Start Omhoog

Citaten uit

Wil de echte Mohammed opstaan?

Van vredestichter tot veroveraar 

Thijs de Boer, VN 6 oktober 2001

Mohammed zag zichzelf als verzoener en verdraagzaam filosoof. Hij was tegen zelfmoorden - ook tegen religieus geïnspireerde - en hield van reukwater en vrouwen. Waarom krijgt hij dan nu van elke terreurdaad de schuld? 
Poging tot eerherstel van de Profeet. 

'Er is geen God dan God,' prevelden de zelfmoordpiloten vlak voor het vliegtuig insloeg in het World Trade Center, 'en Mohammed is zijn gezant.' Met de naam van Gods boodschapper op de lippen stierven zij in het helse vuur van de explosie, en met hen zesduizend nietsvermoedende mens en. 

Hadden ze er eigenlijk wel over nagedacht wat de Profeet bedoelde toen hij zei: 

'Als er iets beter is dan het geven van aalmoezen, dan vasten en bidden, dan is dat wel de verzoening van vriend met vriend, want vijandschap en haat beroven de mens van elke hemelse beloning'? 

[... D]e Profeet zou zich in verbijstering de haren uit de baard rukken als hij zou weten wat erin deze bange dagen in Gods naam aan onheil wordt aangericht. En helemaal als hij zou weten dat hijzelf, eeuwen na zijn dood, wordt aangewezen als de schuldige: Mohammed de onverzoenlijke veroveraar, met de koran in de ene, het bebloede kromzwaard in de andere hand, die nu zelfs vliegtuigen op onschuldige burgers laat neerstorten. [...]

Waar is de andere Mohammed gebleven die óók in de koran te vinden is, en over wie verlichte moslims zo graag praten: de vreedzame verzoener, de verdraagzame filosoof, de bescheiden bouwmeester van een spiritueel imperium? 

Van alle profeten is over Mohammed het meest bekend. [...] 

Dwalend door de dorre valleien bij Mekka [...] hoorde hij de rotsen en de stenen fluisteren: vrede zij met u, boodschapper van God. En in de grot van verscheen hem de aartsengel Gabriël, sindsdien de gevleugelde  boodschapper van drie geloven en één God, die drie keer tot hem sprak, en hem dwingend omhelsde: 'Lees!' 

Maar hij kon niet lezen en keerde bibberend terug naar huis. Zijn vrouw Chadiedja, zijn trouwe levensgezel, troostte hem. En toen Gabriël hem bleef bezoeken met nieuwe openbaringen, spoorde zij, hem aan zijn roeping in de wereld uit te dragen. 

De notabelen in Mekka moesten niet veel hebben van de predikingen van de nieuwe profeet, die tot voor kort nog een handelaar zoals zij was geweest. Gerechtigheid en gelijkheid voor de armen, soberheid en trouw aan één God waren net zo onwelkom in de bloeiende handelsstad als Jezus' boodschap ooit was geweest bij de Farizeeën, of Gandhi's vreedzaam verzet veel later bij het Britse koloniale bestuur. 

Mohammeds eerste volgelingen werden beschimpt en vernederd en de profeet zelf met de dood bedreigd. Na een paar moeizame jaren streek hij opgelucht neer in het nabijgelegen Jathrib, dat voortaan Medina heette: de stad van de profeet. De hidjra, de uittocht uit Mekka, werd het begin van de islamitische jaartelling. 

Mohammed [...] wist binnen korte tijd de plaatselijke Arabische en joodse stammen met elkaar te verzoenen. Van apostel en bruggenbouwer werd hij al snel wetgever, rechter en zonodig veldheer: tijdens de slag bij Badr in 624 werden de Mekkanen onder zijn leiding verpletterend verslagen. Het geschatte dodental was kenmerkend voor de kleine schaal van deze grote gebeurtenis: enkele tientallen. 

[... D]e profeet zelf smeekte God indertijd om vergiffenis voor het kwaad dat was geschied. Hetzelfde zou hij later doen na de verovering van Mekka, zijn geboortestad. Jihad, het onheilspellende woord, wordt tegenwoordig gebruikt en misbruikt als Heilige Oorlog tegen het ongeloof, ook door de ongelovigen zelf. 

In de taal van de koran betekent het echter noch 'heilig' noch 'oorlog' maar: zich inspannen op de weg van God. Onder de grote jihad verstaat de Profeet, naar het schijnt, niet de strijd tegen de ander, maar het aanhoudend gevecht van de gelovige met zichzelf. 

Zo zijn er in de loop van de eeuwen wel meer misverstanden over het woord van de Profeet ontstaan, die tot op heden tot woedende controverses leiden. Nergens in de koran wordt het dragen van een sluier voorgeschreven, en vrouwenbesnijdenis evenmin. Zelfmoord is uitdrukkelijk verboden, dus ook voor de Strijders van Allah. En een fatwa, een doodvonnis, zoals indertijd tegen Salman Rushdie uitgevaardigd door ayatollah Khomeiny is in strijd met de islamitische wet. 

Maar van zulk soort verwarrende theologie willen we in het Westen nog steeds nauwelijks weten, als het de islam betreft. Liever houden we vast aan het beeld van een onverdraagzaam geloof, uitgedragen door een heerszuchtige Profeet. 

Mohammed geloofde dat zijn openbaring dezelfde was als die van christenen en joden. Dat de Arabieren nu ook hadden ontvangen wat de andere 'Mensen van het Boek' al eerder deelachtig was geworden: een bewijs dat God zich ook om de Arabieren bekommerde. Mohammed hoopte dat joden en christenen hem als profeet zouden accepteren, zoals hij de profeten van Israël erkende, maar dat hebben zij nooit gedaan. 

In de eerste jaren in Medina sloten de joodse stammen zich wel bij hem aan, maar zijn profetieën wilden ze niet volgen. [...]

Al snel leidde wederzijdse argwaan tot een gewelddadige uitbarsting. Volgens de overlevering werd de profeet tijdens het beleg van Medina laaghartig verraden door de Koeraiza, de laatste grote joodse stam in Medina. Na de Slag bij de Gracht liet Mohammed alle joodse mannen die hij als verraders beschouwde, dus bijna allemaal, ter plaatse onthoofden. Hun bezit, inclusief vrouwen, werd verdeeld onder zijn volgelingen. 

De hardnekkige mythe van een onoverbrugbare kloof tussen jodendom en islam was geboren. Explosief zou die tegenstelling pas in de twintigste eeuw worden. 

[...]

Op een muur ergens in New York staat gekalkt: 'Our God is bigger than yours.' Vanuit dezelfde gedachte roept George W. Bush op tot een nieuwe kruistocht. Maar toen de kruisvaarders Jeruzalem 'bevrijdden' van de Saracenen, richtten ze zo'n barbaarse slachting aan onder moslims, joden en christenen, dat ze tot hun enkels waadden in het bloed. 

Als Europa net zoveel had geweten van de islam als de moslims wisten van het christendom,' betoogde de Britse oriëntalist Muhammad Marmaduke Pickthall in 1927, 'zou in die dagen die drieste, avontuurlijke, zo nu en dan ridderlijke en heldhaftige, maar volstrekt fanatieke uitspatting genaamd de kruistochten niet plaats hebben kunnen vinden, want zij waren gebaseerd op een compleet misverstand: Het zelfde zou best eens kunnen gelden voor wat de hardliners op bet Pentagon van plan zijn in Afghanistan. 

Van de kruistochten, die uiteindelijk ook nog op een jammerlijke mislukking uitliepen, werd indertijd al bedroevend weinig opgestoken. De val van Granada in 1492 ontaardde opnieuw in een weerzinwekkende moordpartij, die een bruut einde maakte aan de vruchtbare symbiose die in Zuid-Spanje had bestaan tussen christendom, jodendom en islam, verpersoonlijkt in de denkers Averroes, Maimonides en Thomas van Aquino. 

Uit naam van het Christelijk geloof werden tegelijk met de Moren ook de joden de zee ingejaagd, en wie niet vertrok werd de brandstapels van de inquisitie opgesleurd. 

[...]

In de visie van [...] Dante Alighieri zijn ook Mohammed zelf zulke gruwelen niet bespaard gebleven. De moslimfilosoof Averroes mocht van Dante in het voorgeborgte verblijven bij de andere heidense wijsgeren. Maar de stichter van de islam kwam hij tegen in de negende ring, opengereten van kin tot aarsgat. [...] Zo werd de arme Mohammed als schismaticus veroordeeld tot eindeloze marteling, terwijl hij juist zo innig verlangde naar eenheid in het geloof. 

Toen Dante de Profeet zo gruwelijk liet folteren was de islam al net zo veelkleurig geworden als het christendom: tal van afscheidingen, stromingen, sekten en bewegingen, militant en vreedzaam, verlicht en conservatief, waaierden uit rand de Perzische Golf en Middellandse Zee. Dé islam bestond toen al niet meer. 

In onze tijd is het al helemaal onzinnig te spreken over de islam als een beweging die zich op de een of andere gevaarlijke manier tot de christelijke, westerse of moderne cultuur zou verhouden. De afgelopen decennia heeft zich onder moslims, voor het eerst in de geschiedenis, een hartstochtelijke haat tegen het Westen ontwikkeld, geboren uit afwijzing, verdrukking, onmacht en afgunst.  

Maar moeten we daar de Profeet de schuld van geven? Net zo onzinnig zou het zijn Christus verantwoordelijk te stellen voor sektarische misdragingen op het Amerikaanse platteland. 

Niet voor niets maakte een verontwaardigde Edward Saïd onlangs voor de VPRO-televisie korte met ten met de mening van Frits Bolkestein, dat de terroristische aanslagen op de Verenigde Staten voort zouden komen uit de moeite die 'de islam' zou hebben met de moderniteit. 

'Zulke meningen betekenen niets,' zei Saïd met nauwverholen ergernis. Sterker nog: ze zijn 'propagandistische,  racistische nonsens'. 

Als we, met Bolkestein, de islam tot onverdraagzame godsdienst par excellence willen bestempelen, gesticht door een oorlogszuchtige Profeet, vergeten we voor het gemak de gruwelijke geschiedenis die verbonden is met de joods-christelijke traditie, van het bijbelboek Numeri tot de middeleeuwse brandstapels, van de holocaust tot de apartheid. 

[...]

Anton Wessels, islamoloog aan de Vrije Universiteit, [...]: 

'De neiging bestaat het ideaal van de een te vergelijken met de werkelijkheid van de ander,' zegt hij. 

Het samengaan van godsdienst en staat, dat zo gevaarlijk aan de islam wordt gevonden, is volgens Wessels een fundamentalistische slogan, het streven van een kleine minderheid. 

'De koran is geen onverzoenlijk boek, maar het ontwerp van een vreedzame samenleving. Islam betekent hetzelfde als sjalom, salam: vrede. Dat is wat Mohammed voor ogen stond.' 

Het overgrote merendeel van de moslims ziet Mohammed als een vredelievende, verdraagzame Profeet. Dat geldt zeker voor zijn volgelingen in Nederland. Toch koesteren we liever het vertrouwde vijandbeeld van Mohammed de onverdraagzame. Het is nu eenmaal altijd prettig een zondebok te kunnen aanwijzen voor wat er in de wereld misgaat. Maar is dat terecht? 

Een eenvoudig kruideniertje uit het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan sloeg de spijker op z'n kop, laatst in een reportage op de televisie. De verslaggever wilde weten waar volgens hem het conflict tussen het Westen en de Taliban nou eigenlijk om draaide. 

'Het is niet de islam,' zei hij,'het zijn de mensen.' 

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van

Karen Armstrong: 'Mohammed. Een westerse poging tot begrip van de islam',

Jules Deelder: 'Bijbelsch',

Ibn Ishaak: 'Het leven van Mohammed',

Joris Luyendijk: 'Een tipje van de sluier' en

Muhammad Marmaduke Pickthall: 'Tolerance in Islam'.

 

Start Omhoog