Start Omhoog

Citaten uit

'Het is geen verhoor, maar hersenspoeling'

Psychologen en politiemensen over de praktijk van het verhoor

Rob Schoof, NRC 17 september 2005

De zaak Nienke voedt het verwijt dat justitie niet uit is op waarheid, maar op bekentenissen. Advocaten moeten verdachten bijstaan tijdens verhoren, wordt geopperd. De politie verzet zich daartegen.

[...]

,,Als minister Donner zegt: er zijn geen regels overtreden in de zaak-Nienke, dan is dat voor de goede verstaander een platitude, want er zíjn geen regels die je kunt overtreden'', zegt [hoogleraar psychologie en recht Willem Albert] Wagenaar. Hij is mede-auteur van het deze week verschenen boek The Popular Policeman and Other Cases.

De belangrijkste regel waaraan een verhoor moet voldoen staat in het Wetboek van Strafvordering: ongeoorloofde druk is verboden.

,,Er worden allerlei methoden gebruikt om druk uit te oefenen'', zegt professor Peter van Koppen, die onderzoek deed naar de zaak-Nienke. ,,Officieren en politiemensen zijn gericht op het krijgen van een bekentenis, niet op waarheidsvinding.''

Volgens Van Koppen en Wagenaar zijn er allerlei manieren om een onschuldige een bekentenis te laten afleggen, zeker bij iemand die wekenlang in afzondering is opgesloten en in tientallen verhoren geconfronteerd wordt met dezelfde vragen.

,,Je laat het licht aan, zoals bij Cees B. gebeurde, je maakt lawaai, je verhoort iemand zes maal per dag, dag in dag uit. Die verdachte is uitgeput en wordt letterlijk gek van dezelfde vragen: heb je haar vermoord?''

Wagenaar roept de Puttense moordzaak in herinnering, waarbij twee onschuldigen werden veroordeeld.

[...]Na een tijdje gaat hij lijden aan waanvoorstellingen en flashbacks die hij niet kan duiden. Dan zeggen de rechercheurs: 'Je hebt de moord waarschijnlijk verdrongen, dat gebeurt vaak bij misdrijven. We zullen het je helpen herinneren.' Na een tijd gaat hij die beelden interpreteren als herinneringen.''

,,Het heet verhoren'', zegt Wagenaar, ,,maar het ís hersenspoeling''.

[...]

[... V]olgens Wagenaar en Van Koppen verkiezen onschuldige verdachten die uitgeput zijn door eindeloze verhoren en gedesoriënteerd zijn geraakt door de afzondering, vaak de korte termijn oplossing van een bekentenis boven het volharden in hun onschuld. Zij gaan ervan uit dat de waarheid in de loop van het onderzoek alsnog boven water zal komen. Hoe vaak in Nederland valse bekentenissen worden afgelegd is niet bekend, maar Wagenaar stelt dat er in Nederland

,,beduidend minder slachtoffers van terrorisme zijn dan van het justitieapparaat''.

Wagenaar en Van Koppen pleiten voor prudentie bij de bekentenis als bewijs. Van Koppen: ,,Toen er eenmaal een bekentenis was van Cees B. verdween elk kritisch vermogen. De bekentenis moet het begin zijn van een onderzoek. Een onderzoeksteam wordt nu meteen afgeschaald na een bekentenis.''

[...]

Volgens [... Wagenaar] hebben opeenvolgende ministers van justitie zich verzet tegen opnamen in de verhoorkamer.

,,Men wil niet op de vingers gekeken worden.''

Om die reden, vermoedt hij, mag ook de advocaat niet aanwezig zijn bij het verhoor, terwijl dat in veel andere Westerse landen wel mag.

,,Als de verhoren van Cees B. waren opgenomen, of er was een advocaat aanwezig geweest, was hij nooit veroordeeld.''

Van Koppen:

,,Als een verdachte nu zegt dat hij onder druk is gezet, en twee agenten ontkennen dat, dan houdt het op.''

[...]

Wagenaar:

,,Minister Donner blijft zeggen dat dit een incident is. Maar dit soort fouten is aan de orde van de dag. Er moeten geen aanwijzingen komen, of richtlijnen, maar een wet waaraan de rechter gebonden is.''

 

Start Omhoog