Start Omhoog

Citaten uit

'Het debat over de islam in Nederland is weinig gezond'

Interview Asef Bayat

Tomas Vanheste, VN 12 mei 2007

Asef Bayat, 'Making Islam Democratic: Social Movements and the Post Islamist Turn', Stanford University Press, ca. €20,- (paperback). < www.isim.nl >.  

Laten we een punt zetten achter de hopeloze discussie of islam, democratie en vrouwenrechten in theorie met elkaar verenigbaar zijn, en in de praktijk kijken onder welke politieke omstandigheden moslimgemeenschappen de islam democratisch maken. Dat vindt de Iraanse socioloog Asef Bayat, die de scepter zwaait over het Leidse Instituut voor de Studie van de Islam in de Moderne Wereld. Met zijn nieuwe boek wil hij de angst wegnemen voor de razernij van de moslim.

[...]

Een dezer dagen verschijnt Bayats nieuwe boek, Making Islam Democratic. Social  Movements and the Post Islamist Turn. Het is, belooft de openingzin, een bescheiden antwoord op een grote angst van onze tijd: de wereldwijde opmars van moslimrazernij. De afgewogen formulerende en zacht pratende academicus wil die angst temperen en nuance brengen in het debat over de islam.

[...]

De kernboodschap van Making Islam Democratic is dat al het getheoretiseer over de vraag of islam en democratie verenigbaar zijn zinloos is. Er is in tegenstelling tot 
wat Geert Wilders of Ayaan Hirsi Ali beweert, niets in het wezen van de islam dat het al dan niet verenigbaar maakt met de moderne wereld. Het zijn,  benadrukt Bayat, altijd mensen die betekenis leggen in heilige teksten. 

Dat klinkt tamelijk relativistisch: de waarheid is wat wij ervan maken. Maar Bayat vindt niet dat hij de vrijheid om te lezen in de koran wat we willen te ver oprekt. 

'Natuurlijk is er een in de geschiedenis gerijpte traditie van interpretatie die dominant is. Maar in de afgelopen jaren is die traditie enorm in beweging gekomen. In Iran is men meer dan overal elders in de moslimwereld bezig geweest religieuze teksten te herinterpreteren, op basis van de verlangens van verschillende sociale groeperingen die democratisering nastreefden. Precies omdat er daar een islamitische staat was gesticht, die diepe tekortkomingen liet zien.' 

Bayat wil door vergelijkend sociologisch onderzoek laten zien onder welke omstandigheden moslims de islam tolerant, pluralistisch en democratisch maken.

[... ... ... ....]

Dat de religieuze leiders na de omwenteling [Iran 1979, Khomeini] de macht konden grijpen, was bij gebrek aan alternatief, denkt Bayat. In 1953 was het seculiere, democratische regime van Mohammed Mussadeq bij een door de CIA bekokstoofde coup omver geworpen en de sjah teruggekeerd naar Iran. Die sloopte het hele maatschappelijke middenveld inclusief vakbonden en politieke partijen. Alleen de religieuze instituties waren intact gebleven. Dat schiep voor de klasse van geestelijken de kans om zich te ontpoppen tot de aanvoerder van de revolutie, wat ze listig deed door een dubbelzinnige boodschap uit te dragen.

[...]

De dromen van vrijheid en democratisering bleken in de jaren na de revolutie illusies. Langzamerhand verdween alle kleur uit het Iraanse straatbeeld. Zwart en grijs domineerden de straten. De controle op het lichaam en op alle kleuren en smaken nam draconische vormen aan. 

Maar Bayat steekt in zijn nieuwe boekveel energie in het laten zien hoe Iran in de jaren negentig veranderde en hoe in de schoot van de islamitische republiek een beweging groeide gericht op hervorming en democratisering.

[...]

Door heel precies te laten zien wat er in de afgelopen decennia in zijn vaderland gebeurde, wil hij de fixatie op het hier en nu doorbreken, het clichébeeld van de islamitische republiek ontmaskeren en tonen hoe ook in een islamitische staat democratische tendensen kunnen ontkiemen. 

De socioloog Bayat richt zijn vizier in Making Islam Democratic eerst op wat er bewoog en woelde in de Iraanse samenleving. Hij beschrijft hoe een rebelse, hedonistische jeugd dagelijks vocht om ruimte voor de eigen individualiteit en hoe ook vrouwen zich steeds meer manifesteerden. 

Eind jaren negentig waren er aan de universiteiten meer vrouwelijke dan mannelijke studenten. Ze gingen ook aan het werk, vooral in het onderwijs en bij de overheid. Volgens een opiniepeiling vond tachtig procent van de bevolking het een goed idee als er vrouwelijke ministers waren. Feministische theologen trachtten patriarchale lezingen van de koran te ontmaskeren. Ze verzetten zich tegen de letterlijke lezing van bepaalde verzen en wezen op de geest van gelijkheid die uit de islam spreekt. 

'Het westerse beeld van de Iraanse vrouw als hulpeloze gevallen gevangen in de eenzaamheid van het huis en verborgen onder een lange zwarte chador bleek een grove simplificatie te zijn,' tekent Bayat
met een mengeling van verontwaardiging en genoegen op.

Deze ontwikkelingen in de samenleving gaven ook kracht aan een politieke hervormingsbeweging, waarvan Mohammed Khatami de belichaming was. Hij werd in 1997 president en ontpopte zich tot de Gorbatsjov van Iran, die het systeem voorzichtig van binnen uit trachtte te hervormen.

[... ... ...]

Dat de conservatieve Mahmoud Ahmadinejad in 2005 aan de macht is gekomen, ziet Bayat niet als een teken dat het volk heeft afgerekend met de hervormingsbeweging en haar dagen nu zijn geteld. 

[... ...]

Na acht jaar pogingen tot democratisering lijkt het hervormingsproces tot stilstand te zijn gekomen nu Ahmadinejad aan de macht is. Toch is Bayat niet zeer somber over de toekomst van zijn geboorteland. 

'Op de lange termijn ben ik optimistisch, omdat de samenleving spectaculair is veranderd. Het land is verstedelijkt. Vrouwen zijn veel meer aanwezig in het onderwijs en het werk. Alleen al het alledaagse gedrag van vrouwen - het feit dat ze een baan hebben, naar de universiteit gaan, manager worden - ondermijnt de regeerbaarheid van de patriarchale staat. Niet alleen op de arbeidsmarkt, ook in de
familiale verhouding verandert er van alles. 

Jonge mensen waren in de revolutie en in de oorlog met Irak erg belangrijk. De jongeren van nu zijn erg individualistisch. Ze vragen persoonlijke vrijheid en burgerrechten. De verhouding tussen geestelijken en leken is ook van karakter veranderd. Niet langer belichamen ze een onbetwiste religieuze autoriteit. Naarmate mensen meer geletterd zijn, krijgen ze steeds meer het gevoel dat zij de teksten ook kunnen lezen en interpreteren. 

Het zijn precies dezelfde ontwikkelingen als ook in westerse samenlevingen plaats vinden. De globalisering zorgt voor uitwisseling met de buitenwereld. [...]'

[... ...]

De moraal van Bayats verhaal over Iran is dat het ondemocratische karakter van het regime en het vooralsnog falen van de hervormingsbeweging geen verband houden met de islam op zich, maar met de moeilijk te veranderen  politieke structuur van het land en met de belangen van de machthebbers. Toch hebben de  moslimlanden de schijn tegen: ze zijn zelden democratisch.  

Bayat: 

'Het is waar dat in veel moslimsamenlevingen geen democratie is, net zoals in veel katholieke Latijns-Amerikaanse landen in de jaren zestig en zeventig dictatoriale regimes aan de machtwaren. Ik denk niet dat die dictaturen noodzakelijkerwijze met het katholicismewaren verbonden. Al zijn er  sociale wetenschappers geweest die de opkomst van het fascisme in Europa toeschreven aan het christendom. Maar nu zien we in dat hoewel de fascisten religie gebruiken,  hun ideologie niets met de essentie van het christendom te maken heeft.' 

De obstakels voor democratische ontwikkeling in moslimmaatschappijen schuilen volgens Bayat niet in de islam op zich, maar in de materiële en immateriële belangen van de regerende elite. 

Is het dan louter toeval dat die machthebbers niet zelden religieuze leiders zijn of zich beroepen op de islam? 

'Dat is helemaal nietwaar! Lange tijd werden veel moslimmaatschappijen bestuurd door seculiere staten. We lijken te denken dat de geschiedenis in de jaren zeventig begint. Syrië, Libië, Soedan, Iran en Libanon waren allemaal seculiere staten. De religieuze bewegingen kregen juist aanhang omdat de seculiere staten er niet in slaagden hun beloften waar te maken.' 

Dat de islamitische landen in het Midden-Oosten een autoritair regime hebben, heeft volgens de socioloog andere oorzaken. 

'Ik denk dat het antwoord schuilt in een aantal historische en geopolitieke factoren. Een is dat het Midden-Oosten olie heeft. Dat zorgt voor een grote belangstelling van vreemde mogendheden voor de regio. Ook de lokale elites hebben een belang om de opbrengsten van de olie te monopoliseren en een rentier economy te scheppen.' 

[...]

De tweede geopolitieke factor die hij noemt, is de steun die de Verenigde Staten tijdens de Koude Oorlog boden aan de religieuze oppositie tegen het communisme. 

Factor drie is Israël. 

'Het feit dat het daar ligt en er een continue strijd is tussen Israël en de Arabische staten heeft de energie opgeslokt van de oppositiebewegingen in de moslimlanden. Het verzet tegen de Israëlische bezetting heeft een alles dominerende positie ingenomen. De democratische strijd in dit deel van de wereld is erdoor verstoord. Het is belangrijker je daarvoor in te zetten dan te vechten tegen je eigen autoritaire regime.' 

[... ... ...]

Op het moment dat Vrij Nederland met Bayat spreekt, beheerst het net in Nederlandse vertaling verschenen pamflet Islamisten en naïvisten van de Deense journalisten Karen Jespersen en Ralf Pittelkow het debat over de islam. Zij plegen even lippendienst aan de gedachte dat de islam niet gelijk te schakelen is met de politieke islam of het islamisme: 

'Dat is een radicale stroming binnen de islam naast andere stromingen. Het islamisme wint echter zowel in de moslimwereld als in Europa snel terrein en vormt een groeiende bedreiging voor democratische en op vrijheid gerichte waarden.' 

Maar nog geen bladzijde verder vergeten ze hun eigen nuancering weer en schrijven ze onderverwijzing naar de shari'a over de islam in zijn algemeenheid dat het niet alleen een religie, maar ook politiek is. 

'De religieuze stellingen gaan niet alleen over geestelijke omstandigheden, maar ze vertellen de mensen ook hoe ze de maatschappij moeten inrichten. Daarom is het misleidend de islam gewoon als een geloof als alle andere te beschouwen.'

Bayat vindt deze opvatting van een verbluffende kortzichtigheid. 

'De politieke islam is een vorm van politisering van de religie die is opgekomen op een kruispunt in de geschiedenis, in de jaren zeventig. Het is zo fout de islam te reduceren tot de politieke islam. Het is alsof er geen historisch geheugen is. Er zijn zoveel tijden en landen waarin heel verschillende varianten van de islam bestonden en bestaan. 

Soms spijt het me dat ik het over dit soort dingen moet hebben, want ze liggen zo voor de hand. Er zijn in Amerika ook heel veel christenfundamentalisten, die praten over de komst van de dag des oordeels. Maar kunnen we het christendom reduceren tot wat zij denken?'

Hijzelf ontwaart in de laatste jaren juist een voorzichtige trend richting post-islamisme. Die term muntte hij in een veelbesproken essay in 1996. 

'Daarmee bedoel ik het ter discussie stellen van het samengaan van religie en staat, het bekritiseren van de islam als een politieke ideologie. Maar wij zien de mensen die dat doen niet, omdat we alleen waarnemen dat ze intens bidden of een sluier dragen, en we daarom denken dat ze de politieke islam zijn toegewijd. Terwijl ze misschien een voorbeeld zijn van een nieuwe trend die meer gericht is op persoonlijke godvruchtigheid en identiteitsvorming.' 

[... ... ...]

Bayat vindt het debat over de islam in Nederland 

'weinig gezond, vooral sensationeel. Dat heeft gedeeltelijk te maken met het feit dat het niet gebaseerd is op subtiel wetenschappelijk onderzoek dat in de publieke arena wordt gebracht. Het is overgenomen door politieke figuren en columnisten die niet erg genuanceerd zijn in hun stand punt. Ayaan Hirsi Ali's interventie heeft weinig geholpen. Het is naïef zo te generaliseren over een religie. Ze stelt het voor alsof er een tijdloze islam bestaat. Maar de islam is het onderwerp van een intense strijd en dynamiek. De enige stemmen die we in de media horen, zijn van de extremisten en de columnisten. En dat is heel slecht, want ze rechtvaardigen elkaars bestaan.'

Start Omhoog