Start Omhoog

Citaten uit

’De echte ellende start met pardon’

Emiel Hakkenes, Trouw, 5 november 2007

Ook na het generaal pardon kunnen en moeten kerken zich inzetten voor vluchtelingen, vinden ze zelf. „We mogen niet achterover gaan leunen.”

[...]

Minister Rita Verdonk liet er in 2005 geen onduidelijkheid over bestaan: zij vond dat kerken de rechtsorde ondermijnden door het op te nemen voor kansloze, uitgeprocedeerde vreemdelingen. Inmiddels is er tot vreugde van de kerken een generaal pardon. Maar opletten blijft nodig, zei Ton van Eijk, tijdelijk algemeen secretaris van de Raad van Kerken, zaterdag in Amersfoort. Daar werd een dag lang nagedacht over wat kerken te doen staat nu het pardon er is.

[...]

Zo hebben in Epe de samenwerkende kerken vier caravans geregeld voor noodopvang, en in Dronten is er een maatjesproject. Maar, zeggen de vrijwilligers, de ’ellende’ begint eigenlijk pas als iemand eenmaal een verblijfsvergunning heeft.

Sommige vluchtelingen zijn analfabeet. Hoe kan zo iemand bij de gemeente een huurwoning aanvragen? En gedurende de asielprocedure mag een vluchteling niet werken. Hoe vindt zo iemand een baan?

„In de kerk zitten toch ook werkgevers?”, zegt iemand. „Vraag die maar rechtstreeks of ze een vluchteling in dienst willen nemen. We kunnen niet eerst om een pardonregeling vragen en nu achterover leunen.”

Misschien wel het grootste probleem voor de kerkelijke vrijwilligers is de onbekendheid met alle regelingen en voorzieningen die er zijn voor ’pardongangers’.

[...]

En, zegt ze, nu de pardongangers moeten integreren, kunnen de kerken hen helpen met taallessen, of hen leren omgaan met geld. Verschillende vrijwilligers knikken instemmend. Meer dan eens hebben zij ervaren dat ex-asielzoekers na een jaar hun huis met een huurschuld weer moesten verlaten.

[...]

Na een lunch kunnen de vrijwilligers in discussie met een forum van politici. Een justitiepastor in de zaal houdt een emotioneel pleidooi voor vluchtelingen die zeggen niet terug te kunnen naar hun land van herkomst, maar dat van justitie tóch moeten.

„Als ik mij uit christelijke naastenliefde voor zo iemand wil inzetten, hem desnoods in mijn huis wil opvangen, en mij persoonlijk garant voor hem stel, dan zegt u als politiek dat ik illegaal bezig ben. Hoe bestáát het.”

„Als particulier iemand in huis nemen, vind ik heel onverstandig”, reageert CDA- kamerlid Van de Camp. „Wie weet wordt u wel bestolen, je weet maar nooit hoe zoiets afloopt.”

Díe gedachte blijkt de kerkelijke vrijwilligers vreemd, gehoon klinkt uit de zaal. Van de Camp is ook tegenstander van kerkasiel, zegt hij.

„Kerkelijke naastenliefde verhoudt zich niet altijd tot staatsopvattingen. En u hebt niet het recht om een eigenstandig asielbeleid te voeren.”

Burgemeester Wientjes van Katwijk, ook CDA, stelt zich milder op.

„Als u als christenen uw verantwoordelijkheid neemt, heb ik daar geen oordeel over”, zegt hij. „Het is een zaak tussen u, uw geweten en God.” En ja, voor díe uitspraak gaan in de zaal de handen op elkaar.

Start Omhoog