[Terug naar Bronnen - Algemeen] 

Citaten uit:

Opinie:
Hebben ideologieën nog recht van bestaan in 2010?
NRC, 2002-dec-21 

De democratie kan zonder ideologie
Luuk van Middelaar

Voor het functioneren van een liberale democratie is het niet van belang dat partijen verschillende opvattingen huldigen. Ergo: de democratie heeft geen ideologie nodig, vindt Luuk van Middelaar. [...]

In fundamentele zin - dus even afgezien van conjuncturele spijt over spoor of water -, zal de 'vermarkting' van de samenleving zich onherroepelijk voortzetten. De 'markt' is de plek waar losse individuen in vrijheid en (dus) op een efficiënte manier transacties met elkaar aangaan.

De markt schept daarmee niet alleen economische welvaart, maar organiseert ook een vorm van politieke orde. Precies dat type politieke orde dat past bij een tijd van individualisering en democratisering, waarin de ongebonden deelnemers aan het sociale leven bij het vervullen van hun projecten en het najagen van hun verlangens, niets of niemand meer als obstakel boven zich dulden. Maar een dergelijk inzicht stuit op een morele afweer. [...]

Het ontgaat niemand dat de sociaal-economische verschillen tussen 'links' en 'rechts' almaar dunner worden. De tegenstelling tussen Arbeid en Kapitaal, die het Europese politieke landschap sinds de negentiende eeuw structureerde, heeft definitief haar relevantie verloren. De strijd gaat nu tussen de grote aandeelhouders en de kleintjes; onder een beurskrach lijden wij allemaal. Ook de tegenstelling tussen Staat en Markt, een latere kapstok voor links/rechts, verliest aan relevantie. Fiducie in een planeconomie heeft niemand meer: zelfs de laatste communistische heilstaat Noord-Korea laat sinds enkele maanden 'kapitalistische zones' toe. Anderzijds erkennen ook de meest verstokte liberalen dat een vrije markt alleen kan functioneren binnen een door een staat afgedwongen juridische orde.

Zo wordt de 'ideologische' bandbreedte waarin politieke partijen opereren steeds smaller. Het maakt steeds minder uit wie de verkiezingen wint. [...]

Voor het functioneren van een liberale democratie is het niet van belang dat de partijen verschillende opvattingen verkondigen. Individuen hebben geen ideologie nodig; zij redden zich prima. Belangrijker: de democratie heeft geen ideologie nodig. De enige noodzakelijke voorwaarde voor de democratie is dat er meer partijen zijn. Partijen die om beurten de macht bekleden, de baantjes verdelen, de rechters benoemen, de ene groep of de andere groep bevoorrechten, en dit alles zodat er niet eentje te machtig wordt.

Een dergelijk systeem is niet zielloos maar functioneert prima, zo had Montesquieu al begrepen. [....]

Let wel: Montesquieu signaleerde dit vóór het tijdperk van de ideologie (dat grof gezegd aanving begin negentiende eeuw, toen conservatisme, liberalisme en socialisme zich uitkristalliseerden tot politieke stromingen). Wat nog niet bestond, miste hij dus niet. De huidige Amerikaanse democratie, met zijn fifty-fifty-uitslagen, lijkt aardig op zijn beschrijving. [...]

[Z]odra één ideologie aanspraak maakt op de absolute waarheid en genoeg aanhang vindt om de macht te grijpen, valt het hele pluralistische systeem in duigen. Zo gebeurde het in 1917 en 1933 in de prille democratieën van Rusland respectievelijk Duitsland met staatsgrepen gedragen door een politiek-religieus project.
Die willen wij graag vermijden. [...]

Na nazibruin en sovjetrood doet nu islamgroen een zet tegen de modern-democratische onbepaaldheid. Deze nieuwe geopolitieke constellatie zal onvermijdelijk haar weerslag krijgen op de Nederlandse verhoudingen. Die gezellige onbepaaldheid krijgt weer een lading. De politieke grenzen tussen binnen en buiten, tussen vriend en vijand, zullen opnieuw moeten worden bepaald. Dat gaat al met stekeligheden gepaard.

In de nasleep van de aanslagen op het WTC werd een Marokkaanse Amsterdammer met sympathie voor de fundamentalistische kapers de opleiding tot soldaat ontzegd: eerste, verstandige, beslissing van Berufsverbot naar Koude-Oorlogsmodel. In Vlaanderen organiseren Arabische immigranten zich inmiddels in een politieke partij; in Nederland zal dat bij de verkiezingen van 2007 ook het geval zijn (ik gok op Nederlandse Allochtonen Partij '07). Nieuwe splijtende tegenstellingen.

Wie weet denken wij al in 2010 met weemoed terug aan het bewonderenswaardig stuurloze geschipper van de westerse democratie, in die knusse tijd tussen de val van de Mauer en het eerste vliegtuig in de Tower.

 

Ideologieën zijn wel degelijk relevant 
Bart Tromp 

Wie de keuze tussen links en rechts in de politiek voor achterhaald verklaart, blijkt de deur open te zetten voor een populistische revolte die tot een herleving, in andere vorm, van de links-rechts tegenstelling leidt, meent Bart Tromp. [...]

Onder paars werd het verschil tussen 'links' en 'rechts' inderdaad tot achterhaald verklaard, met hartelijke instemming van wat de voornaamste oppositiepartij had moeten zijn, het CDA. [...]

Onder Paars werden politieke meningsverschillen gemaskeerd als technische kwesties. Vermeende technocratie kwam in de plaats van politieke keuzen. [...]

In feite was Paars natuurlijk helemaal niet een politiek-ideologisch neutrale regering. De coalitie nam de neoliberale agenda over die de eerdere kabinetten-Lubbers al hadden opgesteld. Het was al privatisering, deregulering, marktwerking (zonder marktordening), verwaarlozing en negering van de toenemende ongelijkheid in leefkansen en inperking van het publieke domein (met als gevolg beknotting van de politieke democratie). Het extreem-ideologische karakter van dit beleid blijkt uit het gegeven dat dit vrijwel nooit was gebaseerd op een feitelijke analyse van mogelijke voordelen en waarschijnlijke nadelen, maar op een blauwdrukdenken waarin abstracte economische rekensommen als hoogste wijsheid golden.

De teloorgang van de Nederlandse Spoorwegen als gevolg van een volstrekt ondoordachte pseudo-privatisering is hiervan het meest spectaculaire voorbeeld. [...]

Wie de keuze tussen links en rechts in de politiek voor achterhaald verklaard, blijkt de deur open te zetten voor een populistische revolte die zich eerst ook boven links en rechts zegt te verheffen, maar al snel en onherroepelijk tot een herleving, in andere vorm, van de tegenstelling tussen links en rechts leidt. [...]

Wat leert deze episode over de rol op langere termijn van ideologieën in de politiek? Op zijn minst dat hun verwaarlozing een hoge prijs met zich mee kan brengen. Vanuit historisch perspectief valt over hun toekomst dit te zeggen:conservatisme, liberalisme en socialisme of radicalisme, de drie grote ideologische stromingen, ontstonden tijdens en vlak na de Franse Revolutie. Zij waren allereerst een politieke plaatsbepaling ten aanzien van de omwenteling die zich toen voordeed. De Franse Revolutie, en de filosofische inspiratie daarvan, de Verlichting, vormen echter niet zozeer een breuk met het ancien régime in Europa als een lang uitgestelde politieke reflectie op twee verwante historische processen die drie eeuwen eerder op gang waren gekomen: het ontstaan van territoriale staten als de overheersende vorm van politieke macht en de groei van het kapitalisme tot de dominante vorm van economisch handelen, tezamen meestal aangeduid als de 'opkomst van het westen' en opgevat als 'modernisering'.

Terwijl de liberale grondhouding er één werd van aanvaarding en ondersteuning van deze modernisering, stelde het conservatisme daarvan de gevaren centraal in een weerwoord dat het behoud van het oude propageerde als medicijn tegen de ontwrichtende wijze waarop dit dubbele moderniseringsproces korte metten maakte met de traditionele vormen van samenleven. Het socialistische of radicale antwoord kwam erop neer dat het moderniseringsproces in een meer egalitaire en rechtvaardige manier moest worden geleid, en daarna of daarnaast, dat het in menselijk opzicht 'gebreideld' moest worden, zoals Willem Banning, lang voordenker in SDAP en PvdA, het formuleerde. [...]

Zelden waren of zijn die partijen alleen conservatief, liberaal of radicaal. Meestal zijn in hun programma's elementen van alledrie te vinden, ook al overheerst er één. [...]

De drie ideologische basisposities ten opzichte van het moderniseringsproces, dat in de afgelopen dertig jaar alleen maar aan scherpte en intensiteit heeft gewonnen ('mondialisering'), blijven bestaan en zullen eerder radicaliseren dan aan belang inboeten. Dat staat voor mij buiten kijf. Het is echter een andere kwestie of deze posities gearticuleerd zullen worden door grote politieke partijen, die in de rijke landen steeds meer verlengstukken van de staatsmachinerie zijn geworden in plaats van vormgevers van publieke wil. Zonder politieke partijen die stem geven aan deze basisposities is politieke democratie misschien wel mogelijk, maar niet erg relevant. Dan neemt wel de waarschijnlijkheid toe dat deze ideologische houdingen op andere wijze maatschappelijk gekanaliseerd worden, in kortstondige maar destructieve populistische oprispingen, vormen van religieus fundamentalisme of one issue-protestbewegingen.

[Terug naar Bronnen - Algemeen]