Vorige Start Omhoog Volgende

Citaten uit

Van de vader moet je het niet hebben

Laura van Baars - Trouw, 11/10/07

Twintig jaar emancipatiebeleid heeft niet geleid tot een betere zorgverdeling tussen ouders. En daar lijkt minister Plasterk zich in de nieuwe emancipatienota bij neer te leggen.

[... ...]

[Peter-Paul] Verbeek, filosoof, en zijn vrouw, onderwijskundige, werkten allebei vier dagen als universitair docent aan de Universiteit Twente. [...]

„[...] We wilden allebei veel tijd met ons kind kunnen doorbrengen en ook blijven werken. We zouden de zorg dus delen. [...]”

[...]

Het is best zwaar, vindt Verbeek, carrière maken en tegelijkertijd drie dagen per week zelf voor de kinderen zorgen. Je hebt minder tijd voor elkaar, en je komt vaak slaap tekort. Maar hij is nog steeds blij dat zijn vrouw en hij het op deze manier hebben geregeld.

„Als het niet direct vanzelfsprekend is dat ouders de zorg delen, komen vaak alleen de vrouwen voor de keuze te staan om óf veel minder te gaan werken óf de kinderen vaker naar de dagopvang te brengen dan ze eigenlijk willen. Veel ouders willen niet meer dan twee of drie dagen kinderopvang. Als één van beiden dan fulltime werkt, blijft er voor de ander alleen een kleine deeltijdbaan over. [...] Het combineren van werk en zorg lukt pas echt goed als beide ouders dat doen. [...]”

[...]

In de nota ’Meer kansen voor vrouwen’, die minister Plasterk van emancipatie onlangs presenteerde, speelt de man als verzorger nauwelijks een rol.

De nieuwste emancipatienota richt zich voornamelijk op het vergroten van de arbeidsparticipatie van vrouwen, en het bevorderen van hun economische zelfstandigheid. Zij moeten langer werken om de kosten van de vergrijzing kunnen dragen. Bovendien moeten vrouwen, die per uur 21 procent minder verdienen dan mannen, gelijk beloond worden. Zij moeten ook beter vertegenwoordigd zijn in topfuncties.

[...]

De de voormalige directeur van de Gezinsraad, Erna Hooghiemstra [...] constateert dat de verdeling van zorgtaken tussen ouders decennialang wél een speerpunt in het emancipatiebeleid was. Arbeidsparticipatie en verdeling van zorgtaken zijn nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden.

„In dit rapport wordt genegeerd dat het gezin als een systeem functioneert. Ten onrechte wordt gesuggereerd dat de keuze van vrouwen om te gaan werken losstaat van het werk van haar partner. Maar de banen van beide partners en de zorgtaken hangen juist samen.”

Het is ook niet zo dat de doelstellingen op het gebied van zorgverdeling al gehaald zijn. Het zorgaandeel van mannen is tussen 1995 en 2005 afgenomen, van 21,2 uur naar 20 uur per week.
[...]
Het aantal uren betaalde arbeid steeg onder vrouwen over dezelfde periode van 9,3 naar 13,3 uur. Voor mannen bleef dat aantal vrijwel constant: ongeveer 29 uur per week.

„Vrouwen moeten niet afwachten tot mannen eens emanciperen”, vindt Fatma Koser Kaya, Tweede Kamerlid voor D66 en moeder van een zevenjarige zoon.
[...]

„Vrouwen moeten hun positie op de arbeidsmarkt echt gaan opeisen. Als je daarvoor op de hulp van mannen wacht, gaat het te lang duren.”

Maar Koser Kaya mist de visie op de rol van de man bij emancipatie.

„[...] Mannen willen wel meehelpen met zorgtaken, maar hebben soms nog net even dat laatste duwtje nodig. Mannen worden niet aangespoord om gevoeliger en beter om te gaan met hun gezinssituatie.
[...]
Toen mijn zoontje nog heel jong was, nam ik zelf heel sterk de verzorgende taak op me.
[...]
Ik heb een stapje terug gedaan, en mijn partner is daar heel natuurlijk ingesprongen. [...].”

„Mannen hebben goede bedoelingen”, vindt de Groningse emeritus hoogleraar genderstudies Mineke van Essen. „Maar ze zoeken de fout niet bij zichzelf.”

Dat zie je volgens Van Essen ook weer aan de emancipatienota van Plasterk.

„Het toont dat mannen nog altijd de politiek machtiger partij zijn. Vol goede wil zeggen ze: ’Meisjes, jullie moeten emanciperen, en wij bieden jullie daarvoor alle gelegenheid’. Dat is makkelijker dan de mannen te veranderen.”

Toch hebben ook mannen, zeker over de lange termijn bekeken, een ontwikkeling doorgemaakt.

[...]

Mannen zijn er in de afgelopen tien jaar steeds meer van overtuigd geraakt dat zorg binnen het gezin een gedeelde verantwoordelijkheid is, bleek uit de Emancipatiemonitor 2006. Mannen zijn geëmancipeerder gaan denken. Hooghiemstra:

„Toch is dat niet in dezelfde mate tot uitdrukking gekomen in de verdeling van zorgtaken tussen vader en moeder. Het blijkt in onze cultuur te zitten dat de vrouw in deeltijd gaat werken. Het is een vanzelfsprekendheid geworden.”

„Er bestaat in Nederland een conservatief beeld van vrouwen”, vindt Koser Kaya. [...] Altijd weer die vraag aan de moeder: ’hoe lang gaat jouw kind naar de crèche?’ [...]

„Toen mijn zoontje nog iets te klein bleek te zijn voor de kleuterschool, vroegen ze mij of ik hem toch niet een dag extra thuis wilde houden. [...] Maar aan mijn man vragen ze zoiets niet.”

De cultuur waarin het vanzelfsprekend is dat de vrouw werktijd inlevert zodra er kinderen komen, hindert Peter-Paul Verbeek ook wel eens.

 „[...] Het is niet altijd makkelijk om uit te leggen dat ik gewoon graag bij de kinderen wil zijn.”

Verbeek is blij dat hij geen vader is die alleen tijdens vakanties tijd voor zijn kinderen heeft.

[...]

De Emancipatiemonitor 2006, een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), wijst echter wat anders uit, namelijk dat mannen met een full-timebaan gelukkiger zijn dan mannen met een parttimebaan. Volgens hetzelfde onderzoek zijn vrouwen met een deeltijdbaan en een voltijd werkende partner, en vrouwen die evenals hun partner een deeltijdbaan hebben, ook het meest tevreden over hun situatie.

„Dit kabinet lijkt zich neer te leggen bij onze cultuur waarin mannen fulltime werken en zorg slecht verdeeld wordt”, vindt Hooghiemstra.

[...]

Als in het moderne emancipatiebeleid de rol van de man verdwijnt, dreigt een versmalling van het begrip emancipatie.

In de Emancipatiemonitor 2006 constateerden het CBS en SCP al dat emancipatie steeds vaker wordt gelijkgesteld aan arbeidsparticipatie van vrouwen. Hiermee is het begrip emancipatie ver af gaan staan van wat het oorspronkelijk betekende, namelijk het verminderen van de ongelijke machtverhoudingen tussen de seksen.

Volgens de Emancipatiemonitor 2006 is één van de belangrijkste vragen van de toekomst of machtverhoudingen écht gelijker zijn geworden. Op die vraag geeft de nota van Plasterk geen antwoord.

Hooghiemstra: „Ik mis het nieuwe elan. [...] Ik heb de indruk dat de aandacht die dit kabinet heeft voor het gezin, niet strookt met het opstuwen van de arbeidsparticipatie van vaders en moeders.”

[...]

„Wat ik graag in de nota had gelezen”, zegt Mineke van Essen, „is de invoering van de 32-urige werkweek. Zowel mannen als vrouwen houden dan een dag over voor de verzorging van hun gezin. Ik ben ervan overtuigd dat dat tot het geluk van mannen zou bijdragen. Er zit echt nog wel rek in hun emancipatie.”

Vorige Start Omhoog Volgende