Start Omhoog

Citaten uit

'Nederpers' domineert islamdebat

Filosoferen is de hobby van iedereen in Iran

Sheila Kamerman Marieke van Twillert; NRC Handelsblad 12 september 2007

In het debat over de islam in Nederland voeren emigranten uit Iran de boventoon. "Zorg dat je gehoord wordt. Debatteer. Jouw stem telt!"

Waarom hoor je zo weinig Marokkaanse, Turkse, Surinaamse moslims? Waar zijn de Irakezen, de Afghanen? In het huidige islamdebat in Nederland voeren Iraniërs de boventoon.

[...]

De achtergrond van Iraniërs, die vanaf de jaren tachtig veelal als politieke vluchtelingen naar Nederland kwamen, is een verklaring voor hun mondigheid en zichtbaarheid in het debat, zegt socioloog en publicist Shervin Nekuee, van Iraanse komaf.

"Ze komen uit de goed opgeleide middenklasse, uit de grote steden. Ze zijn bekend met de westerse waarden en cultuur. Het is een elitegroep."

De eerste niet-ambitieuze Iraniër moet ik nog tegenkomen, zegt Farah Karimi, voormalig Tweede Kamerlid voor GroenLinks.

"Dat competitieve zit in de Iraanse opvoeding. Onderwijs is heel belangrijk. Ouders willen allemaal dat hun kinderen studeren; jongens én meisjes. Je hoeft niet rijk te zijn, als je maar gevormd bent."

[...]

De goed opgeleide Iraniërs hebben hun weg gevonden naar studie en werk, zegt Nekuee.

"In het politieke debat zijn ze zichtbaar, maar er zijn ook verschillende hoogleraren van Iraanse afkomst, ingenieurs, zakenlieden en artsen. [...]"

[...]

Nekuee: "De Marokkanen en Turken die vooral in de jaren zestig naar Nederland kwamen, waren meestal niet of slecht opgeleid, ze kwamen om laaggeschoold werk te doen. Het is niet gek dat die groep niet de grootste debaters voorbrengt."

Naast algemene ontwikkeling speelt ook de politieke context van het land waaruit ze vluchtten een belangrijke rol. Ellian was een actief communist voordat hij uit Iran vluchtte, de voormalige parlementariër Karimi was ten tijde van de revolutie lid van het gewapende Mujahedeen Khalq. Iran heeft een traditie van intellectueel verzet tegen de heersende macht. Iraniërs in de diaspora zijn extreem politiek bewust.

Dat geldt volgens Ghorashi voor de generatie die heel bewust de revolutie van 1979 heeft meegemaakt, waarbij sjah Mohammed Reza Pahlavi werd verdreven. Maar ook voor hun kinderen, die in dat politieke debatklimaat zijn opgegroeid. Er zijn maar weinig mensen die een revolutie meemaken. Maar áls je er een meemaakt, dan leer je: "Zorg dat je gehoord wordt. Debatteer. Jouw stem telt!"

In Marokko en Turkije bestaat geen politieke islam, zegt Behnam Taebi, een van de initiatiefnemers van het tegengeluid, tegen het islam bashing door Ehsan Jami. Staat en religie zijn gescheiden, islam is veel minder een kwestie. In Iran zijn politiek en religie volkomen verstrengeld. De islam is een opgelegde religie. Dat activeert veel meer tot debat.

Ghorashi: Veel Iraniërs zijn in feite seculier, al kunnen ze dat in Iran onmogelijk hardop zeggen. Dat is de paradox van de Iraanse samenleving. In Nederland maakt dat discussie over afvalligheid eenvoudiger. Bovendien, hoe extremer ze zijn, hoe meer media-aandacht ze krijgen.

Binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap is het geloof een bindende factor binnen de familie en binnen de gemeenschap. Als Turkse of Marokkaanse Nederlanders zich openlijk tegen het geloof keren, worden ze uit de familie verstoten.

Opvallend is ook het grote verschil in opvatting hoe om te gaan met andersdenkenden van Iraniërs in de diaspora, zegt Ghorashi. Hoewel de Iraniërs in Nederland vaak links-georiënteerd zijn, denkt Ghorashi, toch treden ze bepaald niet op als één groep, stelt ze. Daarvan is Ehsan Jami met zijn comité en de kritiek daarop een voorbeeld.

Een groep zegt: We hebben het gevaar van de islam van heel dichtbij meegemaakt, we moeten die religie waar ook ter wereld bevechten.

En je hebt de groep die, juist vaak onder invloed van de vrijheid in het nieuwe thuisland afstand nemen van extreme uitspraken, en vindt dat andersdenkenden, ook islamieten, de ruimte moeten hebben om anders te denken.

[...]

 Sommige Iraniërs strijden soms tegen moslims alsof ze nog in Iran wonen. we leven niet in Iran, we leven in Nederland.

Niet alleen de aanwezigheid van Iraniërs in het islamdebat valt op, ook de manier van debatteren.

"Ze zijn het nóóit met elkaar eens",
zegt Loes Bijnen, die tot eind 2004 vijf jaar op de ambassade in Teheran werkte en zich onder meer bezighield met de mensenrechten.

Het stoort haar als er op grote conferenties over mensenrechten niets bereikt wordt.

"Binnen de kortste keren ligt het uit elkaar."
En
"Ze praten, praten, praten. Aan het eind van een zin weten ze niet meer hoe hij begon".

Iraniërs hebben een theatrale, bombastische manier van vertellen, met bloemrijke taal, doorspekt met citaten van de grote Iraanse dichters, zegt Bijnen.

De stijl van debatteren is polemisch, zegt Ghorashi.

"Het uitgangspunt is, ik ga mijn standpunten uiteen zetten, en niet, ik ga toenadering zoeken. Heel anders dan de Nederlandse, op consensus gerichte stijl van: we gaan elkaar ergens in het midden vinden."

Navid Otaredian ziet dat anders. De Delftse ingenieur vindt de houding van Ehsan Jami en Afshin Ellian "niet opbouwend".

"Dat is niet de stijl die onze cultuur voorstaat. De essentie van het leven is dat je je leven probeert te verrijken en daarmee dat van anderen. Je moet blijven zoeken naar begrip voor anderen, elkaars motieven proberen te achterhalen. Daarom is het vreemd dat zij zich zo manifesteren."

Filosoferen is de hobby van iedereen, stelt Otaredian.

"We bediscussiëren gedichten op feesten. Iraniërs zijn niet alleen bezig met het dagelijks leven, maar ook met de grote levensvragen en politieke problemen."

Start Omhoog