Start Omhoog

Occidentalisme

Samenvattende bespreking van het boek 

“Occidentalism; The West in the Eyes of its Ennemies” van Ian Buruma & Avishai Margalit; 

The Penguin Press, New York 2004 - door Dr Frans E J Gieles [*]

[*] Passages die specifiek over Rusland gaan zijn hier nog niet besproken. Deze worden later in- of toegevoegd. FG]

 

De oorlog tegen het Westen [Blz 1 ev] 

Occidentalisme is het de-humaniserende beeld van het Westen, aangetroffen in het Oosten; het is het spiegelbeeld van het Oriëntalisme, het Westelijke beeld van het Oosten als ‘Rare jongens daar, die Oosterlingen’. 

De inhoud van het occidentalisme heeft zijn historische wortels … in het Westen, van waaruit het naar het Oosten is verspreid. Het wortelt in de zelfkritiek van het Westen op het kapitalisme en het materialisme, vooral dat in de VS, vanaf Marx en al eerder. 

De Oosterse stad [Blz 13 ev] 

Het is een oude weerstand tegen de groot-stedelijke cultuur, al vanaf Babylon, dat van Godswege vernietigd of in elk geval verstoord diende te worden. Het verzet richt zich van oudsher al vooral op de prostitutie als symbool van goddeloze, dus verdorven handel. 

[Blz 22 ev] 
De eerste occidentalisten waren Europeanen. De schrijvers noemen Richard Wagner en zijn tijdgenoten. Deze stelden het idyllische Germaanse landleven tegenover de mondaine cultuur van met name het frivole Parijs - zeer gewaardeerd door de Europeaan Voltaire -, het kapitalistische Londen en het zwaar-industriële Manchester - beide bestreden door de Europeanen Marx en Engels. 

Deze kritieken culmineerden, vooral in Duitsland, in het beeld van ‘De Joden’, de ontwortelde zwervers contra het door bloed, bodem en natuur verboden Germaanse Volk. Ook in het Japan van de jaren ’20 en ’30 treffen de schrijvers zo’n anti-Westerse en anti-stedelijke kritiek aan als bij een deel van de Europese elite.

[Blz 31 ev] 
De Egyptenaar Sayyid Qutb ging in 1948 naar de VS om daar het Engels beter te laren. Hij trof daar chaotische steden aan waarin zelfs de stadsduiven ongelukkig waren, net als de mensen. Qutb schrok van de verleidelijke entourage, de voor hem schokkende mate van sensualiteit van het dagelijkse leven en van het onbescheiden gedrag van de Amerikaanse dames. Hij verlangde, zo schreef hij naar huis, naar een conversatie die nu eens niet ging over geld, filmsterren en auto’s. 

[Blz 37 ev] 
De schrijvers noemen dan met name de Duitse schrijver Gottfried von Herder (1744 – 1803) die de (Germaanse) Volksgeist met haar warmte en haar heldendom, kinderen van de Natuur, prees boven de koude Europese cultuur, bevroren door vooral de Franse filosofie – die van de Verlichting – met haar beroep op de universele Rede. 

De schrijvers treffen dit ook aan bij Mao, Pol Pot en andere oosterlingen die de stedelijke elite het platteland op joeg. Pol Pot had gestudeerd in Parijs, waar hij het marxisme had leren kennen. 

In meerdere staten in het Oosten floreerde die marxistische, communistische, socialistische ideologie – import uit het Westen allemaal. Tja, alleen faalde deze in staten als Irak en Egypte, om even naar het Midden-Oosten te kijken. Daar overheerst nog veel de stammen-cultuur. 

Het ‘zuivere landleven’ waar Herder van zong, we zien het terug bij de Taliban, die het land van ‘onzuivere smetten’ willen ‘bevrijden’. We zien het ook terug bij Hitler, die Berlijn wilde ombouwen tot Germania, een grote en (ras-)zuivere stad, bewoond door gedisciplineerde burgers, gezuiverd dus van de dwarse intellectuele elite – zoals ook Pyonyang is … 

Helden en handelaars [Blz 49 ev] 

Het martelaarschap is niet modern-islamitisch van oorsprong, maar ouder. Het berust op de Westerse notie van het heldendom, al vanaf de Kruisvaarders en eerder een ideaal. [Blz 68 ev.] 

Weliswaar zegt de Qur’an dat God de soldaat beloont die ter verdediging van het geloof sterft in de jihad, maar deze soldaat sterft in de gewapende strijd met andere soldaten, niet als zelfmoordbom, - piloot, - kamikaze, die ongewapende burgers doodt. Dit is een moderne uitvinding. 

Wel waren er in de dertiende eeuw si'ietische sekten, zoals de Assisijnen, die zich opofferden in de strijd. Zij waren de armen, de onderdrukten, de ontevredenen, veelal nog jong en hiertoe aangezet door de imams. [Blz 69, 70] 

Ook de Moslim Broederschap, Egypte, 1928, onderdrukt en wel, koesterde deze idealen. Niet minder echter offerden de nazi's zich op voor ‘het zuivere ras’. Ja, zo word je een held; zo verkrijg je “a glimps of glory by association” [blz 72]. 

De jonge man is liever een held voor een groots ideaal dan een ‘slappe’ conformistische, egoïstische en materialistische onopvallende burger in het slechts consumerende Westen … 

Het Westerse denken [Blz 75 ev] 

Het Westerse denken is, in de ogen van het Oosten, te puur rationeel, te zeer berekenend in plaats van intuïtief en gevoelsmatig. Het Oosten mist erin de Hogere Dimensie en het Juiste Pad daar naartoe, alsook het gevoel voor menselijk lijden. 

Wel, de voorrang voor gevoel en intuïtie is kenmerkend voor de Romantiek – de in het Westen geboren reactie op de Verlichting, begonnen met Rousseau, opgebloeid rond en na 1800 als reactie op de Franse Revolutie en Napoleon. 

‘De Westerse mens wordt door het Oosten gezien als een hyper-actief aards wezen, altijd op zoek naar de juiste middelen … voor de verkeerde doelen.’ 

Met Romantiek wordt hier vooral de Duitse Romantiek bedoeld en beschreven – Schiller, Schelling – met zijn prominente nationalisme en germanisme, zich wrokkig verzettend tegen het aardse Londen en het verlichte Parijs, tegen de verlichte mens die zijn weg naar de vrijheid zoekt en baant. 

Wrokkig, ook pessimistisch over de mens als lijdend aan zijn lot, altijd op weg om de verloren harmonische eenheid met God en natuur terug te vinden – en niet te vergeten de weg naar de juiste moraal. 

De in Duitsland veel gelezen romanticus en natuurfilosoof Friedrich Wilhelm Schelling verzette zich tegen Newton’s idee van een mechanisch wereldbeeld. Hij verkoos ook de Volksgemeinschaft verre boven het vrije individu van de Verlichting. Zodoende had hij grote invloed, met name in Rusland en van daar naar het Midden- en Verre Oosten. 

In Rusland treffen we Ivan Karayevski aan met zijn anti-Westerse filosofie [Blz 91]. Hij verwijt niemand minder dan Aristoteles de oorsprong te zijn van ‘de gevangenis van het rationalisme’. Erger nog: redelijkheid is het kenmerk van de niet-heldhaftige ziel. Redelijkheid zoekt naar het gemiddelde, zoals Aristoteles expliciet doet in zijn deugdenleer. De held laat zich niet leiden door de rede; hij zoekt het extreme, sterven wil hij voor zijn ideaal. Dit vond een goed gehoor in de Oosterse landen die in feite gekoloniseerd waren en die de Westerse hervormingen van hun kolonisators verafschuwden. 

Niet minder verzette de Rus Konstantin Leontiev (1853 – 1856) zich tegen het arrogante en, erger nog, a-religieuze Westerse rationalisme. We zien bij hem een bitter ressentiment tegen de Westerse moderniteit en vermeende superioriteit. Hij wordt wel “De Russische Nietzsche” genoemd. Inderdaad, ook Nietzsche’s cynische bitterheid vond weerklank, zij het niet zijn verzet tegen religie. Nietzsche: alweer een westerling. 

De wraak van God [p 102 ev] 

Naast het seculiere occidentalisme treffen we het religieuze occidentalisme aan, nu culminerend in het politieke en het religieuze islamisme. Deze ideologie ziet het Westerse materialisme als afgodendienst, het ergste wat er bestaat. 

De term jahiliyya krijgt hierdoor een nieuwe betekenis; aanvankelijk was deze ‘de tijd van onwetendheid’ voordat de profeet Mohammed de Waarheid geopenbaard kreeg. Nu betekent de term ook ‘afgoderij, materialisme, (dus) barbarisme, onmenselijkheid, Het Kwaad in absolute zin’. 

In absolute zin? Ja, in de lijn van het vroege Zoroasterisme en het latere Manicheïsme. Deze leer kent niet één Schepper, maar twee: het Goede en het Kwade. Deze voeren een kosmische strijd met elkaar, een strijd die het Goede uiteraard ooit zal winnen als de mens een beetje mee wil werken. Ja, natuurlijk, logisch: ‘Wij (het Oosten) zijn de goeden, zij (het Westen) de kwaden’. Deze leer van Goed tegen kwaad klinkt ook door in het dualisme van Plato, Paulus en Augustinus: ‘het vlees’ – vooral ‘de seks! - tegenover ‘de geest’. 

Het politieke islamisme heeft dezelfde religieuze basis maar voegt hier nog politieke elementen aan toe uit het Marxisme – ook weer een Westerse uitvinding – dus ook uit het anti-kapitalisme … hoewel men in het Oosten toch niet vies is van enige olie-dinars of dollars. 

Zo werd jahiliyya van ‘onwetendheid’ (zielig!) tot ‘afgodendienst’ (erg!), dienst aan de Mammon, en – nog erger – het ontkennen van God. Dat het Westen, met name de VS nogal door en door christelijk is, wordt hier even vergeten. Als men er wel aan denkt, dan vereert men daar de verkeerde God op de verkeerde manier. Niet best allemaal. Ten strijde dus! Het Kwaad moet vernietigd worden! 

Aldus bijvoorbeeld Sayyid Muhamad Taleqani, Iran, 1910 – 1979, in zijn strijd tegen de goddeloze shah Reza. Ayatolla Khomeiney en de zijnen namen dit gaarne over na hun revolutie van 1979. 

Vergelijkbaar qua leer en invloed was ook Abu-l-A’la Maudi, Pakistan, jaren ’20. Deze predikte al het kalifaat met de shari’a als enige wet voor een waarlijk gezuiverde islamitische wereld. 

Wereld? Ja, het kalifaat is wereldwijd en kent geen staatsgrenzen. Dus ook nationalisme is fout, net zoals democratie (God is de Enige Wetgever), dus ook het hindoeïsme, dus ook Ghandi. 

In Egypte nam Sayyid Qutb van de Moslim Broederschap deze gedachten gaarne over – en radicaliseerde ze nog maar eens: rationaliteit mag niet de nieuwe God zijn. Hij gruwde van de VS, na zijn bezoek aan het land, maar bestreed niet eens zozeer het Westen, als wel de seculiere, dus afgedwaalde, deels socialistische en werelds-dictatoriale Arabische staten. Natuurlijk ook de joden en de christenen – Rome als het duivelse centrum daarvan – die het dierlijke materialisme, het consumentisme en, erger nog, de seks vereerden: de verkeerde God op de verkeerde manier. Hiervan moest de wereld toch echt bevrijd worden, dus terug naar het Zuivere Geloof en naar God als enige Wetgever. Dus strijd, revoluties!

Een mildere leer treffen we aan bij Muhammad Iqbal, Pakistan, 1877 – 1938 [blz 123 ev]. De tawid, de eenheid en uniciteit van God, blijft bij hem een centraal begrip, maar de mens en de mensheid is toch een afspiegeling van God, dus in essentie ook één. 

Iqbal is tolerant voor seculiere staten, zolang deze de islamitische principes maar niet loochenen. Zelfs enig materialisme, emancipatie, individualisme en moderniteit kan bij hem wel door de beugel. De ontwikkeling van de mens, ook als individu, is prima, zolang de eenheid & uniciteit van God en diens wet maar gerespecteerd wordt. Alle mensen zijn toch geroepen om te geloven, dus verdienen zij respect als schepsel van God. 

Iqbal is niet de-humaniserend voor het Westen, er is geen vijand daar, geen ressentiment ertegen. Wel verzet hij zich tegen het kolonialisme en deszelfs uitbuiting van de mens. Het is goed dat er ook islamitische staten zijn en komen, maar niet elke islamitische staat is daarom ook meteen echt goed. Er hoeft geen revolutie te komen, wel ontwikkeling. 

Dit spoort met de religieus-fundamentalistische islam, die alleen in het private domein de verkeerde moraal wil bestrijden, maar die geen politieke macht nastreeft. Dit doet het politieke islamisme wel; dit zoekt politieke macht en ziet het Westen als de vijand. 

In het Westen is het geloof een privé-zaak geworden met een individueel geweten; de staten zijn seculier en politiek; kerk en staat zijn gescheiden. Dit laatste kent de islam niet. Staat en moskee zijn daar één en onscheidbaar. De zuivere moraal is geen individuele zaak maar een collectieve verantwoordelijkheid. 

Deze zuivere moraal richt zich echter vooral op de eer van de man, een centraal en cruciaal begrip in deze cultuur. Het is de eervolle taak van de man om ‘zijn juweel’ – de vrouw – te bewaken; niet: te beschermen, dit is oneervol [blz 134]. Bewaken, reguleren dus. 

Hier verschijnt de sluier annex hoofddoek. Dit kledingstuk is geen islamitische uitvinding; het stamt al van de Byzantijnen. De islam nam dit over, maar gaandeweg werd het er een obsessie. De sluier beschermt de vrouw tegen de man, die dierlijke wolf, en tegen seks, dat hele erge, Het Kwaad – overgenomen van Zoroaster en Mani en hun opvolgers met hun dualisme van Goed tegen Kwaad – lees: ziel tegen lichaam. 

De sluier annex hoofddoek is ook een statussymbool: ‘mijn juweel hoeft niet te werken, zij ‘mag’ binnen blijven; zo goed zorg ik voor haar’. Gelijktijdig is de sluier en de obsessie ervoor een symbool van verzet tegen het goddeloze Westen. Goddeloos? Ja: de verkeerde God op de verkeerde manier gediend. 

In Saoedi-Arabië treffen we het wahabisme aan, genoemd naar Muhammad Ibn Abd al-Wahhad, in de tijd van Muhammad Ibn Saud, naar wie het land genoemd is. [*] Zijn dynastie en leger veroverde Mekka, de heilige stad en zij stichtten een wahabitische staat, overigens bewapend door de Britten vanwege de oliebronnen. De staat werd rijk en sterk. 

[* Deze stroming wordt ook wel het salafisme genoemd, naar de salaf, zoals de eerste volgelingen van Mohammed genoemd werden; het woord betekent iets als 'oervader'.]

Het wahabisme sluit aan bij het hanbalisme, de meest strikt puriteinse en strenge rechtsschool in de islam – de islam kent meerdere van deze rechtsscholen, leerscholen, rechtsfilosofieën eigenlijk. 

Het zijn sunnieten, en wel fanatieke, die zich heftig verzetten tegen de heiligen van de sji’ieten en hun graftombes. Een prediker is daar per definitie eigenlijk al een strijder die op veroveringstocht gaat. Dit gebeurt dan ook: met Sadoedisch geld worden overal ter wereld moskeeën gesticht waarin het wahabisme en het anti-Westerse denken wordt geëxporteerd.   

Er is hier een dubbele moraal. De publieke ruimte en de staat is puriteins, maar privé wordt er van alle westerse genoegens genoten, al dan niet in een paleisje te Londen. Het Westen is niet minder dubbel: in ruil voor de olie bemoeit het zich niet met de binnenlandse aangelegenheden – lees: met de dictatuur en de onderdrukking van alle oppositie en vooral de vrouw. 

De zaden van de revolutie [Blz 137 ev] 

Israël … hét symbool van het decadente Westen … Hoe intens religieus het land ook is, het aanbidt de verkeerde God, dus eigenlijk geen God. Het is een bewijs van het kolonialisme van het Westen; een verlicht ‘Europees’ land met moderne techniek. Dan ook nog eens een democratisch land dat de Palestijnen onderdrukt en dat, erger nog, ook nog eens bevriend is met de VS. 

Theodor Herzl publiceerde in 1902 een ‘sprookje’, genaamd Altneuland. Het vertelt het zionistische verhaal van ‘een nieuwe samenleving’ waarin Joden en Arabieren vreedzaam samenleven. Nee, dit laatste is niet gerealiseerd, maar het boek heeft enorme invloed gehad: het zionisme. 

Die ideale samenleving lijkt aardig op de communistische droom van de jaren ’60; een droom die dictatoriaal werd opgelegd en die ook leidde tot de Goelag Archipel, de strafkampen in Siberië. De aanvankelijk als socialistisch bedoelde staten als Iran, Egypte, Syrië en Algerije kregen ook dit model van staatssocialisme per decreet opgelegd – en mislukten dus. 

Zoals de Franse Revolutie van 1789 een Robespierre, de Jacobijnen en Napoleon opleverden, zo is ook de Baath-partij in Syrië en Irak doorgeschoten naar een dictatuur. Deze Baath-partij dateert al vanaf vlak na de Eerste Wereldoorlog en na de val van het Osmaanse Rijk. Wat volgden waren de islamitische revoluties als die in Iran, aanvankelijk nog gesteund door de conservatieve bevolking, maar al ras kampioenen in dictatuur. 

L’extrêmes se touchent   

Twee extremen vonden en versterkten elkaar: de Westerse moderne rationele oorlogstechnologie en de Oosterse religieuze ijver. Oude teksten kunnen geen kwaad doen, maar moderne wapens wel … [zien we ook bij de Islamitische Staat]. Beide extremen komen samen in de zelfmoordenaars … martelaren! Paradijs! Maagden! 

Het Westen werd en wordt in het Oosten andermaal bevochten met ideeën die in het Westen zijn ontstaan. Het nationalisme, het germanisme, de discipline, de romantische ideeën van bloedbroederschap, Het Volk, Volksgemeinschaft en heldendom, we lazen ze bij Fichte en Herder, we zien ze terug in het pan-arabisme, de zelfmoordenaars en zelfs in de groepssolidariteit die een kernbegrip is in Ibn Khaldûn’s boek. 

De conclusies [Blz 147 ev] 

Het is lastig om de juiste ideeën aan te reiken; eenvoudiger is het om de ideeën aan te geven die we beter kunnen vermijden of in elk geval kritisch kunnen overdenken. 

  1. Het Westen strijdt niet als christenen tegen de islam als religie
     
  2. De beide wereldoorlogen waren een strijd tussen staten. Nu gaat de strijd tussen ideologieën die zich van de landsgrenzen niets aantrekken. Denk aan Al Qaeda, een losse organisatie zonder grenzen, desperaat en ondergronds.  
    [Ook de IS erkent geen grenzen, want geen staten – behalve de eigen ‘staat’ natuurlijk.] 
     
  3. Het oude kolonialisme en imperialisme was een fout van het Westen. Het Westen erkent dit. Dit maakt het Westen echter nog niet verantwoordelijk voor het huidige geweld in de voormalige koloniën. 
     
  4. ‘De vijand’ is niet deze of gene religieuze organisatie. Het zijn veelal seculiere staten en groepen, of minstens groepen die dit aanvankelijk pretendeerden te zijn. Ze zijn het doorgaans ook, al is men daar pro forma nog wel religieus. 
     
  5. Het occidentalisme is op zich, als idee, niet gevaarlijk, tenzij het geharnast is met politieke, al dan niet seculiere macht, zoals ook de VS dit zijn [en Israël]. Religie is op zich niet gevaarlijk; eerder zingevend, verbindend en gemeenschapsvormend. Het religieuze idee van De Ene met de Absolute Waarheid wordt echter gevaarlijk als de plaatsvervanger van Gods plaatsvervanger zich de positie van kalief aanmeet. 
     
  6. Ons occidentalisme, dit boek, gaat niet uit van een manicheïstische tweedeling tussen het Absolute Goed en het Absolute Kwaad die met elkaar strijden; wel van een kritische beschouwing van nu globaal verspreide gevaarlijke ideologieën. 
     
  7. Intolerantie is niet met intolerantie te bestrijden. Religieus geïnspireerde macht (‘Wij zijn het goede, zij het kwade’) is niet met anders-religieus geïnspireerde macht te bestrijden. Een gesloten samenleving is niet met een andere gesloten samenleving te bestrijden. Beter is het om zelf een open samenleving te zijn en te blijven.

Start Omhoog