Start Omhoog

Citaten uit

Rij-razernij

Schelden, woedende gebaren    

Maartje Somers over opvliegend weggedrag, NRC 9 april 2005

 N i e m a n d  i s  o p v l i e g e n d .  I n e e n  n o g  o n g e p u b l i c e e r d e
enquête vroegen onderzoekers automobilisten naar hun weggedrag. Bij de stelling 'ik ben snel aangebrand', kruiste niemand meer aan dan hokje twee: 'soms'.

Anderen, ja, die zijn opvliegend. Verbijsterend hoe veel opvliegenden deze niet-opvliegenden dagelijks op hun pad treffen. Verderop in de enquête vertellen ze over hun ervaringen en die liegen er niet om.

Woedende gebaren.

Opgestoken middelvingers.

Bumperkleven.

Opzettelijk snijden.

Wraak nemen door anderen de berm in te drukken.

Tot zelfs: uitstappen bij het stoplicht en woedend tegen andermans portier gaan trappen.

Maar zoals gezegd: het zijn alleen anderen die dat doen. De geënquêteerden zelf blijven doorgaans sereen, op een enkeling na die toegeeft wel eens gescholden te hebben.

[...]

DRIELETTERWOORDEN

[... R]oad rage, zoals de Amerikanen het verschijnsel hebben gedoopt, wegwoede, verkeersvenijn, rij-razernij: het beperkt zich niet tot de bumperklevers, rechts-inhalers en parkeerplaatsinpikkers. Wie als fietser te laat opstapt als het licht op groen springt, krijgt in Amsterdam woedend autogetoeter te verduren. Wie even vergeet rechts te houden, wordt luidkeels tot de orde geroepen door andere fietsers. En waar mijn schelden, gehinderd als ik word door een intens fatsoenlijke opvoeding, zich doorgaans beperkt tot "stuk verdriet!", daar heb ik op mijn beurt de hele drieletterwoordencatalogus naar mijn hoofd gehad. Opvallend bijvoorbeeld, hoe algemeen bij taxichauffeurs de opvatting leeft, dat fietsende vrouwen als "vuile kuthoer" werkzaam zijn.

[...]

Landelijk zou het gaan om vier à vijfduizend gerapporteerde incidenten per jaar.

Maar psycholoog Peter Levelt, die voor de SWOV jarenlang onderzoek deed naar emoties en het verkeer, vindt dat niet veel. Er is sprake van boosheid, zegt hij, maar de extreme gevallen van road rage, waarbij slachtoffers of zelfs doden vallen, zijn echt zeer zeldzaam.

"Slechts één promille van het aantal verkeersdoden valt terug te voeren op road rage. Ik pleit er overigens voor die term niet te gebruiken voor minder ernstige gevallen. Van echte razernij is namelijk zelden sprake. Laten we spreken over boosheid, of boze agressie in het verkeer."

Goed, agressie dan. Zijn sommige mensen daar eerder toe geneigd dan anderen? Dat is volgens Levelt moeilijk te zeggen.

"Er is te weinig onderzoek naar gedaan. Wel staat vast dat mannen eerder tot handelen overgaan. Mannen en vrouwen worden even vaak boos en ook om dezelfde dingen, maar mannen hebben eerder de neiging de daad bij het woord te voegen. Daders en s1achtoffers van road rage zijn bijna altijd mannen."

Nog een intrigerend detail: bestuurders van dure auto's worden volgens Levelt vaker van agressie beschuldigd dan die van goedkope auto's. Maar deze laatsten doen weer vaker aangifte.

[...]

Uit de dagboekjes die voetgangers, fietsers en automobilisten voor Levelt bijhielden, bleek [...]: [...]

Van frustratie maakten automobilisten eens in de 143 minuten melding,

fietsers elke 103 minuten.

[...]

"Fietsers kennen meer pieken en dalen", zegt Levelt. "Dat heeft te maken met de kwetsbaarheid van fietsers, ze komen vaker in een situatie waarin ze het gevoel hebben dat hun iets wordt aangedaan."

Aha! Balsem voor mijn ziel. Al tijden vraag ik me immers af waarom ik mijn humeur onderweg zo laat verpesten. Stress, heb ik lang gedacht. Stress, en haast, maar vooral: angst. Doordat ik zelf geen auto rijd, kan ik slecht inschatten of een auto voor mij zal stoppen en hoe lang zijn remweg is. En wie geeft mij de garantie dat die remmen werken - gesteld al dat de bestuurder van plan is ze te gebruiken?
Ja, mijn wegwoede komt voort uit angst. Een mooi excuus, vond ik altijd.

Het hield stand tot ik een keer 's avonds laat in het praatprogramma van televisiepsycholoog Dr. Phil viel. De dokter zat middenin de behandeling van deze kwestie, en natuurlijk had hij een pasklare diagnose. Wegwoede is volgens hem: arrogantie. Wie eraan lijdt, vindt diep van binnen dat iedereen voor hem uit de weg moet, omdat zijn missie die dag het belangrijkste is. Alle andere verklaringen deed de dokter af als smoesjes.

Dat kwam aan, dat moest ik Phil nageven. Wegwoede heeft dus te maken met
de grootte van het ego. Pijnlijke vraag: heeft mijn verkeersego de afmetingen van zo'n vervloekte patserbak? Is het mijn vermeende morele voorsprong, die me tekeer doet gaan tegen lawaaimakers, ruimte-innemers en luchtvervuilers? En moet ik daar dan werkelijk afstand van doen?

[...]

[... I]k neem mij, zoals elk jaar na de vakantie en na oud en nieuw, stellig voor mijn gedrag te veranderen. Meestal lukt me dit een maand of twee door op tijd van huis te gaan, denkend aan golvende korenvelden, de grootsheid van de kosmos en de relativiteit van mijn eigen noden en belangen.
Niemand is opvliegend, vertel ik mezelf. Ik dus ook niet.
Maar dan komt daar weer zo'n koleretaxi.

 

Start Omhoog