Start Omhoog

Citaten uit

’Wij zijn niet soft voor drugsgebruikers’

Ruud van Haastrecht, Trouw 23 juni 2006

Na 26 jaar inzet voor junks, zwervers en illegalen sluit de Rotterdamse Pauluskerk de deuren. De kerk moet wijken voor futuristische nieuwbouw en verliest haar prominente plek in de stad.

Op 1 juli gaat de gebruikersruimte in de Pauluskerk officieel dicht – naar een nieuw onderkomen wordt nog gezocht., Ds. Visser: wel drang, geen dwang

[... ... ...]

,,In de jaren tachtig hadden we een wat softe aanpak”, blikt dominee Visser terug. ,,We leefden in de veronderstelling dat het zou helpen als je de leefomstandigheden van drugsgebruikers beter maakt. Maar het hielp niet.”

Hij zit achter een tafeltje in de kerkzaal. Onophoudelijk gaat de deur open en dicht, deelnemers aan de schildercursus gluren of de ruimte al vrij is. Visser, onverstoorbaar:

,,Na een paar jaar kwam ik met de officier van justitie tot de conclusie dat die mensen ook moeten werken. Eerst keken ze me op het stadhuis aan of ik gek geworden was. Pas halverwege jaren negentig werd het ingevoerd. Drugsverslaafden gingen straten schoonmaken of straatkranten verkopen.”

Toch kleeft hem een soft imago aan.

,,Ik ben nooit een tegenstander geweest van drang”, zegt hij, ,,wél van dwang. Mensen tot iets brengen door een sanctie helpt voor geen meter.”

Evenmin ziet hij iets in de nieuwste trend om verslaafden te zien als patiënten.

 ,,Nu hebben de grote steden de neiging om mensen in klinieken onder te brengen, te medicaliseren, voor hun leven op te sluiten in longstay-afdelingen. Natuurlijk zijn er mensen die daar thuishoren. Maar er zijn ook mensen die het redelijk redden, op een kamer wonen. Ondanks hun gebruik gaat het goed. Ze verloederen niet verder.”

Hulpverlenen werd steeds moeilijker

Als dominee Hans Visser in 1979 vanuit Indonesië neerstrijkt in Rotterdam bedenkt hij samen met de kerkenraad een nieuwe filosofie voor de Pauluskerk. Het gebouw op een paar honderd meter van het Centraal Station moet ’een centrum voor bezinning, een herberg en een actiecentrum’ worden. Op de gratis koffie komen echter niet de verwachte geloofsafvalligen en eenzame stadsbewoners af, maar junks, zwervers, illegalen en andere randgroepen.

Visser en zijn Pauluskerk helpen de nieuwe kudde met maaltijden, nachtopvang, medisch-sociaal spreekuur, gespreksgroepen, verblijfsvergunningen, cursussen, en kerkdiensten.

De toestroom is groot, en omwonenden en treinreizigers klagen over overlast.

[...]

Als Visser zelf publiekelijk toegeeft dat de situatie oncontroleerbaar is geworden, geeft burgemeester Peper opdracht om eind ’94 Perron Nul te sluiten. De drugsscene waaiert uit over de stad en veroorzaakt grote overlast in oude wijken als Spangen. Dagelijks moeten honderd agenten worden ingezet.

Even dreigt de Pauluskerk zelf een nieuw Perron Nul te worden, totdat Visser een pasjesregeling. invoert. Hij laat huisdealers toe om prijs en kwaliteit van de dope te bewaken. Justitie kan de methode niet waarderen en pakt ze op.

Hij houdt zich vast aan de statistiek die al twintig jaar ongewijzigd is: een kwart van de drugsverslaafden overlijdt, een kwart kickt af, een kwart stabiliseert en een kwart ’maakt er een puinhoop van’.

,,Aan stabiliseren hebben we de meeste aandacht aan gegeven de laatste jaren”, zegt de drugsdominee.

[...]

Op de wekelijkse vergadering van zijn vaste bezoekers legt dominee Visser het nog eenmaal uit. Op 1 juli gaat de Pauluskerk officieel dicht, maar blijft nog open zolang er juridisch gesteggeld wordt over de alternatieve opvanglocaties. Er lopen meerdere rechtszaken van omwonenden. Visser kan er ergens wel om lachen.

,,Jarenlang hebben bewoners tegen ons geprotesteerd. Nou gaan de drugsverslaafden hier weg en komen de bewoners op de nieuwe plekken in opstand. De burgers werken elkaar tegen, zogezegd. Het Nimby[*]-syndroom is alom.”

[* Not In My Backyard - Niet in mijn achtertuin - Tw]

Start Omhoog