Start Omhoog

Citaten uit

Arabische dorpsmentaliteit

Midden-Ooosten Beeldvorming van de islam

Machteld Allan, VN 26 april 2003

Twee nieuwe studies over de moslimwereld versterken elkaar.
Waar Roger Scuton de islam als een politiek-filosofisch probleem benadert,
beschouwt Bernard Lewis deze godsdienst vanuit historisch perspectief.

THE WEST AND THE REST.  GLOBALIZATION AND THE TERRoRIST THREAT
DOOR ROGER SCRUTON, ISI BOOKS

THE CRISIS OF ISLAM. HOLY WAR AND UNHOLY TERROR
DOOR BERNARD LEWIS, weiDENFELD & NichOLSON

Een sjoeracratie is wat Mohammed, Cheppih, de kersverse voorzitter van de AEL, het liefst van Nederland wil maken. Een wát?

De interviewer van de NRC vertaalde dit neologisme welwillend met 'overlegdemocratie'. Sjoeracratie is dus eigenlijk net zoiets als wat we al hebben, alleen dan een beetje strenger voor homo's.

Helaas is dit onzin. Het begrip sjoera is een geliefd begrip bij islamisten als Cheppih die beweren dat islam verenigbaar is met democratie, of dat islam democratie ís, of dat de islam al lang democratie kende toen wij elkaar hier nog met knotsen op het hoofd sloegen.

Sjoera is inderdaad een instituut uit de tijd dat de islam op het hoogtepunt van zijn politieke macht stond. Het is de raadpleging door de kalief van zijn adviesraad. Maar de kalief was op geen enkele manierverantwoording schuldig aan deze raad Zijn gezag ontleende hij aan het feit dat hij opvolger was van de profeet Mohammed, die op zijn beurt autoriteit ontleende aan het feit dat de mensen geloofden dat hij Gods wil uit de eerste hand had. Alleen God, en niet de sjoera, laat staan het volk, heeft betekenis voor de rechtvaardiging van de macht. Met democratie heeft een 'sjoeracratie' dus niets te maken.

Cheppih redeneert als een moslim: als God het wil, dan wil het volk Gods wil. Politiek en religie of 'staat' en 'kerk' worden niet onderscheiden in de islam. 'Politieke islam' is in feite dubbel-op. In de islam is alles politiek, en dus is niets politiek, als in een totalitaire staat. Oorlogvoering, huwelijk en stoelgang worden door dezelfde heilige wet geregeld. Het leven van een moslim is, in de woorden van Scruton, een aanhoudende 'onbemiddelde confrontatie tussen het individu en zijn God', of hij nu vecht, eet, bidt of voor een rood stoplicht staat te wachten, met straf of beloning in het hiernamaals als inzet.

Vaak begint op dit punt de verwarring over de islam. De islam is geen geïnstitutionaliseerde religie, zoals het christendom, maar een allesomvattend sociaal-politiek systeem. Het christen dom plaatst zich als kerk tegenover de staat, terwijl de islam met de staat wil samenvallen. Een boel begripsverwarring valt dus te voorkomen wanneer de islam niet als een religie wordt beschouwd, maar als een politieke orde. 

[...]

Voor Scruton is de vrijheid van het Westen op den duur even verwoestend als de onvrijheid van de islam. Individuele vrijheid is het doel van de westerse politieke orde. Dat is weliswaar 'een verworvenheid', maar 'als individuele vrijheid alles is wat de westerse beschaving te bieden heeft, dan is het een beschaving die op zelfvernietiging uitloopt'. 

Naak te westerse vrijheid leidt tot excessen die de vrijheid uiteindelijk tenietdoen. Wie aan zijn vrijheden hecht, doet er goed aan om zich juist te beheersen. Gemeenschapszin en een gevoel van worteling zijn onontbeerlijk om de vrijheden te waarborgen. 

[...]

Deze les in westerse politieke filosofie krijgt een stuk meer reliëf doordat Scruton ze afzet tegen de islamitische orde. Terwijl de islam het hele leven, ook de intiemere facetten ervan, tot politiek maakt, maakt in het Westen 'de politiek' het juist mogelijk om de politiek buiten de deur te houden. In het Westen bestaat er een duidelijk onderscheid tussen het publiek domein en het privé-domein, al kan over de precieze grens tussen beide onderhandeld worden.

[...]

Heel anders is het in de islam. In de islamitische jurisprudentie is geen definitie te vinden van het publiek domein. [...]

Waarom haalt geen moslim het in zijn hoofd bijvoorbeeld eens een gezellige bak viooltjes op straat te zetten? Het antwoord van Scruton luidt dat in een stad waarvan de bewoners voor hun gedrag uitsluitend verantwoording schuldig zijn aan God, er voor Caesar verdomd weinig overblijft. De islam vertelt de moslim wat zijn plichten zijn voor God en die plichten zijn in hoge mate een zaak van privé-leven en ritueel, te volbrengen in een van de 'cellen' van de stad. Deelname aan het ritueel maakt je tot lid van de grotere gemeenschap. Gezamenlijk bidden en vasten vormen de sociale lijm. Burgerzin ontbreekt, omdat er binnen deze 'territoriumloze' orde niets is waarop dat zou kunnen worden gericht. De publieke ruimte moet maarvoor zichzelf zorgen. [...]

Wat gaat er door een moslim heen als hij, met zijn geboortestad nog op het netvlies, een westerse stad aanschouwt, met haar open ruimten, haar zichtbare interieurs en haar wolkenkrabbers? De weinige religieuze gebouwen die er nog zijn, staan als dwergen in de schaduw van de hoge gebouwen, terwijl thuis de minaretten overal bovenuit steken. Volgens Scruton zal hij dit stadse panorama interpreteren als goddeloze arrogantie. 

Mohammed Atta verliet zijn vaderland Egypte om in Hamburg zijn studie architectuur te vervolgen. In Duitsland ging hij zich niet bezighouden met de modernistische Duitse architectuur, maar met de restauratie van de oude stad van Aleppo, een symbool van vergane moslimse glorie. 

Restauratie van de islam en verwoesting van het Westen la gen in elkaars verlengde. 'Toen hij de aanval leidde tegen het World Trade Center,' schrijft Scruton, 'bestormde hij een symbool, niet alleen van een economisch, maar ook van een esthetisch en spiritueel heidendom.' 

[...]

Bernard Lewis deelt Scrutons belangrijkste uitgangspunten en conclusies over de islam. Maar waar Scruton de islam benadert als een politiek-filosofisch probleem, benadert Lewis hem meer historisch. The Crisis of Islam valt te lezen als het vervolg op zijn vorig jaar verschenen bestseller What went wrong?, waarin Lewis door een greep in de geschiedenis probeerde te verklaren waarom de islamitische wereld in intellectueel, politiek en economisch opzicht zo hopeloos achterop is geraakt. In The Crisis of Islam stelt Lewis die vraag opnieuw, maar hij gaat nu meer in op actuele ontwikkelingen. 

[...] Er is een hardnekkige school binnen de Midden-Oostenstudies die alle problemen van het Midden-Oosten terugvoert op het kolonialisme of ander westers ingrijpen in de regio.

Niet alleen in Europa, maar ook in Amerika worden de universiteiten bevolkt door aanhangers van Noam Chomsky en Edward Said, die de stagnatie van het gebied onder meer toeschrijven aan onze negatieve beeld vorming van de islam. Die beeld vorming is in hun ogen een instrument om de stagnatie in stand te houden, zodat het Westen oppermachtig kan blijven. 

Dit soort geleerde paranoia geeft vervolgens de Arabische paranoia voedsel, zodat de werkelijke problemen nooit benoemd worden en de stagnatie dus juist door de Chomskyanen en de Saidianen in stand wordt gehouden. 

Het is op een paradoxale manier verheugend dat er vorig jaar een uitgebreid rapport is verschenen, geschreven door Arabische onderzoekers, dat niet alleen laat zien hoe diep de regio is weggezakt, maar ook dat de oorzaak van alle ellende in de regio zelf ligt. [...]

Dat jihad een moslimplicht is, dat het gewoonlijk gewapende strijd betekent, en dat die strijd zal doorgaan totdat iedereen moslim is geworden of zich anderszins heeft onderworpen aan de islam, is nu iets wat weer gezegd mag worden. Lewis heeft nooit anders beweerd.

 

 Start Omhoog