Start Omhoog Weblog Wat is nieuw English

Opinie # 17

Een loser lost schoten

en Erfurt ligt om de hoek

Eind april 2002 schoot een 19-jarige jongen in Erfurt, Duitsland, 17 mensen en zichzelf dood.
Dit is heel wat dichterbij dan de Verenigde Staten, waar zoiets al veel vaker is gebeurd.
Aan de doden zijn wij verplicht hierover na te denken: is dit een incident of zijn er tendensen die we moeten onderkennen?
Zo komen we te spreken over contact tussen ouders, leraren en jeugdigen - of gebrek aan zulk contact, over massascholen en vervreemding, over geweld op tv of pc en over het (leren) omgaan met emoties, in het bijzonder voor jongens.
OK - en kunnen we dan ook iets zinvols doen?

Wat er gebeurde 
Ouders wisten van niets 
Is er een type dader? 
... in een type maatschappij? 
Prestatiedwang 
Massascholen 
Omgaan met gevoelens 

Wat er gebeurde

Robert Steinhaüser, 19 jaar, werd al eerder in dit schooljaar van school gestuurd, het Gutenberg gymnasium in Erfurt, Duitsland. Hij was het vorig jaar gezakt voor zijn eindexamen en hij mocht dit niet overdoen omdat hij gefraudeerd had met verzuimbriefjes. Dit hield hij voor zijn ouders verborgen; hij ging zogenaamd 's morgens naar school. Hij was lid van een schietvereniging is kon blijkbaar aan wapens komen. Zijn daad moet geruime tijd en bewust zijn voorbereid. Op 26 april schoot hij 14 leraren, twee meisjes, een agent en zichzelf dood. Ouders, familie en omgeving waren verbijsterd: niemand had dit zien aankomen.

Ouders wisten van niets

De ouders wisten niet dat hun zoon van school gestuurd was. Zij wisten wel dat hij, zoals zij het in Der Spiegel vertelden, "verslaafd was aan gewelddadige computerspellen".

"Hij zat altijd voor de computer," zegt de moeder, "het was een verslaving." De ouders hebben de stekkers uit de stopcontacten gehaald en de gehele computer afgegrendeld, maar niets hielp.

Het gezinsleven wordt "normaal" genoemd, maar er was nog maar nauwelijks contact; dit beperkte zich gaandeweg tot een enkel woord. De jongen trok zich steeds meet terug op zijn kamer en vertelde niet dat hij van school gestuurd was. Ze wisten dat hij lid was van een schietvereniging, maar niet dat hij wapens in huis had. Met name wisten ze niets van zijn gevoelsleven. Kennelijk was er wel controle op gedrag, maar geen contact met het gevoel.

"Dat is een verschrikkelijke inschattingsfout geweest. Misschien werd er teveel van hem gevraagd en was hij doodongelukkig."
"Sinds deze verschrikkelijke daad vragen wij ons telkens weer af waar de haat en de wanhoop van Robert vandaan kwamen en waarom wij daar van tevoren niets hebben gemerkt."

Ook de ouders in Litteleton, waarover wij al eerder schreven, wisten weinig meer van het gevoelsleven van hun zonen. In een recenter gebeuren, de vijftienjarige Charles Bishop, die begin januari 2002 met een vliegtuig tegen een wolkenkrabber in Tampa, Florida, vloog, was dit ook het geval. "De moeder van Bishop had er geen idee van dat haar zoon sympathiseerde met Bin Laden."

Ook in een ander verhaal lezen we: "Hun ouders wisten van niks." (WD 27 maart 2003) Hier ging het over de 16- en 17-jarige Amsterdamse scholieren die ineens zoek waren: ze waren naar Tsjetjenië gegaan om daar tegen de Russen te vechten. "De twee jongens zijn vanaf 11 september 2001 bezig geweest hun reis voor te bereiden." Ze waren toen dus 14 en 15 jaar jong. Na twee jaar van voorbereiding - ze hadden getraind, hadden veel geld, een visum en een ticket - lezen we "Hun ouders wisten van niets". Verbijsterend. 

"Mijn ouders waren boos dat ik zomaar weg ben gegaan. Ze waren heel blij dat ik weer terug was."

De jongste wil als martelaar terug naar Tsjetjenië. Maar:  

"Nee, we praten er nu niet meer over."

Is er een type dader?

"Bishop was een eenling. Hij had weinig vrienden. Hij was een jongeman die psychisch in de knoop zat," meldde de politie van Tampa. De Duitse Robert was volgens zijn schoolgenoten een "onopvallende jongen", die soms ook "vrolijk" was. anders dan de jongens van Littleton, was hij nooit opvallend, bijvoorbeeld zwart, gekleed.

In Der Spiegel noemt Steffen Dauer, een psycholoog, een aantal kenmerken die, zoals hij ze noemt, Amokläufer [amokmakers], gemeen hebben: "Ze zijn introvert, hebben een slecht contact met hun sociale omgeving en voelen zich gedurende een langere periode gekrenkt en teleurgesteld. Ze doden meestal in het wilde weg, reageren zo spanningen af. De eigen dood is al ingecalculeerd."

... in een type maatschappij?

We kunnen wel proberen de daders te typeren, maar dit leidt tot niets. Na Littleton is dit in de VS omstandig geprobeerd en het leidde tot weinig anders dan absurditeiten. Jongeren die bepaalde kleding dragen of bepaalde woorden gebruiken, en zelfs kinderen die "pang pang!" spelen worden uit de klas geplukt en naar de schoolpsycholoog gestuurd, die er verder ook niets mee kan doen - of meteen naar de politie. We hebben een voorbeeld hiervan opgenomen onder de titel "Zero Intelligence".

We kunnen beter naar de omstandigheden en de omgeving kijken. Er is een contactuele omgeving, er is een klas en een school in een maatschappij. Hier vinden we wel kenmerken waar we misschien iets mee kunnen doen.

We zien slecht contact tussen jeugdigen en hun ouders. We zien tieners die zich helemaal terugtrekken en die met gewelddadige spellen bezig zijn. In Japan schijnt dit veelvuldig voor te komen, tot jongeren toe die zich letterlijk maanden lang opsluiten. We zien massascholen in een op prestatie gerichte maatschappij. We lezen over de vele zelfmoorden van scholieren, wederom in Japan, maar ook hier, waar onlangs nog een ongeveer tienjarig meisje zich van kant maakte omdat ze dacht dat ze fouten in haar huiswerk had gemaakt. Zo ver van huis is dit niet: Japan, de VS, Duitsland, Nederland, het is eenzelfde type cultuur en samenleving. We zullen daar toch kritisch naar moeten kijken. Hier in Nederland kunnen we de beschikbaarheid van wapens redelijkerwijs buiten beschouwing houden. In de VS zijn deze massaal voorhanden, hier gelukkig niet - en laten we dit maar zo houden. We zullen wel naar andere tendensen moeten kijken.

Prestatiedwang 

Dit is een kenmerk van onze gehele cultuur. De standen zijn, formeel althans, afgeschaft en er zijn nu gelijke kansen - maar die moet je dan ook wel benutten, dus er zijn gelijke eisen, dus een wedloop. De bedoeling is een winner te worden, geen loser. Maar niet iedereen kan winnen.

In de VS zijn intussen zoveel schoolmoorden gepleegd dat men er statistisch onderzoek naar kon doen. In een onderzoek naar 209 van die gevallen, inclusief zelfmoorden, bleken er twee pieken in de loop van het schooljaar: in de herfst - als de school net op gang begint te komen - en in de lente - als gaat blijken wie de losers zullen worden.

We kunnen deze prestatiedwang relativeren en verminderen. Het gaat ook om andere waarden in het leven dan winnen en verdienen. We kunnen aandacht schenken aan de losers als persoon.

Massascholen 

"De menselijke maat is weg", zei D66-politica Ursie Lambrechts al (NRC 24 maart 2001), "Het blijkt dat leerlingen en docenten zich het prettigst voelen in een kleine, overzichtelijke school met, zeg, maximaal 600 leerlingen. Zijn het er meer, dan kent niemand elkaar nog."

Anonimiteit en massaliteit zijn, zo zegt René Diekstra, de ouders van de haat. Hij ziet dit gebeuren op het Internet, waar men, hiernaar zoekend na de Litteton moorden, ruim duizend haat-sites aantrof. Anderen zien dit verschijnsel ook op de 'onderwijsfabrieken': schaalvergroting resulteert in vervreemding en dit is een basis voor criminaliteit (Diekstra in Wegener Dagbladen op 21 mei 2002, De Graaff op 3 mei 2002).

Het onderwijs zelf in onpersoonlijker geworden, mede door de intrede van de computer en het studiehuis. De docent moet weer voor de klas, zegt een groep die het weten kan, terug als voorbeeldfiguur. Gote school - minder zicht op het kind. Dit treft vooral de leerlingen die een achterstand oplopen - wellicht de toekomstige schoolverlaters.

Je kunt wel hekken, poorten, pasjes en schoolagenten neerzetten om een veilige school te bereiken, uiteindelijk draait het om het persoonlijke contact tussen alle betrokkenen. In het voorbeeld van Erfurt zagen we al dat 'modelgedrag' niets helpt of voorkomt. Nu ja, het is gemakkelijk, maar veel van die schoolschieters worden nu juist beschreven als onopvallende leerlingen. De kunst is om ook hen te zien en als persoon te benaderen - ook de grijze muizen die niet opvallen. Wie weet wat voor heftige gevoelens deze niet allemaal opzijschuiven en niet uiten, dus niet verwerken.

Omgaan met gevoelens

Net zoals na Littleton, komt na zoiets meteen de discussie los over het geweld op de tv en in de computerspellen. Geweld in films e.d. is misschien te verminderen, maar aan geweld in het nieuws ontkomt ook het Jeugdjournaal niet. Het is er nu eenmaal, in de wereld.

Welke invloed tv-geweld heeft, is eindeloos onderzocht. Zo gaandeweg werden de onderzoekers het erover eens dat die invloed er inderdaad is. Het punt is natuurlijk hoe de kijker dat verwerkt en daarbij komt weer het emotionele contact met de ouders om de hoek kijken. Ook hier gaat het weer niet zozeer om controle, als wel om persoonlijke betrokkenheid en om contact met het gevoelsleven van de jeugdigen - dus om persoonlijk contact.

Geweld in computerspellen blijft ter discussie staan. Hier lopen de meningen uiteen. Het moet wel invloed hebben, dat doden punten en plezier oplevert. Anderen zien het meer als een spel of sport en als een uitlaatklep. Ook hier gaat het er uiteindelijk weer om hoe de speler de gevoelens van opwinding, mogelijk ook van haat, maar ook die van onmacht, verwerkt.

Het gaat dus om het leren omgaan met gevoelens. Dit zou heel goed op school kunnen gebeuren. In de NRC rubriek "Schoolvoorbeeld" staan er vrijwel wekelijks uitstekende voorbeelden vermeld - wij gaven hier al eerder een voorbeeld van - hoe je dit zou kunnen aanpakken in de lessen drama, sport, maar ook in de gewone lessen en in de dagelijkse omgang.

In onze cultuur zijn met name jongens hier zwak in, evenals een deel van de mannen. We spraken er al over in Opiniestuk # 6, genaamd "Tijd nemen voor jongens". Jongens komen op school al minder tot hun recht dan meisjes. Jongens zijn toch meer vitaal ingesteld, meisjes meer verbaal. Freerk Ykema wijst ook op de testeron-explosie die jongens juist in het voortgezet onderwijs meemaken (dVk 21 febr. 2001). Veel jongens zien al weinig van hun hardwerkende vader thuis en op de basisschool zien ze vooral juffen.

"Het lijkt of niemand de puberjongens nog leuk vindt. Bij de rapportbesprekingen gaat het bij acht van de tien meisjes over hun kwaliteiten, bij acht van de tien jongens hebben we het in de docentenkamer eerst en vooral over hun lastige gedrag" [...]
Ik vind het jammer dat maar weinig docenten een echte emotionele band hebben met de jongens in hun klas. Als ze al een band hebben, is die meestal bestraffend of corrigerend. Zelden een band van: 'ook al ben je nu nog zo aan het klunzen, ik zie wat je in je mars hebt'. Uiteindelijk draait het toch om communicatie. Dat vergt bij jongens een andere weg."

We kunnen dus wel iets doen. Zolang we geen politici zijn hebben we op de grootte van de scholen weinig invloed, maar op de scholen zelf kunnen we kleinschaligheid en een contactrijke sfeer zo veel mogelijk bevorderen als docent, ouder of als leerling. We kunnen als persoon contact opbouwen, in stand houden en verbeteren met de jeugdigen in onze omgeving, in het bijzonder het contact met hun gevoelsleven leggen en onderhouden.

 

Lees meer over dit onderwerp

Start Omhoog Weblog Wat is nieuw English