Start Omhoog

Citaten uit

Propaganda-werktuig

Brief van de hoofdredactie

Frits van Exter
(Hoofdredacteur, fvanexter@trouw.nl ), Trouw 15 mei 2004

In de tijd dat je op de redactie nog het geratel van tikmachines kon horen, had de chef van een regioredactie de gewoonte om vele kolommen te vullen met persberichten. Hij legde de lat niet hoog: de meeste mededelingen van de politie, de gemeente, de kamer van koophandel, de vereniging voor het een of ander, vond hij aardig genoeg om door te geven aan de lezer - de pagina moest vol tenslotte. Hij pakte de schaar, knipte het briefhoofd en andere ongerechtigheden van het persbericht, deed wat lijm op de achterzijde, plakte het op een vel kopijpapier, redigeerde het voor zover nodig en stuurde het, voorzien van een kop en zetaanwijzingen, per buizenpost naar de zetter.

Hij was hier bedreven in, maar zijn jonge collega's, vers van de school voor de journalistiek, zagen het met lede ogen aan: in zijn handen leek de pers slechts een willoos werktuig voor propaganda. Veel van die berichten verdwenen stilletjes nadat de chef huiswaarts was gegaan ('jullie komen er verder wel uit, jongelui', zei hij altijd goedgehumeurd ten afscheid).

[...]

Voorlichters zouden er niet meer op mogen vertrouwen dat hun boodschap zo makkelijk in de krant komt.

Uit een twee weken geleden gepresenteerd onderzoek ('Schuivende grenzen') van Frank van Vree en Mirjam Prenger, verbonden aan de opleiding journalistiek van de Universiteit van Amsterdam, blijkt dat nogal tegen te vallen. Veel media nemen talloze berichten nog gewoon over - met de computer gaat dat zelfs sneller dan met schaar en lijmpot.

Aan de media wordt veel macht toegeschreven, maar de voorlichters weten daar aardig raad mee. De meeste bedrijven of instellingen hebben een eigen afdeling of huren bureaus in voor de interne en externe communicatie.

[...]

Alleen al bij de overheid zouden er nu zo'n vijfduizend voorlichters in dienst zijn. Minister Donner zei in zijn inmiddels befaamde rede over de media dat het nu eenmaal nodig is om

,,de weergave van de feiten niet aan de pers over te laten”, omdat ,,een correcte en adequate presentatie anders niet vanzelfsprekend is”.

Het onderzoek bevestigt echter dat als het voorlichters al om de feiten gaat, zij toch in de eerste plaats denken aan de feiten die hun belang dienen.

[...]

Uiteraard gaat het de dienaren van Donner en de zijnen daarbij vooral om goed nieuws, want voorlichters doen liever niet aan slecht nieuws.

De conclusie van Van Vree en Prenger:

,,Voorlichters domineren de journalistieke agenda niet, maar hebben er wel substantiële invloed op.”

Hun macht wordt onderschat.

 

Start Omhoog