Start Omhoog

Citaten uit

Balkenendes Europese waarden 

J.L. Heldring, NRC 23 sept 2004 (I) en 30 sept 2004 (II)

I

Normen en waarden zijn, als het goed is, misschien niet voor eeuwig, maar ze moeten wel een hele tijd mee; kunnen dus niet afhankelijk zijn van de mode van de dag. Daarom is het niet te laat voor een paar kanttekeningen naast de inleiding die minister-president Balkenende ruim twee weken geleden gehouden heeft bij wijze van opening van de conferentie The politics of European values in Den Haag, waartoe hij, als voorzitter van de Europese Unie, het initiatief had genomen.

Hij spreekt van ,,de Europese waarden'', ,,de waarden die ons als Europeanen verbinden''. Europa is, volgens hem, ,,een gemeenschap van waarden''. En dan noemt hij ze: ,,respect voor de mensenrechten, vrijheid, gelijkheid en solidariteit.'' Later komen er nog bij: ,,eerbied voor de menselijke waardigheid, democratie en de rechtsstaat.'' Ten slotte vat hij ze nog eens samen in ,,vrijheid, solidariteit en respect voor elkaar''.

[...] Wél noemt hij de vier waarden die hij het eerst noemde, ,,morele, universele waarden''. Maar als ze universeel zijn, dan kunnen ze niet gelden als exclusief eigen aan Europa; dan mogen ze eigenlijk niet Europese waarden genoemd worden. 

Als deze waarden ook door andere landen gedeeld worden, ja door alle landen - en dat impliceert het woord 'universeel' - dan vormen die waarden net zo goed een basis voor een wereldeenheid als voor een Europese eenheid. Die Europese eenheid is daardoor niet waardeloos geworden, maar vindt haar grondslag dan in iets anders; de geografie bijvoorbeeld. 

[...] 

[... D]e basis voor de Europese eenheid moet ergens anders gevonden worden. De rest is franje, blabla.
Die blabla vindt haar hoogtepunt wanneer Balkenende ook solidariteit tot Europese waarde verheft. Solidariteit is een zinledig woord als er niet bij gezegd wordt met wie of met wat we solidair zijn of moeten zijn. 

[... H]et is zeer de vraag of solidariteit wel een Europese waarde genoemd kan worden. De geschiedenis van Europa is er een van moord en doodslag. De Europese landen hebben zich meer gekenmerkt door oorlogen tegen elkaar te voeren dan door onderlinge solidariteit. Ja, er was wel solidariteit, maar dat was tribale, later nationale (het verschil is niet groot) solidariteit, en daar wil de Europese Unie nu juist van af. 

[...] 

Als Balkenende het dus heeft over solidariteit, bedoelt hij niet een waarde die door de Europeanen gedeeld wordt, maar op z'n hoogst een ideaal waarnaar allen streven (en ook dat is nog de vraag). Dat geldt overigens ook voor andere door hem genoemde `waarden'.


II

In de rede waaraan deze rubriek op 23 september ook al aandacht heeft geschonken, noemde minister-president Balkenende de Europese Unie een ,,gemeenschap van waarden''. Nu, het is maar hoe je het uitlegt. Inderdaad is zij ,,het product van een aantal grote religieuze, filosofische tradities'': klassieke, christelijke, joodse, humanistische. Ja, zelfs de islamitische tradities haalde Balkenende erbij.
Tja, historisch mag dat allemaal wel waar zijn, maar de vraag is of het product van dit mengelmoes voldoende bindende kracht heeft: van Zweden tot Griekenland, van Finland tot Portugal. Herkennen de bewoners van die lidstaten van de EU in elkaar onmiddellijk verwante eigenschappen die zij niet delen met, bijvoorbeeld, Amerikanen, Australiërs, Nieuw-Zeelanders?
Neen. 

[...] 

[... I]n waarden zou Europa zich dan onderscheiden van de rest. Balkenende mag dan wel zeggen dat ,,de dialoog met de islamitische en Arabische cultuur heeft bijgedragen aan onze identiteit'' (wat dat ook moge betekenen), de waarden die 220 miljoen Europese moslims aanhangen, zijn toch wel andere koek dan de nu nog nauwelijks merkbare invloed van die `dialoog'. (Is er trouwens ooit sprake geweest van zo'n dialoog? En wat betekent dialoog eigenlijk?)

[... ... ...] 

Wat is de les hieruit? Dat gedeelde waarden [....] niet voldoende zijn om een unie in stand te houden. Er moeten andere motieven bij komen. In de geschiedenis zijn die meestal hetzij de hegemonie van één der constituerende delen, hetzij een bedreiging van buitenaf geweest. Het eerste willen de Europeanen niet, het tweede bestaat niet in hun perceptie.

 

Start Omhoog