Vorige Start Omhoog Volgende

Bescheidenheid siert de mens

Weblog # 30 - Tegenwicht, 9 september 2005 

In het Einstein-jaar werden en worden we verrast met menige goede beschouwing over Einstein's ontdekkingen van een eeuw geleden. Zo verscheen in NRC Magazine van augustus 2005 een interessant artikel van Robert Dijkgraaf: "Vijf vragen voor de Einstein van nu". 

Daarin staat iets dat ons tot nu toe onbekend was, namelijk dat 

"maar vijf procent van [de] energie [in het heelal] blijkt te bestaan uit de materie en straling die in de natuurkundeboeken terug is te vinden. De resterende 95 procent is volstrekt onbekend."

"Een kwart daarvan [= van die 95%] is een onbekende vorm van materie [...] Deze zogenaamde donkere materie bestaat waarschijnlijk uit nog te ontdekken deeltjes en is volkomen onzichtbaar. Ze straalt geen licht uit en draagt geen lading. Ze kan dwars door de aarde vliegen zonder dat we er iets van merken. Het is een spookachtige gedachte dat deze schaduwwereld bestaat, zonder dat we er contact mee kunnen maken. 
De overige driekwart van het heelal is een nog vreemder verhaal. Deze lijkt helemaal niet uit deeltjes te bestaan, maar uit pure energie, die rechtstreeks in de lege ruimte ligt opgeslagen letterlijk komt hier iets uit niets."

 

Houtskoolportretten 

Dit wisten wij niet. 

Nu zijn wij, hoe geleerd ook, geen bèta's maar alpha's, en een mens kan niet alles weten. 
Ja, " e = mc2 " is uitstekend om over na te denken als je niet kunt slapen: het werkt geheid, voor je het weet ben je 'met de lichtsnelheid vertrokken'.  
Maar die 5% en die 95% zet wel aan het denken, zeker in deze tijd waarin we alsmaar lezen over 'de schepping' en/of het intelligent design. Neem ons niet kwalijk dat wij er dan ook als alpha's op door gaan. Die kwantummechanica gaat ons ietsjes boven de pet. 

Juist dit zet aan het denken

Als het de homo sapiens nog maar net lukt om vijf procent van het heelal te begrijpen, dan mag die homo sapiens wel  eens wat bescheidener worden. Hij zou eens kunnen erkennen dat er krachten bestaan die zijn aardse pet te boven gaan. Met name van pure energie weten we niets. 

Dat maakt het bestaan van hogere krachten, machten, velden, energieën of wezens alleen maar logischer en waarschijnlijker. Dat ze bestaan weten we al. We weten daar zo weinig van af dat elke poging om die krachten een naam te geven wel moet falen. "Jaweh", "God", "Allah", "Intelligent Degign" ... pogingen tot het geven van een naam aan het onbenoembare. 

Wie in de kiosken de opiniebladen een beetje volgt - wat wij doen - ziet dat er tegenwoordig een hele rij spirituele bladen te zien is. Wellicht is Prana de beste, al mogen Religie en Spiritualeit en Paravisie zeker ook genoemd worden. 

Wie daar nu en dan iets in leest, komt voortdurend termen als 'hogere energie', 'fijn-stoffelijke energie', 'hogere frequenties', 'energievelden' of 'lichtwezens' en zo meer tegen. Men spreekt er volop van een nieuw Aquarius tijdperk, van een aflopende Maya kalender, van eindigende voorspellingen van Nostradamus, van een mogelijk op handen zijnde sprong is de ontwikkeling van het bewustzijn van de mens, nu de globale mens en de mens die het heelal in kijkt. Het zou natuurlijk mooi zijn. 

Onzin? 

Zeg dit niet te snel, zolang 95% van het heelal uit 'zoiets' schijnt te bestaan en zolang we dit nog niet hebben kunnen verklaren. Bij die 95% faalt de natuurkunde vooralsnog. Zullen we dan toch maar eens gaan kijken bij de theologie, filosofie, spiritualiteit?

Bescheidenheid siert de natuurkundige, siert de homo sapiens.

 

Vorige Start Omhoog Volgende