Start Omhoog

Citaten uit:

Structuur vmbo draagt mislukking al in zich

Beleidsmakers hebben voor de vmbo een perverse structuur gemaakt. De bovenbouw kent 70 richtingen. Het is een doolhof waarin leerlingen verdwalen.

Ben van der Hilst,
directeur van het Centrum voor Nascholing Amsterdam en oud-rector van diverse scholen;
Trouw 23 oktober 2007

In het voortgezet onderwijs hebben we een perverse structuur gecreëerd voor het vmbo, die de kwetsbare helft van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs ernstig treft in de ontwikkeling van sociale cohesie, taalontwikkeling en voorbereiding op een beroepsopleiding.

[...]

Een leerling die naar het vmbo gaat (vaak onjuist beroepsonderwijs genoemd), krijgt eerst twee jaar lang theoretisch gericht onderwijs, versnipperd over een groot aantal vakken en een groot aantal docenten. Veel docenten zien een klas slechts twee of drie keer per week, waardoor persoonlijke betrokkenheid en goede begeleiding nauwelijks mogelijk zijn.

De bovenbouw van het vmbo (klas 3 en 4) staat volledig los (ook qua docententeam) van de eerste twee jaar, waardoor er geen sprake is van een doorlopende leerlijn voor zwakkere leerlingen.

Die bovenbouw heeft een zeer ingewikkelde structuur met ongeveer 70 verschillende richtingen. Iedere vmbo-school biedt maar enkele van die richtingen aan, vaak gebaseerd op toevallig op die plek aanwezige schooltypes uit de jaren vijftig. Dat betekent dat de leerling al op twaalfjarige leeftijd een goede keuze moet maken, of dat de leerling, wat meestal gebeurt, na de onderbouw kiest uit de toevallig aanwezige richtingen op de vestiging waar hij terecht is gekomen. Een derde mogelijkheid is dat hij na twee jaar weer van school verandert, maar de scholen zullen niet stimuleren dat leerlingen weggaan.

De programma’s in de bovenbouw van het vmbo zijn halfslachtige, gedetailleerde en dure beroepsopleidingen. Het diploma geeft vaak de illusie dat een echte beroepsopleiding is afgesloten en nogal wat leerlingen verdwijnen daarom op de arbeidsmarkt om er na enkele jaren achter te komen dat ze niet echt gekwalificeerd zijn.

[... ... ...]

Maak [...] kleine, veilige en wijkgebonden vmbo-scholen met maximaal 250 leerlingen. Vanaf de eerste dag wordt daar door een beperkte en vaste groep goed gekwalificeerd personeel aan bovenstaande competenties praktijkgericht gewerkt (niet te verwarren met beroepsgericht!) in goed uitgeruste werkruimtes.

Geen apart vak Nederlands meer, maar bij iedere docent de nadruk op taalvaardigheid, de nog steeds onderschatte sleutel tot verder leren, vergroten van het denkvermogen en maatschappelijke participatie. Niet meer vakgericht, maar leerling-gericht. Met een duidelijke binding met de wijk en met de ouders. En met een brede oriëntatie op de mogelijkheden in het mbo.

De conclusie is dat de invoering van het vmbo een mislukte onderwijshervorming is geweest. Een structuur die onontkoombaar leidt tot een schrikbarend laag rendement ondanks de inspanningen van al die docenten in vaak moeilijke omstandigheden. Een wrange conclusie die onontkoombaar noopt tot actie. De oplossingen liggen voor het oprapen, mits de foute structuur weer onderwerp van debat mag zijn.

Start Omhoog