Vorige Start Omhoog Volgende

Recht op sexuele identiteit

1996 # 5

 "Het is gemakkelijker", heeft eens
iemand gezegd, "een atoom te vernietigen 
dan een vooroordeel".

In wezen druist het strafbaar stellen van vrijwillige en gewenste sexuele handelingen, inbegrepen ook de intergenerationele contacten, in tegen de fundamentele rechten van de mens. Hoe moeilijk dit probleem echter is, blijkt uit de verschillen in aanpak. De wetgever heeft het er knap moeilijk mee. 

Bekijkt men de verschillende wetgevingen betreffende pedofiel gedrag wereldwijd, dan ziet men een maximale variatie: van geen straf tot aan de doodstraf. Het probleem wordt nog groter door het feit dat een aantal mensen niet goed met hun gevoelens om kan gaan. 

Dat is tragisch; maar moet men daarom ook alle goede relaties door middel van de wet verbieden? We staan hier voor een dilemma. We verbieden tegenwoordig bijvoorbeeld ook niet alle homoseksuele contacten meer, omdat bij een klein percentage problemen het gevolg zijn. 

Voorzichtigheid is hier echter wel opzijn plaats. De overheid heeft hier een taak, die onder andere bestaat uit het geven van een objectieve voorlichting. Tevens dient zij regulerend op te treden, niet meer maar ook niet minder. Een aangepaste legalisering is waarschijnlijk de beste oplossing, uitwassen zullen dan minder vaak voorkomen. Het onder druk zetten van een gehele sexuele minderheid kan geen gunstige uitwerking hebben. 

Indien minderheden niet de waardering ontvangen waar zij in wezen recht op hebben, dan staan er twee wegen open: ze ondergaan hun lot, of ze komen in opstand (denk aan de emancipatiestrijd van homofielen). Ik gebruik hier het woord minderheid,  ofschoon dit strikt genomen geen goede term is; maar deze benaming geeft wel bij benadering weer wat hier bedoeld wordt. 

In wezen is iedere samenleving multisexueel. We leven zeer duidelijk in een repressieve maatschappij: die van de meerderheid. Wat de directe gevolgen van onderdrukking zijn kunnen wij dagelijks via onze kranten en het televisiejournaal vernemen. Door kritisch te lezen en te kijken worden de achterliggende structuren duidelijk. Er ontstaat dan een geheel ander beeld van onze maatschappij.

Ondanks het teruglopen van het aantal NVSH leden, is de rol van de vereniging zeker niet uitgespeeld. Integendeel, zij is en blijft nodig; misschien heden ten dage meer dan ooit. De werkgroepen, ook de werkgroep pedofilie, voorzien in een duidelijke behoefte. 

Er valt nog veel te verbeteren en te veranderen. Ook de RVSH blijft alert. Ook zij voorziet in een duidelijke behoefte; voor menigeen in en buiten Rotterdam fungeert zij als pied à terre. Ook de uitgebreide boekentafel met sexuologische literatuur uit Nederland en daarbuiten is een der trekpleisters.

Phallusgod
Nieuw Guinea

Menig bezoeker van de open avonden is op zoek naar een eigen sexuele identiteit. De zelfvisie, de onzekerheid over het eigen zelf, met andere woorden de ik-identiteit, kan bij bepaalde onzekere pedofielen verbeterd worden binnen een groep gelijkgerichten. De identiteitszwakte kan door een positieve identificatie een nieuw gevoel van zekerheid tot gevolg hebben. Hier speelt de interactie binnen de groep een doorslaggevende rol. Het ontstaan van een wij-gevoel geeft houvast. Door het groepsgebeuren is een verruiming van de geestelijke horizon mogelijk. Er kan mede daardoor een juistere beeldvorming over levensmogelijkheden en moeilijkheden ontstaan.

Voor degenen die een beroep doen op onze hulpverlening (en dat is maar een klein percentage) is uiteindelijk zelferkenning en zelfaanvaarding van vitale betekenis. Natuurlijk gaat het ook om het aanvaard worden door anderen.

Sommige twijfelen aan hun gerichtheid; we spreken dan van een spanning tussen het loskomen of de acceptatie van de inclinatie. Opvallend is echter dat er bij de meeste pedofielen die de bijeenkomsten bezoeken reeds een duidelijke zelfacceptatie bestaat. Ze zijn psychisch gezond en dat is des te opvallender, omdat men dit niet zou verwachten, gezien de repressieve maatschappij waarin zij moeten leven. Het is duidelijk dat de NVSH hier een bijdrage levert aan de geestelijke volksgezondheid. En dat al gedurende meer meer dan een kwart eeuw.

Ik zou deze gedachten willen eindigen met het volgende statement: de geschiedenis biedt leerzame voorbeelden. De houding van de maatschappij ten opzichte van de sexuele varianten (paraphiliën) is niet altijd eender geweest. Ze bestonden toen niet.

Dr Frits Bernard                                                   

Dit is het tweede artikel in de reeks sexuologische onderwerpen. Het eerste verscheen in de RVSH-NVSH Info, nummer 4, van juli-augustus 1996

 

Vorige Start Omhoog Volgende