Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English

Tegenwicht Opiniestuk # 40

Een kleine seksuologie

of

In het huis van mijn Vader zijn vele woningen

Opiniestuk nummer 40

Wel een beetje een jubileumnummer en daarom een beetje 'apart'; het gaat ook over 'apart'. 

Dr Frits Bernard schreef heel trouw een stukje in het blad "Info" van de RVSH, de Rotterdamse Vereniging voor Seksuele Hervorming, de plaatselijke variant van de landelijke NVSH. Over varianten gaan ook zijn stukjes, die we hier integraal herpubliceren. Wie immers las de Info, en zo ja, wie heeft ze allemaal bewaard? 

- - - - -

In memoriam

Dr Frits Bernard

Op 23 mei 2006 is onverwachts na een kort ziekbed 
Frits Bernard overleden.
Hij laat een enorm aantal geschriften na.

Hij ruste in vrede

In memoriam: Dr Frits Bernard
28 augustus 1920 - 23 mei 2006
Een geleerd, actief, wijs en beminnelijk mens is plotseling van ons heengegaan 
en naar wens in stilte in familiekring gecremeerd.

- - - - -

Deze inleiding is geschreven door Tegenwicht, dat werkt als een schrijverscollectief; de onderliggende stukken zijn allemaal van Dr Frits Bernard. Toegevoegd zijn een recent interview en een recent artikel van zijn hand. Als actueel contrast bespreken we tenslotte een recent artikel over de erfenis van de seksuele revolutie. 

In het huis van mijn Vader zijn vele woningen

Dit evangeliewoord (Joh. 14-12) wordt alom opgevat als een aanduiding van de ruimte die het goddelijke biedt aan het menselijke in alle varianten: in de context van het Evangelie zijn dit niet alleen de Joden, maar alle volken, en niet alleen de brave Joden maar ook de tollenaars, zondaars, overspeligen en zelfs verdachte vrouwen. 

De mensheid is minder ruimhartig. 

Wie maar een beetje afwijkt van de op dat moment in die cultuur gangbare politiek correcte modellen heeft het moeilijk. Zeker geldt dit in sexualibus. 

Politiek
Er zijn staten die hun wetten tot in de echtelijke slaapkamer laten doordringen die die alleen 'de missionarishouding' toestaan. Vrijwel alle staten hebben wetten die de seksualiteit van hun inwoners willen reguleren. 
 

Kerken
Vrijwel geen religie of kerk heeft veel op met seksualiteit. Het Hindoeïsme en het Boeddhisme zijn hier de uitzonderingen. Dit zijn ook geen 'kerken' met een machtsstructuur. Voor de kerken geldt meestal: goed, ja, voortplanting is OK, als dat dan zo nodig moet, maar daar moet het dan ook wel bij blijven. 
Het is welhaast onbegrijpelijk dat juist in kerken en religies seksualiteit zozeer gezien wordt als noodzakelijk kwaad, in plaats van als een wonder Gods dat zelfs scheppingskracht heeft en mensen in liefde kan verenigen. 
Pas als je de macht die kerken nastreven in de beschouwing betrekt, wordt de zo sterke indamming van de menselijke seksualiteit een heel klein beetje begrijpelijk.
 

Het schoolplein
Een van de meest strenge plaatsen in onze maatschappij. Er gelden zeer strenge wetten met akelige sancties. Enerzijds moet je 'met iemand gaan' of minstens 'met iemand iets hebben', maar oh wee als dit iemand van het eigen geslacht is, dan ben je een flikker of een faggot. De grootste vrees van scholieren is daarvoor aangezien te worden, getuigen vele uitspraken en realistische romans. 
 

Psychiatrie, psychologie, artsen, hulpverlening 
Hier wordt in overheersende mate gedacht in het model of stramien van "normaal" tegenover "afwijkend". Het 'normale' is de norm, het 'afwijkende' wordt bijna bij voorbaat als ziekte of stoornis gezien waar men maar van af geholpen moet worden. Het statistisch normale wordt gezien als 'gezond', het statistisch afwijkende als 'ongezond'. 
Alleen homoseksualiteit is deze dans althans in een deel van althans onze samenleving gaandeweg althans enigszins ontsprongen. 

Parafilie en DSM

'Parafilie' staat voor 'houden van het afwijkende'. Hiermee is heel wat geworsteld. 

"DSM" staat voor Diagnostic Statistical Manual, ofwel 'Diagnostisch Statistisch Handboek', het gezaghebbende handboek in de psychologie en psychiatrie. Alleen het woord Statistical in de titel verraadt al iets van het model daarachter: wat statistisch afwijkend is kon ook wel eens psychisch afwijkend en 'dus' psychisch ongezond zijn, dus behandeling behoeven. 

In dit handboek komen de parafilieën dan ook ruim aan bod. Ze worden als volgt omschreven (Vertaling van de Engelse tekst en accentuering van Tegenwicht). 

Parafilieën worden gekenmerkt door telkens terugkerende, intense seksuele verlangens, fantasieën of gedrag 

die ongebruikelijke objecten, activiteiten of situaties betreffen 

en die klinisch significante onvrede veroorzaken, 

of het functioneren aantasten in het sociale, beroepsmatige of anderszins belangrijk gebied. 

Genoemd worden:

Exhibitionisme, fetisjisme, frotteurisme, pedofilie, seksueel masochisme, seksueel sadisme, transvestief fetisjisme, voyeurisme en 'niet anders omschreven parafilie'. 

Vervolgens worden er per parafilie diagnostische criteria aangegeven volgens welke men kan bepalen of iets al dan niet een stoornis is. Bijvoorbeeld:

Voor de diagnose 'pedofiele parafilie' [als stoornis] dient men de laatste zes maanden dergelijke terugkerende en intense verlangens of fantasieën gehad te hebben, of zulke daden te hebben gepleegd, of er onvrede mee te hebben. [*] Bovendien moet er sprake zijn van (fantasieën over) prepuberale kinderen en moet er een leeftijdsverschil van vijf jaar zijn. Adolescenten die seksuele relaties aangaan met twaalf- of dertienjarige kinderen rekent men niet als gestoord. 

[*] Deze laatste eis wordt in de toelichting weer weg geschrapt: "Het is van belang te begrijpen dat het ervaren van onvrede over de fantasieën of gedragingen niet noodzakelijk is voor de diagnose 'pedofilie'. Personen die op pedofiele prikkels met opwinding reageren en die handelen naar deze fantasieën of hier bij een kind op aandringen, komen in aanmerking voor de diagnose 'pedofilie'. 

Er vond uitvoerige discussie plaats over deze parafilieën - en terecht. 

Archives of Sexual Behavior van december 2002 geeft zo'n discussie weer, en, recenter, Moser & Kleinpatz 2003

Zo kan men opmerken dat er een inconsequentie zit in het "en" (onvrede ermee hebben) in de omschrijving van parafilieën in het algemeen en het "of" (onvrede ermee hebben) in de omschrijving van pedofiele parafilie, welk criterium in de toelichting weer wordt geschrapt. Blijft over dat er wel daden nodig zijn voor een diagnose; alleen verlangens en fantasieën hebben geldt niet als stoornis zolang men er niet mee doet. Dit laatste wordt in de huidige praktijk van diagnose en behandeling - en in de publieke opinie - veelal niet gezien, wellicht helemaal niet geweten. 

Bij diagnostiek moet men erop letten niet alleen in strakke morele termen denken door hetgeen statistisch afwijkend dan wel politiek incorrect is meteen voor ziek te verklaren. Beter kan men ook eens de filosofie raadplegen hoe te denken over varianten in het menselijk doen en laten. Juist de meest aparte en eigenwijze filosofen en levensleraren hebben de beste bijdragen geleverd. Denk maar aan Socrates die veroordeeld werd vanwege zijn denkbeelden, aan Jezus Christus, en vele anderen. 

Moraal en wetenschap 

Hierover schreven wij al in de opiniestukken # 12, Moraal en Wetenschap en # 33 met de paragraaf over Politiek, moraal en wetenschap

Kortweg gezegd moet men drie discoursen goed uit elkaar houden, want elk van hen heeft eigen regels om de waarheid te toetsen, elk heeft zijn eigen uitdrukkingsvormen, vragen, werkwijzen en resultaten:

De wetenschap volgt de empirisch-theoretische discours en de regels daarvan, vooral die van de objectiviteit;

Gemeenschappen van mensen voeren de praktische discours die gaat over normatieve uitspraken; 

Therapeuten en vele anderen voeren de therapeutische discours, waar waarachtigheid het voornaamste criterium van is. 

Allen voeren de basale discours,  waarin helderheid van uitspraken het centrale criterium is. 

(Zie De paragraaf De Discours in Opiniestuk # 12, het schema: Geldigheid van uitspraken in de discours en de toelichting daarbij.)

Men moet dus niet als empirisch wetenschapper politieke en normerende uitspraken willen doen; men moet niet als politicus willen bepalen hoe de zaken objectief in elkaar steken. Evenmin moet men zich als therapeut of hulpverlener al te zeer als machthebbend normsteller opstellen. Echter, juist in de seksuologie, een vak vol emoties en normen en waarden, zien we deze discoursen lelijk door elkaar heen lopen. 

Seksuologie

In principe is seksuologie een wetenschap die het seksuele aspect van de mens niet in morele dwangbuizen giet, maar objectief en neutraal beschrijft. Dit zou zij als wetenschap in elk geval moeten doen en veelal gebeurt dit ook zo. Niet echter alle seksuologen kunnen de verleiding weerstaan zich ook op het pad van de morele en politieke discoursen te begeven. Vooral als zij ook aan behandeling doen neigen zij er toch sterk toe hun cliënten naar het juiste en politiek correcte pad terug te voeren. 

Er zijn nog maar weinig Nederlandse seksuologen, nu er net een aantal grijze eminenties met pensioen is gegaan en niet is opgevolgd. Wie er nog wel zijn neigen sterk naar de medische kant van het vak en zij neigen er al evenzeer toe hun cliënten op het juiste pad terug te brengen ofwel te normaliseren.

Een kleine seksuologie

Wat Dr Frits Bernard hier nu presenteert is een enorme rij varianten op seksueel gebied. Daarnaast zijn er stukken over de geschiedenis van de seksuologie, de NVSH, en zo meer. Geen van die varianten presenteert hij als stoornis. Hij beschrijft ze alleen. Hij blijft in de objectieve discours en laat de morele en politieke discours aan de lezer en anderen over. Daarom is een dergelijke rij varianten juist in onze tijd het behouden waard.

Tegenwicht presenteert ze gaarne als correctie op het hedendaagse denken en doen of laten, dat de objectieve, de morele en de praktische discoursen door elkaar haalt en dat te sterk gericht is op normaliseren van mensen in een doorgaans erg enge visie op wat normaal, gezond en politiek correct is.

Dr Frits Bernard, Een kleine seksuologie 

Aanvullend

Selected Publications of Dr. Frits Bernard: An International Bibliography. 

Paedophilia, A Factual Report, Dr Frits Bernard, Enclave, 1985

The Dutch Paedophile Emancipation Movement, by Dr. Frits Bernard; 
From Paidika: The Journal of Paedophilia, volume 1 number 2 (Autumn 1987), p. 35-45.

Ook geven wij een recent interview met Dr Bernard weer en een recent artikel van zijn hand:

Interview met Dr Frits Bernard; Marthijn Uitenboogaard, in: OK Magazine 92, juli 2005. 
"We zijn in zeker opzicht veel opener geworden. De jaren zestig en zeventig hebben daartoe bijgedragen." 

Controverse; Dr. Frits Bernard, in: OK Magazine 92, juli 2005
In dit artikel wil ik aandacht schenken aan een opmerkelijke en tot dusver onbekend gebleven gebeurtenis. Openbaring daarvan lijkt mij onmisbaar voor latere geschiedschrijvers. De ontwikkelingen zijn chronologisch gerangschikt.

Actueel contrast

We kunnen Dr Frits Bernard redelijkerwijs wel beschouwen als een van de voorvechters van de seksuele revolutie in de jaren zestig en zeventig. 

Beatrijs Ritsema bespreekt een boek dat terugblikt op deze seksuele revolutie: Slechte seks is overal; NRC Handelsblad 21 oktober 2005: S.W. Couwenberg (red.): Seksuele revolutie ter discussie. Van Phil Bloom tot Sex and the City. Civis Mundi jaarboek 2005.

De bevrijding van de seksualiteit uit de taboesfeer deed individuele problemen van morele aard verdwijnen, maar leidde tegelijk tot het ontstaan van nieuwe problemen - ook van morele aard. 

De seksuele revolutie zorgde ervoor dat 'goede seks' (de vrijwillige, vreugdevolle, intimiteitsverhogende, schuldeloze, desnoods alleen maar lekkere varianten) welig kon tieren. Maar hetzelfde gebeurde met 'slechte seks': afgedwongen, harde, geperverteerde, commerciële, liefdeloze varianten. En omdat goede seks door de betrokkenen ook graag privé wordt gehouden, staan de media doorgaans bol van de slechte seks. 

Onlangs verscheen er een artikel in HP - De Tijd: "Hoe bevrijdend was de seksuele revolutie?" van de hand van Roelof Bouwman, dd 26 augustus 2005.

[...] Van veel erfenissen uit de jaren zestig en zeventig moeten we niets meer hebben. Maar de ideeën die ten grondslag lagen aan de seksuele revolutie leven nog volop. Moeten we daar blij mee zijn?
[...] Er mogen dan de afgelopen jaren een aantal uitwassen van de seksuele revolutie zijn afgeserveerd, de ideeën die er in de jaren zestig en zeventig aan ten grondslag lagen,  leven nog volop.
[...] Eén ding is zeker: áls ze gelijk hadden, die voorouders van ons, dan is de nog altijd niet uitgeraasde seksuele revolutie misschien wel een van de grootste raadsels van onze tijd. Omdat we ons telkens weer branden aan een vuur dat we zelf hebben aangestoken. En omdat we liever op de blaren blijven zitten dan dat vuur eindelijk eens te doven. 

Hierop verschenen twee instemmende reacties reacties in HP - De Tijd van 9 september 2005: 

Van Wim Orbons en van 

W. Groeneveld.

Als weerwoord schreef Tegenwicht: "Onderzoek alles en behoud het goede".

[...] Niemand zal voor een toename van echtscheidingen zijn. Wel is het de vraag of deze toename een zo rechtlijnig gevolg is van de seksuele revolutie, voor zover we daar dan van kunnen spreken. Sinds, pakweg, 1968 is er immers meer veranderd. Met name het individualisme, het consumentisme en het hedonisme is fors toegenomen. 
[...] Er zit iets dubbels in het betreuren van de teloorgang van het taboe op seksualiteit. 
[...  H]et samen in bad gaan is geen erfenis van de seksuele revolutie, alleen het spreken erover behoort tot die erfenis, waarna het vervolgens als 'erg slecht en vast wel schadelijk' werd gezien en vermeden. Dit laatste is geen erfenis van de seksuele revolutie, voor zover die er was, maar van de seksuele contrarevolutie die omstreeks 1980 begon.
Van deze contrarevolutie plukken we nog een bittere vrucht: geen vader die dit meer durft, geen onderwijzer die nog een kind durft aan te raken om het te troosten. Geen groepsleider die zich nog alleen op een slaapkamer waagt of het waagt een kind te wassen of te knuffelen. Niemand maakt ons wijs dat dit goed is voor de kinderen. 
[...] Is de seksuele revolutie, voor zover die er dan was, alleen maar slecht, moet die worden teruggedrongen in een voortgezette seksuele contrarevolutie die alleen maar goed is? Lijkt ons toch niet. 
Onderzoek alles en behoud het goede, dit lijkt ons dan een beter devies.

Aanvulling 1: moderne jongeman aan het woord

Bekrompen; De hedendaagse openheid over seksualiteit stuit Tjebbe Tjebbes (18) tegen de borst, Tjebbe Tjebbes, NRC Handelsblad, rubriek Spunk

De hele vrijheid, openheid en 'alles is lekker bespreekbaar' instelling staan mij ontzettend tegen. Ik ben overdreven conservatief en bekrompen met alles wat met seks te maken heeft. Seks is iets intiems tussen twee mensen en dat moet je zo houden.

Aanvulling 2: modern meisje aan het woord

Jongeren en geluk: liefde als merkproduct; Machteld Hamaker; Prana # 151, oktober 2005

Middelbare scholieren zijn hard op zoek naar geluk, naar liefde en naar een relatie. Maar tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik heel veel problemen gezien, heel veel mensen pijn zien hebben en vast zien lopen. Ik ben nu 19 jaar en wil in dit artikel een aantal dingen beschrijven zoals ik die heb gezien en meegemaakt. Ik heb het artikel mede geschreven om ouders, en hopelijk ook jongeren, bewust te maken van onbegrip dat er jegens elkaar speelt, waardoor er eigenlijk heel veel problemen door een gebrek aan openheid ontstaan die niet hadden hoeven ontstaan. 
[...] Een probleem dat steeds vaker voorkomt is dat jongeren liefde en seks verwarren. [...]

Later geplaatste aanvullingen 

Na het hoogtepunt; Dik Brummel, De Nieuwe Sekstant, maart 2005

Op het hoogtepunt van de seksuele revolutie begin jaren zeventig werd ook al meteen ‘afscheid van de seksualiteit’ genomen. Wat betekende dit en hoe verliep het daarna? [In het bijzonder in de NVSH.]

In memoriam

Dik Brummel, arts, tot voor kort voorzitter van de NVSH
Overleden in augustus 2008

Hij ruste in vrede

Vagina achter de designtas; Dylan van Rijsbergen, Trouw, 6 oktober 2007

Terwijl de bezorgdheid over de seksualisering van de samenleving toeneemt, pleit historicus Dylan van Rijsbergen juist voor een terugkeer naar de wortels van de seksuele revolutie.

Mei '68 als seksuele revolutie; J. L. Heldring, NRC Handelsblad 3 april 2008; Column Dezer dagen

Wat heeft mei 68 eigenlijk tot stand gebracht? [...] Volgens de schrijver-psychiater Theodore Dalrymple had het de morele diepgang van een moderne mediahype (Opinio, 26 maart). [...]
Hij [Dalrymple] maakt één opmerking die mij een schok der herkenning gaf: "Maar uiteindelijk denk ik dat het allemaal om seks draaide. De jonge revolutionairen wezen de huiselijke beperkingen van het burgerlijke leven af, want dat leven was niet alleen saai en routineus, maar moest ook met de nodige dosis hypocrisie in stand worden gehouden. Zij wilden zich bevrijden van de alledaagse leugentjes van de monogamie."

Niet preuts en niet onverschillig: het is tijd voor Slow Sex - Manifest - Waterlog, links-progressieve denktank, april 2008

De seksuele revolutie is helemaal niet passé. Integendeel, ze is nog lang niet af. Het is tijd om de omslag te maken naar een samenleving waarin het positieve belang van seksualiteit wordt onderkend. Waarin lust niet iets engs is of een duivelse natuurkracht, maar ook niet een energie die van zichzelf altijd goed is. Waarin seksualiteit wordt beschouwd als een gevoel en een kunde die men zijn hele leven lang ontwikkelen.

Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English