Start Omhoog Volgende

Het hopeloze gevecht tegen sex met kinderen

1996 # 4

Voor zover bekend is sexualiteit in alle culturen en tijdperken, in meer of mindere mate, een verschijnsel geweest waarover divers werd gedacht. Ook heden ten dage wordt niet overal over sexualiteit eender geoordeeld. Opvattingen kunnen vrij plotseling veranderen, soms zelfs vrij radicaal. 

Zo zijn een aantal verworvenheden van de jaren zeventig in vrij snel tempo teniet gedaan. Niemand had dat toen verwacht. Wat ik eens een soort Praagse lente noemde is lang verleden tijd, de vrijere opstelling van de maatschappij ten opzichte van pedofilie is verdwenen, ja zelfs in het tegenovergestelde omgeslagen. Het is goed dat wij ons dit realiseren. Van de geschiedenis kunnen we veel leren. 

Het is waarschijnlijk dat psychosexuele verschillen tussen mensen (en bij sommige dieren) niet kwalitatief maar kwantitatief van aard zijn. Het verschil tussen de statistisch normale meerderheid, en de afwijkende minderheden is gradueel. Mogelijk zijn alle sexuele neigingen, die door de maatschappij als abnormaal of deviant bestempeld worden in alle mensen aanwezig maar dan wel in zeer verschillende mate. Wat bij de een nauwelijks ontwikkeld is, is bij de ander sterk aanwezig. 

Hier past de spreuk van Goethe: nichts menschliches ist mir fremd. De aanleg zal bij een ieder anders zijn. Freud sprak van een Ergänzungsreihe. Zo horen erotische gevoelens voor kinderen tot de waaier van gevoelens die volwassenen alzo kunnen hebben. Mensen worden, ook onbewust, door meer prikkels vanuit de buitenwereld beïnvloed dan men denkt.

Indien de nu heersende repressieve houding zich voortzet, dan moeten wij ons afvragen wat er van de thans opgroeiende generatie terecht zal komen. De kinderen van nu groeien immers op in een emotioneel sterk afgeschermde wereld. Emotionele en ook erotische banden met volwassenen worden te sterk afgeremd. Er heerst onzekerheid en ook angst. De voorlichting in de media (krant, radio en televisie) is niet altijd objectief en daardoor misleidend. En dat kan op den duur alleen nog maar meer problemen scheppen. Er is een soort collectieve blindheid ontstaan, die zich langzaam, maar zeker uitbreidt.

Op het uiten van erotische gevoelens jegens kinderen wordt binnen onze maatschappij onmiddellijk, en zonder pardon, het stempel criminaliteit gedrukt. Gebeurtenissen worden snel opgeblazen en krijgen buitensporige aandacht. Van enig gedifferentieerd oordeel is geen sprake. Alles wordt op een hoop gegooid, tedere verhoudingen tussen jong en ouder, gewenste intimiteit en niet gewenst gedrag, alles valt onder crimineel gedrag. Nederland lijkt een grote poel des verderfs. 

Deze criminalisering heeft echter consequenties. Meer controle, meer regels en het invoeren van nieuwe wetten wordt als oplossing gezien. Aan alle kan ten wordt driftig gesleuteld aan een alom vattend reinigingsritueel.

Het merkwaardige is, dat naar het oordeel van het kind of jongere, niet wordt gevraagd. En dat is heel bijzonder, want het gaat immers om het welzijn van de jongere, het slachtoffer.

Mogelijk zal er weer een tijd van decriminalisering aanbreken, waarin veel teruggedraaid zal worden. De vraag is echter wanneer de kentering zich zal aankondigen. Vooral begin jaren zeventig werd veel interessant sexuologisch onderzoek verricht, o.a. naar hoe de jongere de contacten kan beleven. De publicaties daarover zijn tegenwoordig op de achtergrond geraakt. Deskundigen hebben echter de plicht zich op de hoogte te stellen van de resultaten van al het beschikbare wetenschappelijk onderzoek.

In wezen valt pedofilie niet onder crimineel gedrag, wel kan het tot crimineel gedrag leiden, net zoals ander sexueel gedrag. Generaliseren is nooit goed. Hier heeft het vooroordeel gemakkelijk toegang. Een discussie over discriminatie zou hier op zijn plaats zijn.

Nu, anno 1996, bestaat er meer dan ooit reden tot bezinning, zeker bij het lezen van recente berichten uit het Vaticaan, waarin de Raad van Europa opgeroepen wordt, meer moed te tonen om dit verschijnsel met kracht te veroordelen. Bij de Raad ligt een voorstel waarin men spreekt van een van de meest weerzinwekkende misdaden tegen de menselijkheid. Hier wordt, wereldwijd, een ongenuanceerde aanval op de gehele pedofiele gemeenschap gedaan. Het wordt tijd dat men weer een onderscheid gaat maken tussen misbruik en sommige intergenerationele verhoudingen.

Bovenstaande gedachten kwamen bij mij op naar aanleiding van de veelal onzindelijke, en daardoor onvruchtbare, discussies in de laatste tijd. Is er echt zoveel onwetendheid?

Dr. Frits Bernard

Het is de bedoeling om onze INFO uit te breiden. Regelmatig zullen er vanaf nu artikelen over sexuologische onderwerpen verschijnen. Bovenstaande tekst is de eerste in de reeks.

 

Start Omhoog Volgende