[ Terug naar het hoofdartikel ]

Citaten uit:

Moslimmoeders: praat met je kind

In Den Haag leren moeders hoe te voorkomen dat hun kinderen radicaliseren. Vooral door te blijven praten en hun intuïtie serieus te nemen.

Sheila Kamerman, NRC 15 juli 2016

[... ...] Sinds september 2015 zijn honderdvijftig Haagse moeders getraind om niet meer met de handen in het haar te zitten als ze vrezen dat hun kind radicaliseert. Met het programma Oumnia Works – Oumnia is hoop, Oum bekent moeder in het Arabisch – leren de moeders in zeven bijeenkomsten van specifiek geschoolde trainers wat ze zelf kunnen doen. En waar ze, als het nodig is, hulp kunnen krijgen.

[...] De resultaten met de honderdvijftig moeders zijn hoopvol. In Den Haag wordt het programma breder ingezet en ook andere steden gaan ermee werken.

Ouders zijn ongelooflijk belangrijk als het gaat om het tijdig opmerken van radicalisering; in het uiterste geval om verschrikkelijke aanslagen [...] te voorkomen. Maar vooral, vertelde Karima Sahla, om in een al veel eerder stadium hulp in te roepen. Of liever nóg eerder: door het kind in de opvoeding een stevige basis mee te geven zodat het minder vatbaar is voor radicale denkbeelden.

Er zijn moeders die al langere tijd rondlopen met het gevoel dat er iets niet klopt: hun dochter of zoon trekt zich terug. De cijfers op school worden minder. De islam wordt belangrijker, er wordt openlijk over de jihad gepraat. Als later blijkt dat hun kind is geradicaliseerd of zelfs naar Syrië vertrokken, is er spijt. Hadden ze maar hulp gehaald. Iets gedaan.

Radicalisering is een taboeonderwerp. De eerste reactie van moeders die te maken krijgen met radicalisering is alle luiken dicht gooien, zegt Karima Sahla. "Dat zie ik bij vrijwel iedereen. De schaamte is groot. Wat zal de buurvrouw vinden als ze het hoort? Wordt er geroddeld in de moskee? Ze bellen hooguit met een zus in Marokko."

Vaak is er ook angst voor hulpverleners. Straks halen ze mijn kind weg, vrezen veel ouders. Sahla: "We vertellen dat dat niet aan de orde is." De moeders leren vooral dat ze hun intuïtie niet moeten bagatelliseren en bij twijfel actie moeten ondernemen.

Daarnaast leren moeders dat ze met hun (jonge) kind in gesprek moeten gaan en zich verdiepen in hun leefwereld. Een goede band tussen moeder en kind werkt preventief. Dus moeten ze zich afvragen wat de kinderen op straat doen, wie hun vrienden zijn, wat ze uitspoken op sociale media.

De ouders, die nog naar cassettebandjes luisterden, hebben vaak geen idee van de kracht en snelheid van sociale media. Ze beseffen nauwelijks dat er radicale ideeën van allerlei 'google-sjeiks' via internet de tienerkamers binnen kunnen dringen. Sahla: "We maken ze bewust dat sociale media ook negatief kunnen uitwerken. En dat ze dus ook daarover moeten praten."

[...] Tijdens de training worden verschillende situaties geoefend met rollenspellen. [...] Karima Sahla: "[...] Ouders moeten zich bewust zijn van hun eigen houding. Wat zeggen ze erover tegen hun kinderen? Dat bespreken we. Gebeurt het wel eens in jouw huis dat er zo gesproken wordt? En ben je je bewust wat het effect is op je kinderen?"

Het kan ook andersom: stel dat het kind geweld goedkeurt, hoe ga je daarmee om? Als je als moeder die opvatting resoluut afwijst, hoor je niets meer. Maak het bespreekbaar, leren de moeders.

Sahla vindt het tijd dat islamitische ouders kritischer gaan kijken naar zichzelf en naar de eigen opvoeding. "De moeders maken zich grote zorgen over de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. We bespreken hun eigen rol daarin. Leer je kinderen dat ze burgers zijn van Nederland. Burgers die hier een leven willen opbouwen en een bijdrage willen leveren."

De hoop is dat de moeders de kennis verspreiden. En de vaders?
Dat is inderdaad nog wel een puntje, zegt de ambtenaar. "Er zijn al vaders geweest die zich gemeld hebben en ook graag een training willen." Daar moet de gemeente nog wat op verzinnen.

[...]
De gemeente Den Haag probeert radicalisering aan te pakken met een combinatie van 'harde' en 'zachte' maatregelen. Onder harde maatregelen valt bijvoorbeeld de stevige aanpak van ronselaars en (potentiële) jihadisten via het strafrecht. [... ...]

In het kader van de 'zachte' maatregelen werden 3.500 professionals getraind voor preventie. Ook het programma Oumnia Works is een 'zachte' maatregel. [...]

[ Terug naar het hoofdartikel ]