Start Omhoog

Citaten uit

Het verschil tussen noden en wensen

Het heeft de Nederlandse verzorgingsstaat altijd ontbroken aan een manier om onderscheid te maken tussen dringende noden en wensen, waarvoor hulp niet nodig is, vindt Kees Schuyt.

NRC Opinie maandag 24 juni 2013

Dit is een sterk ingekorte versie van de 2e J.A.A. van Doorn-lezing, die op 24 juni werd gehouden aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam. De gehele tekst van „Noden en wensen, de verzorgingsstaat gezien als historisch fenomeen” is te raadplegen op: www.eur.nl/fsw/vandoornleerstoel .
Kees Schuyt is emeritus hoogleraar sociologie en is nu J.A.A. van Doorn Fellow op het NIAS te Wassenaar.

De Nederlandse verzorgingsstaat heeft geen ingebouwd mechanisme gehad om onderscheid te maken tussen

wensen, waarin mensen het beste zelf kunnen voorzien, en
noden, waar overheid en samenleving omwille van sociale rechtvaardigheid te hulp moeten komen.

Door economen wordt dit onderscheid tussen noden en wensen altijd krachtig ontkend. Mensen hebben slechts individuele voorkeuren, op grond waarvan men rationele keuzen maakt [... ...].

Omdat bij de huidige herinrichting van de samenleving nog steeds dezelfde politieke besluitvormingsmechanismen met dezelfde pressiegroepen werkzaam zijn, wordt het tijd het verschil tussen noden en wensen principieel onder ogen te zien. [...]

Als een wens niet wordt vervuld, is dat vervelend en frustrerend, maar men kan de voorkeur aanpassen aan of vervangen door wat er wel te behalen valt. Het niet vervullen van noden brengt schade toe aan iemands persoon [...].

Noden kennen een objectiveerbare kant, terwijl wensen volledig subjectief gewogen en gekozen worden. Noden zijn verzadigbaar, terwijl wensen in beginsel onverzadigbaarheid kennen. Bij noden gaat het altijd om de vervulling van een noodzakelijke voorwaarde voor een decent menselijk bestaan, bij wensen ontbreekt die noodzaak. [...]

De centrale vraag naar het onderscheid tussen noden en wensen is: dienen de subjectieve en zo zeer uiteenlopende wensen van mensen op dezelfde wijze als noden en noodsituaties door overheidsregelingen en -interventies te worden vervuld of opgevangen? Waar het om gaat is dat er een harde kern van objectiviteit aanwezig is bij de definiëring van noden. Echte deprivatie is nooit relatief. [...]

Het cruciale probleem van de [bureaucratisering van de] verzorgingsstaat na de uitbouw van voorzieningen was en is de onmogelijkheid om scherp onderscheid te (blijven) maken tussen:

de echte probleemgevallen,
de net-echte probleemgevallen,
de net-niet echte gevallen,
de niet-echte gevallen (oneigenlijk gebruik),
de opzettelijk niet-echte gevallen (fraude).

De geschiedenis van geconstateerde fraude met het persoonsgebonden budget of de vervijfvoudiging van dyslexie-vergoedingen in één jaar tijd vragen om een correctie van het mechanisme van vraagsturing. [...]

De fraude van Bulgaarse spookburgers is slechts mogelijk in een geautomatiseerd en overdadig gebureaucratiseerd bestuurlijk bestel, waarin het niet meer nodig lijkt te zijn de eigen burgers en medeburgers te kennen en te ontmoeten.

Het onderscheid tussen wensen en noden is vooral toepasbaar bij de vraag waar collectieve verantwoordelijkheid op zijn plaats is en waar individuele verantwoordelijke begint. Op dit moment wordt ongenuanceerd en ongedifferentieerd vanuit de politieke ideologie een beroep op eigen verantwoordelijkheid ingeroepen, ook voor die situaties waar de nood het hoogst is. [...]
Het uitruilen van nooddossiers is precies wat daarbij niet hoort.

Vaak worden de uiteenlopende principia van sociale rechtvaardigheid (gelijkheid, prestatie, nood) door elkaar gehaald en met elkaar verward.

Als men inkomenspolitiek (een kwestie van nationaal burgerschap) wil bedrijven via gezondheidszorgregelingen (waar fysieke en mentale nood centraal staan) sticht men verwarring. Als men existentiële nood van mensen in de laatste levensfase voornamelijk gaat behandelen vanuit een instrumentele kosten-baten analyse sticht men niet alleen verwarring bij alle betrokkenen, maar wordt deze aanpak beledigend en inhumaan. De economisering van het levenseinde brengt vele ouderen en langdurig zieken in gewetensnood. Een fatsoenlijke samenleving zou dat dienen te voorkomen. [...]

Concluderend:

Het onderscheid tussen noden en wensen is zinvol en toepasbaar te maken. Het biedt een nieuwe argumentatie voor oude problemen, die de verzorgingsstaat vanaf zijn begin hebben vergezeld. Een nieuw begrippenstel lost natuurlijk niet alle vragen en problemen op waar de hedendaagse verzorgingsstaat mee wordt geconfronteerd en mee worstelt, maar het biedt tenminste een basis, waarop alle toekomstige richtingen en herinrichtingen van onze samenleving rekening mee zullen moeten houden.

Start Omhoog