Start Omhoog  

Waar is het spelen gebleven?

Vertaling van 
What Ever Happened To Play?

22April 2001 
Time Magazine, online, auteur onbekend

http://www.time.com/time/education/article/0,8599,107264,00.html 

Theresa Collins woont naast een park, maar haar kinderen spelen daar niet vaak. Ten eerste hebben de kinderen een vrij druk leven met school, pianoles, voetballen en de altijd werkende aantrekkingskracht van de computer. Maar er is meer: zij is bang dat het park gevaarlijk is. 

"Ik heb gehoord dat daar potloodventers rondlopen", zegt Theresa, een 42-jarige onderwijzeres in het speciaal onderwijs in Sarasota, Florida. Hoewel ze niet zeker weet of de griezelverhalen waar zijn, neemt ze het zekere voor het onzekere. Haar dochter Erica, negen, mag niet in het park spelen zonder haar broertje Christoffer, elf, die daar tot een maand geleden ook niet allen mocht spelen. Wat Matthew, zestien, betreft, hij vermijdt het park uit zichzelf. Hij speelt liever videospellen. 

"het is een schande", zegt Theresa. 
Waarom gaat ze dan niet samen met haar kinderen naar het park?
"Er is niets te doen daar", zegt ze. "als ik thuis kom heb ik hier erg veel te doen."

Geen wonder dat de Amerikaanse schommels zich eenzaam voelen. Met zoveel potloodventers te ontwijken, zoveel technische kneepjes te leren, zoveel testen te maken en zoveel bange ouders om gerust te stellen, schijnen de kinderen tegenwoordig steeds minder te spelen. Zelfs volwassenen die het druk met zichzelf en elkaar hebben merken het op.

"We roven hun kindertijd weg", zegt Dorothy Sluss, een professor in de vroegkinderlijke opvoeding aan de staatsuniversiteit van East tennessee. "We kennen geen waarde meer toe aan het spelen in onze maatschappij. Het is een woord, meer is het niet."

Statistieken geven haar gelijk. In 1981 hadden schoolkinderen volgens onderzoekers aan de universiteit van Michigan gemiddeld 40 % van de dag om vrij te spelen - dat wil zeggen de uren die overbleven nar aftrek van het slapen, eten, school en huiswerk en georganiseerde activiteiten. In 1997 was dit cijfer gedaald tot 25 %.

Alleen al het bestaan van onderzoek naar het spelen geeft aan dat we in een erg serieuze maatschappij leven die die in staat is overal de lol van af te halen, inclusief het onderwerp lol hebben. Daarom begint het lijstje van de tegenstanders van [vrij] spelen altijd met de volwassenen; die maken de regels. als spelen gevaarlijk is geworden, dan hebben de ouders het gevaarlijk gemaakt, in het bijzonder degenen die niet af willen gaan waar het de prestaties van hun kinderen betreft. Zie die kleine Dick eens rennen! Wel, fijn voor kleine Dick, maar voeden de meeste ouders niet liever een Jane op die stil kan zitten, die goed leert en naar [de] Harvard [universiteit] zal gaan?

Als dat al zo is, dan is het wel kortzichtig, zegt de expert in het spelen. Alvin Rosenfeld, mede-auteur van Het overmatig geplande kind, hoe de valkuil van overdreven ouderschap te vermijden (The Over-Scheduled Child: Avoiding the Hyper-Parenting Trap), houdt er een ouderwetse opvatting over spelen op na: het is leuk en het is goed voor de ontwikkeling van het gevoel. 

Stuart Brown, een gepensioneerd psychiater en oprichter van het Instituut voor het Spel (Institute for Play) in Carmel Valley, Californië, gelooft dat het te weinig spelen erg slecht is. Wat Brown "spelonthouding" ("play deprivation") noemt, kan, zo zegt hij, leiden tot de pressie, vijandigheid en het verlies van "die zaken die ons tot mens maken". 

Spel maakt de kinderen niet alleen gelukkig, gezond en menselijk. Het maakt ze ook slimmer, zegt Rosenfeld. De waan van deze tijd om allemaal jonge Einsteintjes op te voeden, zo constateert hij, zou de echte Einstein kapot hebben gemaakt - een notoire dromer met slechte cijfers op school, die intussen wel de formule van de verhouding tussen energie en materie wist te voorspellen. Spelen verfrist en stimuleert kennelijk het denken. En

"veel speelpauzes kunnen de kinderen in feite meer geïnteresseerd maken in de leerstof", aldus Rhonda Clements, een professor in de lichamelijke opvoeding aan de universiteit van Hofstra. 

De voordelen van het spelen zijn eenvoudig en intuïtief aan te voelen, dit maakt het verdwijnen van het spelen juist zo vreemd. Als Dick lekker rond kan rennen en later naar [de] Princeton [universiteit] toe kan, waarom rent hij dan niet lekker rond? Dat spelen waarde heeft zal de meeste ouders verbazen. dat hun kind echter minder vrij rondstruint dan zij deden toen ze jong waren zal hen echter ook  niet schokken. De vraag is: waar is al die speeltijd heen gegaan?

Millie Wilcox, zestig, denkt het wel te weten. De voormalige verpleegster en moeder van twee volwassen jongens (van wie de een schrijver dezes is) heeft geen doctorsgraad, alleen een herinnering aan haar eigen kindertijd in Ohio waarin ze vlierbessen plukte in de straat en eens - stel je dat nu eens voor - huisje speelde in een kartonnen doos midden op de straat. 

"Er was toen niet zoveel verkeer,"zegt Wilcox, en iedere buurt had wel vrije plekken. Vrije ruimte was belangrijk. verder waren onze moeders gewoon overdag thuis en zij kenden iedereen in de buurt, dus was niemand bezorgd over ons."

Er steekt een heel brok gezond verstand achter Wilcox's heimwee naar haar oude trapveldjes. Uiteindelijk moet je toch ergens  kunnen spelen - bij voorkeur ergens waar het vrij en veilig is en waar niet de volwassenen alles bepalen - maar die mooie speelplekken worden zeldzaam. 

"Bij alle haast om winkelcentra en kantoren neer te zetten," zegt Clemens, "denkt niemand er aan waar de kinderen nog kunnen spelen. Dat brengt geen geld in het laatje."

Waar zijn ze gebleven, die vrijplaatsen om te spelen? 

"Zoiets bestaat praktisch niet meer", klaagt stadsontwikkelaar Robin Moore, voormalig president van de Internationale Vereniging voor de Rechten van het Kind om te Spelen (International Association for the Child's Right to Play). 
Dankzij wijken zonder zijstraten, verstopte wegen en de alom overheersende opmars van de commercie, "is alle vrije ruimte bezet", zegt Moore. 

Roger Hart, een sociaal-psycholoog aan de stedelijke universiteit van New York, noemt een algeheel "gebrek aan investering in de publieke ruimte", een van de redenen waarom kinderen minder uiten spelen. Hart zegt:

"De mensen zijn gewoon bang geworden van veldjes met hondenpoep (animal waste)". 

"Daarenboven is de gemiddelde gezinsgrootte kleiner geworden en staan de huizen in de voorsteden verder van elkaar; kinderen hebben gewoon meer tijd nodig alleen al om elkaar te treffen", zegt Moore.

angst van ouders is ook een factor. Angst voor aanranders, bacteriën, inzoomende carera's (SUVs). Buren met geweren. Buren die hun kinderen geraffineerde suiker laten eten. De lijst is zo lang als een zondagskrant en wordt met iedere nieuwe editie weer langer. 

"het is altijd zo geweest," zegt Hart, "dat kinderen met elkaar speelden en zo samen een kritische massa vormden waarmee ze het voor elkaar veilig maakten. De tijd dat kinderen zelf hun eigen plannetjes maakten is voorbij." 

Hun bange en ambitieuze ouders maken die plannen wel voor hen, maar die plannen zijn helaas niet al te evenwichtig. Een moeder uit een voorstad van Chicago, die anoniem wil blijven, belde een schoolvriendje van haar dochter om af te spreken om te spelen. De kleuter was al helemaal volgeboekt. "Kinderen schijnen vandaag de dag altijd ergens heen onderweg te zijn", klaagde de teleurgestelde moeder. 

Een plek waar de kinderen nog wel heengaan is Chuck E. Cheese, een keten van pizzeria's met videospelletjes, waar hele gezinnen zich kunnen vermaken in afgezonderde ruimte met airconditioning, afgeschermd met tourniquets om de Grote Boze Wolf buiten te houden. Dit soort ondernemingen vult de ontbrekende speelplek op met heel wat modernere en veiliger "edutainment" ('opvoedende ontspanning'). het is een groeiende bedrijvigheid. 

Randy White is hoofddirecteur van de White Hutchingson Ontspanning en Educatie Groep in Kansas City, Mexico. zijn firma ontwikkelt speelplekken die op grotten lijken tot 30.000 voet2 groot. Een soort droomgrotten dus, geprefabriceerd vermaak, kunstprojecten, kostuums, objecten en zelfs nagemaakte visplekken. 

"We gaan het gratis spelen weer invoeren", zegt White. 
Vrij spelen met een prijskaartje dan wel. Zijn spelobjecten kosten tot tien dollar per persoon. 
"Als ouders niet veel hoeven te betalen voor iets, dan denken ze dat het ook niet opvoedkundig genoeg is", zegt hij.

Als kinderplezier zichzelf moet bewijzen in opvoedkundige termen en het niet voldoende is dat spelen gewoon leuk is, dan is het droevig gesteld met de wereld. Toch is het niet anders. 

Neem bijvoorbeeld dit: sinds de jaren tachtig waarin de beweging voor standaard-eisen aan de opleidingen opkwam, hebben honderden Amerikaanse basisscholen het speelkwartier afgeschaft. In Atlanta zijn ze allemaal overal al afgeschaft en andere districten volgen dezelfde trend. Zal een dag zonder speelpauzes de testuitslagen verhogen, of de kinderen helpen beter te leren? Daar is geen spoor van bewijs voor. daarentegen is er voldoende bewijs dat het ononderbroken in de klas zitten eerder zowat gestoord maakt, zoals onderwijzers in Atlanta nu beginnen op te merken. Veelvuldig onderzoek toont aan dat als je de speelpauzes afschaft, de concentratie van kinderen drastisch daalt. Dag, pauze! Hallo, Ritalin! 

Rebecca Lamphere, 25, uit Virginia Beach, Virginia, is een spelactiviste, om eens een lelijk woord te gebruiken. Haar missie begon zij drie jaar geleden, toen zij merkte dat de speelplaats van de school naast haar huis altijd leeg bleef. De schoolleiding had een "speelpauze-vervangend" programma gelanceerd, Lopen en praten (Walk 'n Talk) genaamd, dat de kinderen na lunchtijd vier oranje kegels op de vloer liet neerzetten. 

"het was bedoeld als 'sociaal tijdje',"zegt Lamphere, "maar de moesten allemaal een kant op lopen en zachtjes praten."

Lamphere was niet blij dat haar dochter Charleen naar die kleuterklas moest, en zo begon ze haar protestactie. Ze liet ene petitie rondgaan, ze zocht contact met ontwikkelingspsychologen en kreeg uiteindelijk de aandacht in de heel Virginia. Jongstleden april stelde de stad Virginia Beach het dagelijks speelkwartier weer in en de staat Virginia volgde vijf maanden later.

Is dit nu het spel dat we moeten spelen?

De verdedigers van het vrije spel hebben een manier om het aan te prijzen als ging het om broccoli: gezond en vol vitamines, maar bepaald niet spannend. 

"Kinderen moeten leren zelf de weg te vinden en voor hun veiligheid te zorgen", zegt Rihard Cohen, een ontwikkelingspsycholoog en maker van de spelprogramma's in de Brookfield dierentuin net buiten Chigaco.

Wat een lol! Op hun grimmigst klinken de spelgeleerden als Stuart Brown die vertelt van een onderzoek in de gevangenis van Texas; de gevangenen vonden iets gemeenschappelijks in hun kindertijd: "Zij deden niet mee met het ongeorganiseerd zo-maar spelen", zegt hij - de al zo angstige ouders een reden et meer gevend om voor werkelijk zowat alles in dodelijke angst te leven.

Vrees... de natuurlijke vijand van spelen

De vrees is dat het missen van een Franse les de latere toegang tot [de] Yale [Universiteit] zal beletten. De vrees om junior naar buiten te laten gaan eindigt met het hem als vermist opgeven bij de politie. Moeten we nu aan het lijstje angsten, sommigen neurotisch, andere reëel, nog weer eens de angst toevoegen dat het niet kunnen spelen de geestelijke ontwikkeling van de kinderen belemmert, hun hersens klein houdt en hen in de gevangenis doet belanden? 

Dergelijke obsessies, hoe goed ook bedoeld, vormen nu juist het probleem; meer van dit soort geluiden uitzenden lost niets op. De ouders zullen hun kinderen blijven vertellen dat rondhangen niet goed voor hen is; ze zullen de deur wel openen, maar hun kinderen buitenshuis toch volgen. alleen maar werken en nooit spelen kan ook volwassenen dom maken en soms zelfs een beetje paranoïde.

 

Start Omhoog