Vorige Start Omhoog Volgende

Waar begint de seksualiteit? 

2003 # 2

Was man nicht erfliegen kann,
muß man erhinken.
Rückert, Makamen des Hariri

Reeds van af de geboorte ervaart het kind prettige lichamelijke gevoelens. Een bekend voorbeeld is het zuigen aan de borst waarbij de honger gestild wordt. Het kind zal spoedig proberen het prettige gevoel zelf op te wekken door bijvoorbeeld op de duim te zuigen: los van de voeding dus.

Bij kleine kinderen zijn de lichaamsopeningen en bepaalde delen van de huid belangrijke bronnen voor aangename gevoelens. Meestal worden al snel de geslachtsorganen ontdekt en vanaf de eerste weken kan men kinderen zien onaneren.

Deze, wat ik primaire onanie noem, is echter geenszins gelijk aan de bewuste zelfbevrediging van de iets oudere kinderen. Zij is immers vrij van iedere associatie met bepaalde begrippen en gaat niet vergezeld met bepaalde erotische voorstellingen. Dat komt pas later.

Voor het zeer kleine kind is de zelfbevrediging geen hulpmiddel, maar een middel tot bevrediging, die zelf het doel is. Er is dus geen sprake van een gerichtheid op een seksueel object (ander kind of volwassene). We spreken dan van gericht zijn op het subject zelf. In zeer extreme gevallen kan dit het hele leven blijven bestaan.

Wanneer het kind zich gaat richten op anderen krijgt de seksualiteit ook een andere betekenis, deze wordt ruimer en keert zich naar buiten. Er ontstaat dan wel een associatie met bepaalde begrippen en deze onanie (die ik secundaire onanie noem) kan dan vergezeld gaan met bepaalde erotische voorstellingen en fantasieën. Er ontwikkelt zich dan meestal een gerichtheid op een ander kind van hetzelfde of het andere geslacht. Het begin van de liefde is geboren. Er is een doorlopende ontwikkeling die tot verfijning kan leiden.

Evolutionair is het mogelijk verklaringen te vinden. De basisinstincten van de mens (en het dier) zijn het instinct van het zelfbehoud en het seksuele instinct. Het verschil tussen bijvoorbeeld een leeuw die zijn gedode prooi verorbert en de voldoening die de mens ervaart bij het eten van een goed bereid maal is niet erg groot. In de loop der tijden heeft er bij de mens echter een verfijning van het instinct plaatsgevonden.

Hetzelfde geldt min of meer ook voor het seksuele instinct. Het was Voltaire (1694 -1778) die beweerde dat de mens, die in principe de gave heeft, om alles wat de natuur hem biedt, te perfectioneren, ook de liefde (seksualiteit) heeft geïdealiseerd (Lettres philosophiques sur les Anglais, 1734).

Het mysterie van de seksuele ontwikkeling heeft de mensheid altijd bezig gehouden. Vooral de periode van de puberteit genoot en geniet aandacht. Bepaalde culturen gebruiken toverformules. Soms bestaan puberteitsrituelen uit pijnlijke proeven en ontberingen.

Ook in onze moderne westerse beschaving vinden we sporen van deze oude gewoonten: zoals de eerste communie bij de katholieken, het opnemen van de jongeling in de Joodse gemeenschap, de ontgroening bij universitaire studenten. Het zijn uiteindelijk verfijnde vormen van oude riten uit vervlogen tijden.

De volwassen liefde kan vele vormen aannemen, er zijn vele variaties mogelijk. Een ontdekking die pas nu meer aandacht krijgt.

Dit waren zo wat losse gedachten.

De seksualiteit begint bij de geboorte (eigenlijk al daar voor in het moederlichaam) en eindigt bij de dood. Ze hoort bij het leven zoals het fundamentele instinct om te overleven dat alom in de natuur aanwezig is.

In de loop der schier oneindige reeks millennia die zullen volgen zal de seksualiteit (de liefde) nog vele veranderingen en verfijningen te zien geven. Stilstand bestaat niet, verandering wel.
Dr.Frits Bernard

Literatuur

voor meer informatie zie:
Prof.Dr.E.Bornemann “Reifungsphasen der Kindheit. Sexuelle Entwicklungspsychologie”, Bd.1. Frankfurt/Wien 1981

 

Vorige Start Omhoog Volgende