Vorige Start Omhoog Volgende

Coïtus, maar dan anders

2002 # 4

I talk freely, make no pretense
and do not strive to please

AHMAD AL-TIFASHI (1184-1253)

Er bestaan vele mogelijkheden om afwisseling te brengen in de wijze waarop de coïtus wordt uitgevoerd. Een daarvan is om te proberen het genot langer te laten duren door bijvoorbeeld de geslachtsdaad zo lang mogelijk te rekken. Het is een oud streven dat men in diverse culturen opmerkt.

Zo beschrijft Marie Stopes in haar boek "Married Love": 

De idee is, dat nadat de seksuele begeerte is opgewekt en de geslachtelijke vereniging tot stand is gekomen, de opwinding niet opgevoerd moet worden door bewegingen, maar getracht moet worden volmaakte rust te bereiken zowel geestelijk als fysiek. Men slaagt hierin door op te houden met de bewegingen van het lichaam en door de gedachten geheel te richten op de geestelijke kanten van de liefde (…). 
Degenen die deze praktijk tot in het uiterste doorvoeren zouden zover willen gaan dat er nooit een ejaculatie plaatsvond, maar anderen maken alleen van deze methode gebruik om de tijd waarop de ejaculatie plaats vindt uit te stellen (pag.191-192). 

Overigens wordt deze techniek soms ook bij de masturbatie toegepast, zowel door vrouwen als ook door mannen.

Iets geheel anders is de coïtus interruptus waarbij de geslachtsdaad onderbroken wordt door het terugtrekken van de penis vóór de ejaculatie en zodoende de uitstorting van het zaad in de schede voorkomen wordt. In de volksmond: voor het zingen de kerk uit gaan.

J. H. Noyes beschrijft in zijn publicatie "Male Continence" (verschenen in New York in 1872) een methode om de penis zo lang mogelijk in de vagina van de partner te houden totdat de vrouw haar orgasme (of soms orgasmen) gehad heeft. De penis werd een uur lang zonder te bewegen in de schede gehouden. Vrouwen konden genot ondervinden zonder bevrucht te raken, maar de man moest deze procedure wel vol weten te houden! Tegenwoordig zouden we het een vrouwenvriendelijke methode kunnen noemen.

De variatiemogelijkheden in sexualibus blijken steeds maar weer haast oneindig te zijn. De Kamasoetra, het grote Indiase leerboek der liefde uit de vierde eeuw van onze jaartelling, geeft een groot aantal voorbeelden. De Kamasoetra van Vãtyãyana is het belangrijkste boek over die Indiase erotiek en een bron voor onze kennis van de oud-indiase zeden. Het is een absolute ‘must’ voor een ieder die zich voor seksuologie interesseert (er bestaan goede vertalingen). Verschillende houdingen tijdens de coïtus worden uitvoerig beschreven, maar ook allerlei andere aspecten van het seksuele leven.

Ook in het moderne India, het India van heden, vindt men bij de vele culturen die het subcontinent rijk is nog vele verschillende gewoonten en opvattingen inzake seksueel gedrag.

Maar nu weer terug naar ons uitgangspunt. Over de verschillende houdingen tijdens de coïtus geeft Alfred Kinsey een gedetailleerd overzicht, en Van der Velde publiceerde in zijn bekende werk "Het volkomen huwelijk" en overzicht van tien verschillende posities en geeft daarbij een beschrijving van de gevoelens die daarbij optreden. Deze variëren van de meest voorkomende houding of positie, waarbij de vrouw achterover op haar rug ligt tot de zogenaamde rijdende houding van Martialis waarbij de vrouw schrijlings met de benen wijd uit elkaar op de man zit, met het gezicht naar hem toe, zodat zij elkander in de ogen kunnen kijken.

Het hierbij afgedrukte waterverf schilderij toont een speciale Indiase coïtushouding (ca. 18de eeuw).

Een bijzondere vorm van een eerste coïtus is wel het Nasamonische ritueel (Cyrenaica), waarbij het maagdenvlies van het jonge meisje vóór het huwelijk door een vrouw met een benen mes of met een vinger wordt doorgestoken. Na dit ritueel hebben gasten die op het huwelijksfeest aanwezig zijn om de beurt gemeenschap met het zojuist gedefloreerde meisje, dat daarvoor geschenken ontvangt. Overigens zou dit gebruik vroeger ook voorgekomen zijn op de Balearen, in volgorde van leeftijd gingen gasten met het meisje naar bed. De oudste opende de rij, de jongste was de laatste. Tot slot kwam de bruidegom aan de beurt (bron: Didorus Siculus "Bibliotheca Historica", Vol. XIV, 4, pag. 25).

We moeten echter kritisch blijven: is de bron betrouwbaar? Die vraag dient bij historisch (en ook ander) onderzoek steeds gesteld te worden. In het bovenstaand voorbeeld heb ik mijn twijfels. Is de gezellige huwelijksnacht voor het meisje zo wel vol te houden? Ik denk van niet.

Ieder tijdperk, en iedere maatschappijvorm, heeft haar eigen zedelijkheidsnormen en opvattingen. Of iets geaccepteerd is op zedelijkheidsgebied hangt immers van tijd en plaats af. Het seksuele leven is niet in vakjes in te delen.

Over voor ons nú onbegrijpelijke gebruiken zou nog veel te vertellen zijn. Het is goed om zulke gebruiken te bestuderen, zeker in onze moderne tijd waarin wij menen alles zo goed te weten. Er is meer tussen hemel en aarde.

Dr.Frits Bernard

 

Vorige Start Omhoog Volgende