcohol gebruiken, kampen daardoor met leerproblemen. Dat komt doordat het deel van de hersenen dat belangrijk is voor het geheugen, krimpt als gevolg van langdurig overmatig alcoholgebruik. Slechte prestaties op school zijn een eerste symptoom, maar een stijging van het aantal mensen met persoonlijkheidsstoornissen en het aantal jonge korsakov-patiënten is het langetermijneffect.”
 

“Over twintig jaar eindigt een groot deel van de huidige lurk-generatie als chronische consumenten van de gezondheidszorg. Alle onmatige drinkers hebben een verhoogde kans op levercirrose, schade aan de maagwand, hartinfarcten, aantasting van het zenuwstelsel, impotentie en een verhoogde kans op slokdarm- en borstkanker.”
 

“Kinderen die drinken, zijn op termijn voor al deze klachten gevoeliger, simpelweg omdat ze een veel kleiner lichaam hebben en daardoor minder vocht waarover de alcohol zich kan verdelen.”
(Fleur Jurgens, Drankorgeltjes, HP De Tijd, 14 april 2006).

Wat doe je eraan?

De meest radicale oplossing voor alcoholmisbruik onder jongeren is onder meer voorgesteld door minister Hans Hoogervorst. Hij wilde een verbod voor alle jongeren tot 18 jaar om alcohol te drinken. Dit betekent in feite dat je alcohol helemaal taboe verklaart voor jongeren en iedereen over één kam scheert. Slechts een minderheid van de Nederlandse politici is dan ook voor een algemeen alcoholverbod voor jongeren tot de achttien. 

Wil dit dan zeggen dat je helemaal geen leeftijdsgrens rond drank mag hanteren? Daar lijkt alcohol weer te riskant voor. Anders dan bijvoorbeeld bij zoenen, voelen jongeren vaak niet goed aan waar hun eigen grens zou moeten liggen. Om die reden bestaat er een grote consensus dat de huidige leeftijdsgrens van 16 jaar bij de verkoop van alcohol aan jongeren gehandhaafd moet blijven. 

Van die handhaving is op dit moment ook echt nog veel te weinig sprake. Microbioloog Pieter ter Steeg pleitte daarom onlangs in Trouw voor het scannen van ID-kaarten bij het kopen van drank 
(Breezers zijn drugs, verbied ze, Trouw, 23-9-2006). 

Dat zoiets nodig kan zijn, blijkt uit een proef van de Universiteit van Twente. Twee weken lang trokken 15-jarige jongeren langs tientallen sportkantines, café's, disco's en supermarkten in het zuidoosten van Brabant. Ze probeerden daar drank te kopen en in negen van de tien gevallen kregen ze dat ook, terwijl men slechts zelden naar hun leeftijd vroeg. Deze proef vormt het begin van een groot alcoholproject onder 21 gemeenten in de regio Eindhoven die alcoholmisbruik onder jongeren willen aanpakken.

Ook scholen kunnen trachten om het gebruik van alcohol op schoolfeesten te beperken, bijvoorbeeld door wat minder drank te schenken. Uit het onderzoek “Drinken op school” van de Stichting Alcoholpreventie (Stap) blijkt dat momenteel één op de de drie bezoekers van een schoolfeest aangeschoten of dronken naar huis gaat 
(Marlise Hamaker, De meeste scholen schenken alcohol op schoolfeesten, Trouw, 29-9-2005).

Nu is het verbieden van de verkoop aan drank aan jongeren onder de 16 niet hetzelfde als het verbieden van elk drankgebruik van die groep in kwestie. Een algeheel verbod op het drinken van jongeren is waarschijnlijk niet alleen zeer moeilijk te realiseren, maar het ligt ook niet erg voor de hand dat zo'n verbod veel uithaalt. Veel tieners vertonen immers de behoefte om grenzen te verkennen en te experimenteren en een volledig verbod maakt alcohol in hun ogen alleen maar des te aantrekkelijker [*]. Door alcohol te verbieden schep je een ondergronds circuit van illegaal drinkende jongeren die zich aan controle onttrekken. 

[* Sacha Wamsteker, Kinderen moeten alcohol zeker tot hun zestiende verjaardag laten staan, Trouw, 22-11-2006]

En voorlichting dan?

Sommigen zullen zich afvragen of een streng alcoholbeleid gericht op het terugdringen van drankconsumptie van jongeren wel noodzakelijk is. Als je de voorlichting rond alcohol maar indringend genoeg maakt, zullen jongeren van zelf wel voorzichtiger worden en minder gaan drinken. Helaas blijkt deze redenering in de praktijk niet te kloppen. Jongeren zijn natuurlijk zeker in staat om de boodschap van allerlei publiciteitscampagnes rond alcohol op te pikken, maar ze doen er alleen weinig mee. 

Martijn Planken, coördinator van jongeren van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie, NIGZ, stelt in dit verband: 

“Dat heeft verschillende oorzaken. Alcohol is makkelijk beschikbaar, jongeren hebben steeds meer geld en de sociale druk om mee te drinken met de groep is vaak te sterk.”

De mensen achter de campagnes geloven inmiddels zelf ook al niet meer dat overheidsvoorlichting het gedrag van jongeren daadwerkelijk beïnvloedt [*]. Het NIGZ erkent dat 

''voorlichting op zichzelf jongeren niet minder laat drinken.” [**]

[* Denken over drank, Commentaar, NRC, 13-8-2005]
[** Guus Valk, Actie tegen drank werkt niet bij jeugd, NRC, 10-8-2005]

De ouders voorlichten

Belangrijker dan de directe voorlichting van jongeren, lijkt het voorlichten van ouders. Doordat zij doordrongen worden van risico's kunnen ze vanuit hun opvoedkundige meer verantwoorde grenzen stellen. Ouders blijken nu nog vaak te weinig af te weten van de problemen waar alcoholmisbruik aanleiding toe kan geven. Het is daarom van belang als de overheid een speerpunt maakt van goede en doeltreffende informatievoorziening gericht op ouders en verzorgers.

Volgens onderzoek van Rutger Engels van de Radboud Universiteit Nijmegen onder 10.000 jongeren blijkt dat de invloed van ouders op het alcoholgebruik van hun kinderen veel langer doorwerkt dan ze zelf vaak denken.

“Iedereen kan het met gezond verstand beredeneren: ouders creëren de normatieve context. Als zij thuis alcohol niet propageren, is de kans kleiner dat hun kinderen de normen van hun omgeving overnemen en onder invloed raken van 'foute vrienden'. Engels: “Uit verschillende studies blijkt dat kinderen hun vriendjes selecteren op basis van norm die ze van huis uit meekrijgen.” 
(Fleur Jurgens. Drankorgeltjes, HP De Tijd, 14 april 2006).

Alcoholconsumptie minder faciliteren 

Misschien wel de effectiefste manier om alcoholconsumptie terug te dringen is het verhogen van de accijnzen op drank. Zeker jongeren met hun beperkte budget zullen minder alcohol kopen naarmate het duurder wordt. In de woorden van Maarten Huygen: 

“Alleen accijns kan op tegen hogere zakgelden en het treft nauwelijks de matige drinker. Jongeren hoeven niet te worden gecontroleerd als slemppartijen te duur worden.” 
(Maarten Huygen, Alleen een hogere accijns helpt tegen dronkenschap, NRC, 21-1-2006).

Minister Hoogervorst wilde daarom in 2005 de breezers, zoete alcoholhoudende dranken die vooral onder jongere tieners en meisjes populair zijn, met zestig cent per flesje belasten, en de bieraccijns met ruim 20 procent verhogen 
( Denken over drank, Commentaar, NRC, 13-8-2005).

Ook in andere opzichten kan men de manier om aan alcohol te komen bemoeilijken, bijvoorbeeld door het verbieden van het verkopen van zogeheten breezers in supermarkten. 

Nog een manier manier is het ontmoedigen van alcoholreclame. Maarten Huygen schrijft hierover: 

“Vrijwel overal in Europa zijn tv-reclames voor drank tussen vijf en negen 's avonds verboden, behalve in Nederland. Dat is het resultaat van de door de machtige Nederlandse dranklobby zo vurig bepleite zelfregulering.” 
(Maarten Huygens, Alleen een hogere accijns helpt tegen dronkenschap, NRC, 21-1-2006).

Jeroen Dijsselbloem en Anja Timmer van de PvdA vinden dat er als de zelfregulering geen effect sorteert, een algeheel verbod op alcoholreclames op televisie moet komen. 

Wat zit er eigenlijk achter?

Deskundigen lijken het erover eens dat men het de jongeren zelf nauwelijks kan aanrekenen dat ze een drankprobleem hebben. Het achterliggende probleem is volgens hen een gebrekkige opvoeding. 

Zo stelt kinderarts Nico van der Lelij, verbonden aan Ziekenhuis Reinier de Graaf Groep in Delft en initiatiefnemer van een speciale polikliniek voor jongeren met drankproblemen: 

 

Tips en adviezen voor bezorgde ouders

Uit: Sacha Wamsteker, Kinderen moeten alcohol zeker tot hun zestiende verjaardag laten staan, Trouw, 22-11-2006

1. Informatie: 
Zorg dat je weet waar je over praat. Zoek uit wat er te koop is, waar het te koop is en hoeveel alcohol er in zit. Zolang je kind meer weet dan jij, sta je niet sterk wanneer je wilt uitleggen waarom het iets beter kan laten. Kijk op internet. Drink zelf eens een breezer. Probeer erachter te komen wat andere kinderen wel of niet mogen. Vertel je kind over de effecten van alcohol en waar het in zit.

2. Communicatie: 
Blijf met je kind in gesprek. Praat over het gebruik op school, hoe het gaat op feestjes. Stimuleer de meningsvorming. Wanneer een vriend of vriendin een keer stomdronken van de fiets is gevallen, vraag wat je kind daarvan vindt. Kijk samen naar de nadelen, maar vooral ook naar de voordelen van alcohol, zowel voor jezelf als voor je kind. Stel open, informatieve vragen die interesse tonen („Hoe was je feestje?”). Suggestieve of beschuldigende vragen („Je hebt gisteravond zeker weer gedronken, hè?”) werken averechts.

3. Leefwereld: 
Besef dat jouw leefwereld heel anders is dan die van je kind. Als ouder kijk je meer naar de toekomst en mogelijke gezondheidseffecten, een puber leeft nu en heeft andere prioriteiten. Verplaats je in de beleveningswereld van je kind, dan kun je het beter bereiken. Reken bijvoorbeeld uit wat je kunt doen voor het geld dat een paar breezers kosten.

4. Weerbaarheid: 
Vind uit hoe assertief je kind is. Hoe weerbaarder het is, des te makkelijker zal het alcohol kunnen weigeren. Om die weerbaarheid te vergroten, kun je thuis ’droogoefenen’. Boots risicovolle situaties na, zoals de sportkantine of een feestje. Als een kind al op jonge leeftijd leert ’nee’ te zeggen, zal het steeds makkelijker worden.

5. Grenzen: 
Nee is nee. Kinderen tussen twaalf en zestien houden zich over het algemeen prima aan de gestelde regels. Het geeft ze houvast tegenover anderen. Leg wel uit waarom iets niet mag. Maak duidelijke afspraken en beloon je kind als het zich daaraan houdt, complimenteer het.

6. Liefde: 
Durf tegen je kind te zeggen dat je van hem of haar houdt. Veel ouders vergeten het. Misschien krijgt je puber een rood hoofd, maar toch is het fijn. Je vergroot het zelfvertrouwen en daarmee ook de weerbaarheid van je kind.

7. Voorbeeld: 
Ga zelf verantwoord met alcohol om. Dat betekent niet dat je stiekem moet gaan drinken. Het betekent wel: niet drinken als je gaat sporten, autorijden of werken. Probeer de vanzelfsprekendheid van alcohol los te laten. Al vanaf jonge leeftijd wordt een kind zich bewust van de fles wijn die altijd op tafel staat. Laat zien dat je ook eens fris of water kunt drinken.

8. Eerlijkheid: 
Laat zien dat je ook maar een mens bent. Vertel je kind over je fouten en wat je er van geleerd hebt. Als je kind een keer dronken thuiskomt, straf hem of haar dan niet of in ieder geval niet te zwaar. Ook je kind heeft het recht om fouten te maken.

9. Toezicht: 
Leer de vrienden van je kind kennen. Geef niet te veel kritiek. Zorg dat je weet waar je kind uithangt als het niet thuis is. Als het per se wat wil drinken, laat het dat dan als eerste thuis doen. Zie je kind thuiskomen als het naar een feestje geweest is. Totdat je kind begint te muiten, kun je ook afspreken om het te brengen en te halen.

10. Persoonlijkheid: 
Ken je kind. De effectiviteit van de bovenstaande adviezen hangt af van de persoonlijkheid van je kind. Pas je strategie aan.

“Ik zie dat kinderen van die leeftijd [onder de zestien] door hun ouders als volwassenen worden behandeld en dat ze zichzelf als volwassenen zien. Niemand realiseert zich meer dat het kinderen zijn. En niemand zegt tegen een 'volwassene' dat iets niet mag.” 
(Esther Rosenberg, 'Het is wachten op het eerste dode kind', NRC, 21-9-2006). 

Fleur Jurgens: 

“Voor jongeren zelf telt vooral de 'fun', een gevoel van vrijheid en ongeremdheid. Drank is hèt sociale smeermiddel.” 
(Drankorgeltjes, HP De Tijd, 14-4-2006).

Wat mankeert er dan?

Gebruik van drank en andere drugs dient niet alleen voor het genoegen, maar vaak ook om problemen 'weg te drinken' - waarna ze niet opgelost blijken te zijn maar eerder erger geworden zijn. Opnieuw drinken of blowen zet een gevaarlijke vicieuze cirkel in werking. Wat is er dus nodig?

Zelfbeheersing en uitstel van behoeftebevrediging leren, 

tegen frustraties leren kunnen, 

leren je in te spannen, moeite te doen, 

problemen onder ogen leren zien en echt gaan oplossen, dus...

niet altijd je zin krijgen, maar ook: 

echt zelf iemand worden, identiteit ontwikkelen, dus 

zelf eigen keuzes kunnen maken, 

tegen groepsdwang in kunnen gaan, dus 

leren niet afhankelijk te zijn van een groepsidentiteit. 

Waar we willen naartoe?

Er is, samengevat, een aanzienlijk alcoholprobleem onder Nederlandse jongeren, maar het is een probleem dat men niet zomaar eenzijdig kan oplossen met repressie. Jongeren zullen waarschijnlijk altijd alcohol blijven drinken, in elk geval wel zolang dat voor volwassenen ook niet verboden is.

We moeten dus niet naar een simplistische drooglegging voor minderjarigen, maar naar een maatschappij waarin verstandige matigheid de maatschappelijk norm wordt voor alle generaties. 
Bijna te cool dus om er niet aan mee te doen.

Bronnen & Lees meer

Start Omhoog