Start Omhoog

Ruzie rond bisschop gaat justitie niet aan

Door Gijs Schreuders, Wegener Dagbladen, 1 september 1999

De opvattingen van de aankomende bisschop van Groningen de W. Eijk zijn v๓๓r alles een zaak van de rooms-katholieke kerk. De aan Eijk toegeschreven mening over homoseksuelen en over de doodstraf plaatst hem wel in een duister uithoekje van de samenleving en een buitenstaander kan zich afvragen waar de Kerk toch telkens weer mensen vandaan weet te halen die zo ver afstaan van de algemeen aanvaarde maatschappelijke waarden en normen in Nederland. Maar dit gezegd zijnde is het de vraag of de overheid, in de gedaante van het Openbaar Ministerie, daar iets mee te maken heeft.

Wij kennen in Nederland het principe van de scheiding van kerk en staat en de vrijheid van geloof en belijdenis. Als justitie zich mengt in de benoeming van een kerkelijke functionaris wegens diens opvattingen, moet er dus heel wat aan de hand zijn. Hert Openbaar Ministerie in Groningen heeft meegedeeld een ori๋nterend onderzoek in te stellen naar d anti-homo-uitlatingen van Eijk. Wordt hij dus verdacht van een strafbaar feit? nee, het OM heeft naar eigen zeggen onvoldoende reden om direct een vervolging in te stellen. Niettemin plaatst het OM Eijk daardoor publiekelijk in de verdachtenbank.

Daarmee had justitie moeten wachten. hert is denkbaar dat het nu geopende onderzoek alsnog tot de verdenking leidt dat Eijk zich schuldig heeft gemaakt aan belediging van een bevolkingsgroep. Maar pas dan het het OM naar buiten horen te treden. Nu lijkt Justitie zich te mengen in wat toch vooral een intern katholiek conflict is.

Pastor H. Verbeek en kerkhistoricus T. van Schaik vinden Eijk wegens diens mening over homoseksuelen onaanvaardbaar als bisschop. Verbeek, zelf homoseksueel, heeft opgeroepen tot een strafvervolging wegens discriminatie, echter zonder aangifte te doen. Weliswaar kan Justitie ook zonder aangifte tot strafvervolging overgaan, maar dan moeten er toch op zijn minst aanwijzingen zijn voor een gepleegd delict. Volgens een collegedictaat in het bezit van kerkhistoricus Van Schaik, heeft de Eijk op de priesteropleiding Rolduc in Roermond beweerd dat homoseksuelen geen liefdesrelatie hebben en dat homoseksualiteit een neurotische ontwikkelingsstoornis is.

De felle afwijzing van homoseksualiteit door onthodox-gelovigen kan hen in aanraking brengen met artikel 137c van het Wetboek van strafrecht. Dat stelt maximaal een jaar gevangenisstraf of tienduizend gulden boete op het opzettelijk in het openbaar beledigen van een groep mensen wegens (onder andere) hun hetero- of homoseksuele gerichtheid. In juni werd het Tweede-kamerlid L. van Dijke (RPF) in hoger beroep van dit delict vrijgesproken. Eerder was hij door de rechtbank tot een geldboete veroordeeld omdat hij in een vraaggesprek met nieuwe Revu praktiserende homoseksuelen op ้้n lijn had gesteld met dieven en andere zondaars. Volgens het Haagse Gerechtshof baseerde het Kamerlid zich op zijn geloofsovertuiging en was hij daarom niet strafbaar.

Hetzelfde kan ongetwijfeld van Eijk worden gezegd. Dit betekent natuurlijk niet dat iedereen maar naar hartelust mag beledigen en discrimineren met een beroep op zijn geloof, maar er moet niet te snel naar het strafrecht worden gegrepen. Onder Gods kinderen kunnen nu eenmaal (om met chansonnier Jaap Fischer te spreken) rare peren zijn.

Uitingen van homohaat zijn en blijven strafbaar. Maar eerst moet worden gekeken naar de formulering en de aard van de omstreden uitspraken. Er kunnen al dan niet grievende bewoordingen zijn gebruikt. Verder is de strekking van belang, waarbij het vooral gaat om de vraag of er bewijsbaar opzet aanwezig is om mensen wegens hun seksuele voorkeur te kwetsen. Ook speelt de context waarin iets gezegd is een rol. Achter de muren van Rolduc en in het kader van een visie op de kerkleer kan een r.k. functionaris zich meer veroorloven dan in een andere context aanvaarbaar zou zijn.

Voor Justitie is niet interessant of de aanstaande bisschop er bekrompen en intolerante opvattingen op nahoudt, tenzij er een dwingende noodzaak is voor een strafrechterlijke reactie. Die noodzaak is in dit geval niet te zien. Het Openbaar Ministerie is geen inquisitie die gewetensonderzoek doet. Als zo'n gewetensonderzoek al wenselijk is, dan moet dat in rooms-katholieke kring plaatsvinden.

 

Start Omhoog