Start Omhoog

Citaten uit

SCHOOLANGST

Zelfopsluiting door Japanse scholieren is een groeiend probleem

Hans van der Lugt
NRC, katern Wetenschap, zaterdag 29 maart 2003

Jaren blijven ze thuis, de Japanse 'zelfopsluiters'. Gebrek aan eigen initiatief en de uitputtende drang tot conformisme in het schoolsysteem is hun te veel geworden. 'Het zijn vaak verschrikkelijk lieve kinderen.'
[...]

'Schoolweigering' en 'zelfopsluiting' zijn de grootste problemen waar het Japanse onderwijs momenteel mee kampt. Onder de groep 12- tot 15-jarigen - de leeftijd van junior high school - bedraagt het aantal schoolweigeraars 120.000, ofwel 3 procent van het totaal aantal kinderen in deze leeftijdsgroep: een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Een deel van hen sluit zich letterlijk thuis op, maar hoeveel precies is niet bekend. 

De overheid gebruikt ondanks de leerplicht (die geldt tot 15 jaar) geen dwang om deze kinderen naar school te krijgen. Ook daarna vinden weigering en zelfopsluiting plaats. Kobayashi, bijvoorbeeld, koos het pad van 'zelfopsluiting' pas op zijn negentiende, vlak nadat hij in 1992 toelatingsexamen had gedaan voor een universiteit. Hij heeft de collegebanken nooit gehaald en zette pas in 2000, inmiddels 27 jaar oud, voor het eerst weer een stap buitenshuis.

Verschillende statistieken combinerend komt psychiater Tamaki Saito tot de conclusie dat er één miljoen jongeren als Kobayashi zijn in Japan, jongeren die de samenleving hebben buitengesloten. De overheid zit met de handen in het haar, zegt Saito, zelf lid van een adviesraad over schoolweigering van het ministerie van Onderwijs.

Filmacademie

Hirokazu Kobayashi heeft aan zijn jongere broer te danken dat hij drie jaar geleden weer een stap buitenshuis zette. Terwijl Hirokazu met zijn moeder en grootmoeder in het grote, oude familiehuis in de provincie achterbleef, was de jongere Takahiro met vader verhuisd, waarna hij uiteindelijk op de filmacademie in Tokio terechtkwam. Toen de tijd kwam om een afstudeerproject te maken reisde Takahiro voor het eerst sinds vijf jaar terug naar het familiehuis om een videocamera op zijn broer, familie en zichzelf te richten.

Home is de titel van de documentaire die uit dit idee voortkwam - een schets van een totaal disfunctionele familie. Hij werd onlangs vertoond op het International Film Festival Rotterdam.

[...]

Andere ogen

De camera brengt iets te weeg. Hirokazu voelt zich ertoe aangetrokken en gaat zelf opnames maken. Na een reeks confrontaties met de jongere broer begint hij zichzelf langzaam maar zeker met andere ogen te zien. Op een dag richt hij de camera op zichzelf om een afscheidsboodschap aan de familie in te spreken - 'Aaaach, wat ben ik toch een ellendeling!' - en sluipt het huis uit.

Wie deze oudste broer nu ontmoet kan zich de voorgeschiedenis nauwelijks voorstellen. Hij is uitermate spraakzaam en reist de documentaire achterna om in bioscopen en andere zalen over zijn ervaringen te praten.  [...] 

Er is in Japan discussie over de vraag of al deze opgesloten kinderen moeten worden gezien als geestesziek. In Tokio spreekt psychiater Yasutaka Nabeta echter zeer bewust niet over een geestesziekte, maar stelt dat zulke kinderen zijn behept met een karaktertrek die is veroorzaakt door de veranderde sociale omstandigheden waarin ze opgroeien een sociaal probleem dus. [...] 

Als ouders zich tot hem wenden, geeft de psychiater eerst aanwijzingen over de omgang met het kind: duidelijke grenzen trekken zodat het kind weet wat zijn eigen wereld en zijn eigen verantwoordelijkheid is. Als het kind daar langzaam aan went en uit zijn schulp komt, kan het naar Nabeta's centrum. Daar kunnen de kinderen in principe doen wat ze zelf willen, spelletjes of eten koken bijvoorbeeld, maar wel onder het toeziend oog van begeleidend personeel. Het belangrijkste doel: in vrijheid leren omgaan met andere kinderen. Heropvoeding en resocialisatie.

Weet ik niet

Nabeta beschouwt 'schoolweigering' en 'zelfopsluiting' als verschillende stadia van hetzelfde probleem: gebrek aan eigen identiteit en gebrek aan autonomie en initiatief. 

''Op vrijwel alle vragen naar een eigen oordeel luidt hun antwoord: 'weet ik niet'. Ze zijn passief en laten zich meeslepen door de omgeving. Dat gaat goed als ze klein zijn, maar eenmaal in de puberteit ontstaan de problemen. Ze kunnen geen besluiten nemen en raken in vertwijfeling. Ze proberen zich aan te passen, maar dat is verschrikkelijk vermoeiend. Op een gegeven moment zijn ze geestelijk uitgeput en blijven thuis.''

De oorzaak ziet hij in de opvoeding: 

''Deze kinderen zijn veelal opgevoed onder een stolp, als volledig afhankelijke wezens die slechts de beslissingen van ouders en leraren hoeven te volgen. Als klein kind ontbreekt het hun aan broers, zussen of leeftijdgenoten in de buurt met wie ze in competitie opgroeien, met wie ze gewend zijn ruzie te maken, zodat ze leren om voor zichzelf op te komen. Een meisje dat alleen met haar moeder opgroeit, krijgt niet de kans zelfstandig te worden.'' Het zijn vaak ''verschrikkelijk lieve kinderen'', zegt Nabeta met duidelijke affectie. ''Als ze hun problemen achter zich weten te laten en bijvoorbeeld vrijwilligerswerk gaan doen, kunnen ze een heel positieve bijdrage aan de samenleving leveren.''

Psychiater Tamaki Saito - de man die meent dat er één miljoen jongeren zit opgesloten - werkt in een kliniek in de Tokiose voorstad Funabashi, waar eveneens een speciaal dagverblijf bestaat voor voormalige 'zelfopsluiters'. Hij ziet het probleem wel als een geestelijk probleem. Zeker 90 procent van deze kinderen behoeft geestelijke bijstand, schat de psychiater. Algemeen voorkomende problemen: een uitermate laag zelfrespect, mensenschuwheid en dwangmatig gedrag [...] 

Saito wijst als diepere oorzaak voor de escalatie van het 'zelfopsluiten' naar een specifiek Aziatische factor. 

''In het Westen betekent zelfstandigheid dat iemand het ouderlijk huis verlaat om een eigen gezin te stichten. In confucianistische samenlevingen betekent het echter dat iemand bij zijn ouders woont en hen verzorgt. De hoogste waarden in het confucianisme zijn trouw en loyaliteit aan gezag en ouders.'' 

Het gevolg van deze andere ouder-kindrelatie is dat ouders nooit een kind het huis uit zullen zetten, ook al zou het als schoktherapie zeer heilzaam kunnen zijn. 

''Ouders worden wel kwaad op kinderen die niet meer naar school gaan en zich opsluiten'', zegt Saito, ''maar dat heeft geen enkele zin. Kinderen gaan geweld gebruiken tegen hun ouders of trekken zich juist dieper in hun schulp terug zodat alle communicatie verloren gaat.''

In breder perspectief ziet Saito als achtergrond voor het gehele probleem een strijd tussen oude en nieuwe waarden. Naoorlogs Japan werd altijd tot het zogeheten Westen gerekend, maar wist in de samenleving veel oude, hiërarchische patronen te bewaren. De heropbouw en hoge economische eisen vroegen niet om eigen ideeën, maar uitsluitend om hard werken. Nu welvaart al geruime tijd geleden is bereikt en niet elke zestienjarige meer onmiddellijk de fabriek in hoeft, nu de economie juist al tien jaar lang stilstaat en er niet meer automatisch werk is voor jongeren, vraagt de samenleving juist om creativiteit en eigen beslissingen om succesvol te zijn.

Eindelijk komt de moderne samenleving op bezoek, meent Saito. ''Het 'zelfopsluitersprobleem' ontstaat juist alleen in dit conflict tussen confucianisme en de moderne samenleving, in de huidige overgangsperiode.'' Hij voelt zich gesterkt in deze overtuiging door rapporten uit Korea en Taiwan, die eenzelfde ontwikkeling rond 'zelfopsluiting' als Japan laten zien, terwijl er geen berichten van vergelijkbare problemen uit Europa komen.

Politiek probleem

''Zonder veranderingen in de samenleving zal het probleem dus niet verdwijnen'', zegt Saito. Hirokazu Kobayashi is het met dat laatste helemaal eens. 

''Het is uiteindelijk een politiek probleem'', zegt Kobayashi met een verfrissende stelligheid in een koffiehuis in Kashiwa, na zijn optreden voor de groep van honderd moeders. Het gebeurt niet vaak dat een Japanner de verantwoordelijkheid voor een sociaal probleem zonder aarzelen bij de politiek legt, en niet, zoals in dit geval, bij de zich opsluitende kinderen zèlf.

De problemen zijn ''niet los te zien van het onderwijsstelsel'', meent Kobayashi. ''In dit onderwijs hebben kinderen geen enkele identiteit, geen enkele mogelijkheid om eigen keuzes te maken''. [...]

 ''Zolang we dat niet oplossen gaat het 'zelfopsluiten' gewoon verder.''

 

Start Omhoog