Start Omhoog

Citaten uit

'Openbaringen zijn tweerichtingsverkeer'

Eildert Mulder, Trouw, 27 oktober 2005

Binnenkort krijgt hij de Ibn Rushdprijs. De Egyptische korangeleerde Nasr Aboe Zaid werd beroemd toen een rechtbank hem veroordeelde als 'geloofsafvallige'. Vlijmscherp fileert de balling uit Leiden de opvattingen van zijn tegenstanders, maar zonder te breken met de islamitische traditie.

[...]

“De openbaring is het resultaat van de interactie tussen het goddelijke en het menselijke. Beide hebben hun sporen achtergelaten. Ze zeggen vaak dat de openbaring de geschiedenis heeft gemaakt. Maar het omgekeerde is ook waar, de geschiedenis heeft ook de openbaring beïnvloed.“

Aboe Zaid, die als jonge kostwinner experimenteerde met communicatietechniek, is als wetenschapper nog steeds bezig met communicatie, nu tussen het goddelijke en het menselijke. Hij ziet die als tweerichtingsverkeer.

[... ... ...]

Tegenstrijdigheden in de Koran vormen Aboe Zaids uitgangspunt. Dat geldt voor zijn tegenstanders overigens ook, zij het op een heel andere manier, zo laat hij zien. Het heilige boek bevat verzen vol van liefde en tolerantie. Maar andere gedeelten zijn gewelddadig. Aboe Zaid:

“Je kunt uit de Koran argumenten halen voor het doden van mensen. Maar vreedzame mensen kunnen in de Koran evengoed steun vinden voor hun standpunt.“

In de loop van de eeuwen hebben moslims uiteenlopende oplossingen bedacht voor de tegenstrijdigheden. Al-Kaida, om een extreem voorbeeld te noemen, heft de tegenstrijdigheden op door de Koran als volledig goddelijk te beschouwen, zodat je geen vragen hoeft of zelfs mag stellen.

Vromer kan niet, zo lijkt het. Maar dat is schijn, want de veronderstelde totale goddelijkheid van de Koran geeft mensen juist een vrijbrief om met de heilige tekst te doen wat ze zelf willen. Nooit hoeven ze zich af te vragen of een opdracht of een aansporing in de Koran misschien alleen maar voor bepaalde situaties geldt of gold. Want de tekst staat boven ruimte en tijd en geldt dus overal en in alle situaties op dezelfde, absolute wijze.

[...]

Tegen die opvatting van de heilige, tijdloze grabbelton pleit dat er in de Koran historische verwijzingen zijn naar gebeurtenissen in het leven van de profeet. Ook komen er uitspraken in voor over de grote mogendheden van destijds, de Perzen en Byzantijnen.

Moslimtheologen uit de eerste eeuwen hadden een andere oplossing voor de tegenstrijdigheden, subtieler dan die van Al-Kaida. Lastige verzen deden ze af als beeldspraak. Maar er dreigt dan wel willekeur want op alles wat niet in je kraam past kun je naar believen het etiket 'allegorie' plakken.

Later botsten ook islamitische wetsgeleerden op de tegenstrijdigheden. Zij beschouwden de Koran als het fundament voor islamitische wetgeving. Ze hadden daarom een eenduidige korantekst nodig. Ze vonden een kraakheldere oplossing, door onderscheid te maken tussen oude en jonge openbaringen. De Koran werd niet in een keer als één boek geopenbaard, maar in gedeelten, over een periode van tientallen jaren.

Als er een tegenstelling is tussen korangedeelten dan kijken de wetsgeleerden welke het jongst zijn. Volgens hen ontkrachten jonge openbaringen oudere, als ze daarmee in strijd zijn. Ze gaan met koranverzen om zoals moderne juristen met gerechtelijke uitspraken, bij de vorming van jurisprudentie. Ook die kijken vooral naar de meest recente uitspraken van rechters.

De oplossing van de wetsgeleerden heeft de schoonheid van de eenvoud, een blik op de kalender is voldoende. Jammer is wel dat ze daardoor de tolerantie laten sneuvelen, want die is in de oudere koranopenbaringen beter terug te vinden dan in de jongere.

[...]

Korangedeelten uit de Mekkaanse periode zijn tolerant. De verzen uit Medina daarentegen ademen een sfeer van oorlog. Aboe Zaid:

,,In de Mekkaanse periode vormden de moslims een minderheid. Minderheden hebben behoefte aan tolerantie.“

In Medina kregen de moslims, legt Aboe Zaid uit, door de geschiedenis een oorlog opgedrongen. Dat was van invloed op de openbaringen, die steeds harder werden. Volgens de wetsgeleerden zijn de laatste openbaringen definitief en hebben de eerste, uit Mekka dus, geen waarde.

Maar de openbaringen in Medina weerspiegelen de wereld van stammenoorlogen, een heel speciale context, die sterk afwijkt van de moderne tijd. Het kan best zijn dat Mekkaanse teksten, die wetsgeleerden opzij hebben geschoven omdat ze te oud zijn, juist beter aansluiten op de moderne tijd.

[...]

Aboe Zaids kernwoord luidt: context. Het is monnikenwerk, maar pas wanneer je weet in welke historische of andere context een openbaring staat weet je of en in welke situaties je er iets mee kunt.

Hij is niet de eerste die deze werkwijze voorstelt. Ook vroeger hebben geleerden zich beziggehouden met de omstandigheden waarin een koranopenbaring tot stand kwam.

Aboe Zaid is dan ook geen beeldenstormer maar gewoon iemand die opkomt voor tolerantie en vrijheid. Dat hij daarbij stevig vasthoudt aan de islamitische traditie maakt hem extra gevaarlijk voor zijn orthodoxe en extremistische tegenstanders.

Start Omhoog