Start Omhoog

Citaten uit

VN-topman: fors meer steun landbouw Afrika

Hongerige Afrikaan concurreert met dorstige autorijder

Han Koch, Trouw 3 juni 2008

Er is meer geld nodig om de voedselproductie in Afrika te verhogen. Zo wordt honger voorkomen en prille democratisering gered.

[...] 

De rijke landen moeten opnieuw te hulp schieten, zo vindt Jacques Diouf, topman van de VN-organisatie voor voedsel en landbouw (FAO). De jaarlijkse steun aan de landbouw via de officiële ontwikkelingshulp moet vertienvoudigd worden naar 30 miljard dollar.

De VN-organisatie voor voedsel en landbouw komt de komende dagen bijeen in Rome om in aanwezigheid van 59 gewenste regeringsleiders [...] de crisis op de voedsel- en energiemarkten te bespreken.

[...] 

Veel ontwikkelingslanden, vooral in Afrika, dreigen te bezwijken onder de torenhoge voedsel- en energieprijzen. Het meest kwetsbaar zijn de 22 landen, die netto voedselimporteur zijn en niet over inkomsten uit olie beschikken. Daartoe behoren Eritrea, Niger, Botswana, Haïti en Liberia. 

[...] 

Een oorzaak voor de hoge voedselprijzen is niet aan te wijzen. Her en der in de wereld vallen de oogsten (graan in Australië bijvoorbeeld) door slecht weer tegen. Daarbij zijn de voorraden laag en is de vraag (uit India en China) hoog. Daarnaast draagt de hoge olieprijs op meerdere manieren bij aan de malaise in ontwikkelingslanden. 

Voedingsgewassen worden benut voor de productie van biodiesel en ethanol. Fysieke honger en dorst naar brandstof concurreren dus met elkaar. Die concurrentie zal in hoge mate de agenda bepalen op de FAO-top. Ontwikkelingsorganisaties vinden de Amerikaanse subsidies op brandstof uit maïs pervers. Een kwart van de Amerikaanse maïs wordt als biobrandstof verstookt.

Daarbij maken de hoge olieprijzen de aanvoer van voedsel duur, net als de productie en aanvoer van kunstmest. Afrika kon met 8 kilo kunstmest per hectare toch al niet dromen van een groene revolutie en bij de huidige kunstmestprijzen wordt die droom zeker geen werkelijkheid.

Om de pijn voor het volk wat te verzachten, gaan veel landen over tot het subsidiëren van brandstof, het verlagen van invoerheffingen en BTW-tarieven op voeding. Dat lijkt nuttig. Belasting heffen wordt echter gezien als een belangrijk onderdeel van een democratiseringsproces. Geen heffing zonder vertegenwoordiging, is het Amerikaanse principe.

Dat gaat ook op in Afrika. Regeringen die niet afhankelijk zijn van belastingopbrengsten maar simpelweg olie, goud of diamanten konden verkopen via staatsbedrijven, behoorden jarenlang in Afrika tot de meest corrupte regimes. Die overheden leverden de slechtste diensten aan de bevolking. In die zin is de voedselcrisis ook een ondermijning van het democratisch proces in Afrika.

Start Omhoog