Start Omhoog

Citaten uit

Dieren lijden niet door de slacht maar door stress

Jan Bernards, arts en oud-hoogleraar in de medische fysiologie aan de Radbooud Universiteit Nijmegen − 
Trouw, Opinie, 30 juni 2011 

Rituele slacht aanvaardbaarder maken? Dat kan, maar een verbod op onverdoofd slachten is zinloos. Het gaat om de periode net voor de slacht.

In de discussie over onverdoofd ritueel slachten gaat het over het leed dat dieren ondergaan door de slachtmethode. Vanuit de fysiologie valt daarover het nodige te zeggen. Van het slachten zelf merken dieren niet veel. Mogelijk wel van wat daaraan voorafgaat. Wie eventueel dierenleed wil verlichten, moet zich dan ook vooral daarop concentreren.

[Stress]

Bij het slachten van dieren hebben we (meer nog dan bij de concrete slachtdaad zelf) te maken met de stress waarin het dier geraakt bij alles wat voorafgaat aan het eigenlijke slachten. Wordt in de dierenwereld een beest ernstig bedreigd, dan betekent dat voor het dier dat het moet vechten of vluchten.

[...] 

In beide gevallen, vechten of vluchten, leidt de stress-situatie ertoe dat er onmiddellijk in delen van de hersenen en de hersenstam stoffen vrijkomen die het totstandkomen van het pijngevoel voorkomen. We noemen deze stoffen 'endorfinen' [...] 
Zij activeren zenuwcellen die het doorschakelen van impulsen in de pijnbanen naar de hersenen blokkeren. 

[...] 

Dan over de slachtdaad zelf

Op de televisie was te zien dat met een snelle, krachtige haal van een vlijmscherp lang mes de huid en de er onderliggende halsslagaders van het dier werden doorgesneden. Afgezien van het feit dat de endorfinen de pijn al onderdrukken, zal het dier van deze handeling geen pijn ondervinden, want hierbij worden tegelijk de zenuwvezels die in de hersenen het pijngevoel opwekken, mede doorgesneden.

Op de vraag of het doorsnijden van de zenuwvezels op zich pijn veroorzaakt, is het antwoord dat de tijdsduur van de prikkel daartoe te kort is. Een stimulus moet een bepaalde drempel van sterkte en duur overschrijden om effect te kunnen hebben.

[...] 

Het gedrag dat het dier vertoont na de slachtdaad - eventueel spartelen of spierschokken - heeft bij een vakkundige uitoefening van de daad, niets met het bewustzijn, dus niet met enig leed van het dier te maken. Zodra de halsslagaders zijn doorgesneden, stopt de aanvoer van bloed naar de hersenen onmiddellijk voor meer dan negentig procent (...) en heeft het dier binnen enkele seconden het bewustzijn verloren. 

[...] 

Deze fysiologische kennis van zaken sluit geenszins uit dat het dier leed ervaart van alles wat zich vóór de slachtdaad afspeelt. Wel is uit het voorafgaande af te leiden dat maatregelen die het ritueel slachten van dieren aanvaardbaarder moeten maken, niet gericht moeten zijn op de slachtdaad zelf.

Ze moeten zijn gericht op wat er vlak voor die slacht gebeurt. De slachtdaad op zich behoeft geen verdoving.

Start Omhoog