Start Omhoog

Citaten uit

Kamerleden zijn gevaarlijker dan ketchupspuiters

Britta Böhler en Victor Koppe, NRC 14 juli 2004

Tweede-Kamerleden zijn in het debat over het ketchupincident op de stoel van de rechter gaan zitten.

[...] Helaas zal de rechter niet degene zijn die als eerste een oordeel uitspreekt over deze strafzaak. Dat heeft de Tweede Kamer gedaan, drie weken geleden. Naar aanleiding van dit debat zijn er serieuze redenen om te twijfelen aan het begrip dat Kamerleden hebben van fundamentele rechtsstatelijke noties. [...]

Op 16 juni werd minister Verdonk tijdens een bezoek in Amsterdam met ketchup bespoten. De politie hield ter plekke twee verdachten aan. Beide vrouwen weigerden hun identiteit prijs te geven. Het tweetal werd een dag later voorgeleid aan de rechter-commissaris, want het openbaar ministerie (OM) wilde de twee tot aan de zitting vasthouden. De rechter-commissaris zag hier geen reden toe en liet de twee vrouwen vrij. [...]

De Tweede Kamer denkt hier kennelijk anders over. De vrijlating zat haar zo dwars dat minister Donner op 24 juni in een spoeddebat op het matje werd geroepen. Eensgezind oordeelden de Kamerleden [...] dat het OM de verdachten ondanks de uitspraak van de rechter-commissaris had moeten vasthouden. 'Waarom heeft het OM de twee na de beslissing van de rechter niet gewoon weer meegenomen?' vroegen alle aanwezige Kamerleden eensgezind en verontwaardigd.

Het moet de minister van Justitie hebben geduizeld. Het negeren van een rechterlijk bevel door het OM? De minister wees erop dat dit misbruik van recht zou zijn geweest, maar de Kamer vond dit maar een vreemd argument. Het OM was toch in hoger beroep gegaan? [...] Tevergeefs wees de minister erop dat het OM dan in strijd zou hebben gehandeld met de beginselen van de rechtsstaat. Aan deze, volgens een Kamerlid ,,nieuwe beleidslijn'', te weten het respecteren van rechterlijke uitspraken, moest snel door een wetswijziging een einde worden gemaakt.

Eenmaal op dreef, kwamen Kamerleden van verschillende politieke signatuur met meer ,,vernieuwende ideeën'' voor onze rechtsorde. Had het OM niet beter zelf en ,,zonder inmenging van de rechter-commissaris'' kunnen toetsen of het vasthouden van de twee verdachten rechtmatig was? Een opmerkelijke suggestie, vooral omdat de wet voorschrijft dat deze rechtmatigheidstoets door de rechter moet gebeuren. Maar na het negeren van rechterlijke uitspraken is het terzijdeschuiven van de wet slechts een logische stap.

Verfrissend was ook het standpunt dat het ,,in een rechtsstaat uitgesloten moet zijn'' dat mensen door te zwijgen vrijuit kunnen gaan. Wij dachten tot nu toe noem ons naïef dat het zwijgrecht juist een van de beginselen van de rechtsstaat is. Vernieuwend was ten slotte het voorstel om de weigering van een verdachte om zijn identiteit bekend te maken, in de wet op te nemen als reden voor inbewaringstelling. Kennelijk was het de betreffende parlementariër ontgaan dat de wet al in die mogelijkheid voorziet.

Ook wat de feiten betreft had de Tweede Kamer de zaak goed op een rij. De twee vrouwen waren typische veelplegers, die hun mond dicht hadden gehouden en bovendien 'parmantig' hadden laten weten dat zij niet voornemens waren om op de zitting te komen. Kennelijk beschikte de Tweede Kamer over een ander dossier dan de procespartijen. Hieruit blijkt namelijk dat de twee vrouwen niet eerder zijn veroordeeld, dat één van hen een uitgebreide verklaring heeft afgelegd, en dat beiden aan de rechter-commissaris hebben toegezegd bij de zitting volgende week aanwezig te zullen zijn.

Fijn dat de Tweede Kamer, nog voor de rechter een inhoudelijk oordeel heeft kunnen geven, eens flink over de kwestie uitpakte. De Kamerleden trokken hun toga's aan en speelden aanklager en rechter tegelijk. Vroeger noemde men dat ongeoorloofd de rechter voor de voeten lopen, maar tegenwoordig is dat kennelijk geen probleem meer.

De zitting is eigenlijk overbodig, want volgens de Tweede Kamer staat de uitkomst ervan al vast. Geen van de Kamerleden had ook maar de geringste twijfel dat de twee vrouwen de 'daders' zijn van deze 'staatsgevaarlijke actie'. [...]

Het is al ernstig genoeg dat het bijna voltallige parlement zonder enige terughoudendheid uitspraken heeft gedaan over een nog lopende strafzaak. Nog ernstiger is dat dit debat werd gevoerd op basis van onjuiste feiten en zonder kennis van het recht. Ronduit onverteerbaar is het dat de Tweede Kamer blijk geeft van opvattingen die de rechtsstaat in het geding brengen. Men kan zich afvragen of dit niet 'staatsgevaarlijker' is dan het spuiten met ketchup.

Britta Böhler en Victor Koppe zijn verbonden aan het kantoor Böhler Franken Koppe Wijngaarden, dat de twee verdachten van de ketchupactie bijstaat.

 

Start Omhoog