Start Omhoog

Citaten uit

Ja, jij zat toen klem in een muizenval

Martin van der Laan, Trouw, 29 juni 2002

Een harde schijf met keurig geordende data is het niet. Maar wat is het geheugen wel?
[...]

 Iets voor Hitchcock? Jaren geleden werd een 16-jarige jongen aangetroffen, verdwaasd liggend in de struiken. Hij had eten bij zich, en een landkaart, maar wie was hij? Een onbekende voor zichzelf, bleek. Zijn verleden bleef hangen in de mist tot een oproep, met foto, zijn ouders alarmeerde.

Nee, voor Hitchcock was het een te alledaags, droevig verhaal: de jongen had een goede vriend verloren en kort daarop gehoord dat zijn moeder kanker had. Voor even wilde hij niet meer in z'n eigen leven wonen en verkoos zijn geest in den vreemde te gaan dolen. Psychogene fugue heet dit 'zwerf-syndroom'. Het is zeldzaam en duurt vaak maar kort: enkele dagen na de komst van de ouders begon de jongen te ontwaken.

Zo'n vlucht (fugue) veronderstelt dat het geheugen onder zware psychische spanning helemaal kan dichtslaan. Maar waar houdt de herinnering zich dan schuil? En hoe psychisch is de oorzaak van zulke verduisteringen in het geheugen?

[...]

[W]aar bleef de herinnering? Het trauma verschool zich in de diepste krochten van het onderbewuste, leerden we als psychologen van de koude grond. Verdrongen! Of afgesplitst van de rest van het individu, die daardoor geen toegang meer heeft tot dit stukje van zijn persoon. Dat heet dissociatie.

Wie vanuit therapeutische hoek nog een beroep durft te doen op zulke volkspsychologie, kan op hoongelach rekenen van experimenteel psychologen. Volgens hen bestaat verdringing of dissociatie niet. Die oud-psychologische mechanismen zijn gesneuveld in wat Karl Haberlandt in 'Human Memory' de geheugenoorlog uit de jaren negentig noemt.

Er woedde een hevige strijd rond de echtheid of valsheid van 'hervonden' herinneringen van seksueel misbruik. Rechters bogen zich over talloze aangiften van vrouwen, bij wie na jaren van verdringing een trauma uit hun kinderjaren boven was gekomen. Bij sommigen wierp het geheugen alle boeien af en begon te verhalen over exotische rituelen van satanische sektes, over kindermoord, over met konijnenbloed besmeerde lijfjes van baby's of zelfs kannibalisme.

Hier botsten twee werkelijkheden, schrijft Haberlandt: het feit dat kinderen echt worden misbruikt en het al even zekere feit dat ons geheugen een fantast is, vooral een geheugen 'onder invloed'. Niet zelden zou een cliënt zich door een psychische hulpverlener een valse herinnering laten aanpraten. Onzin, reageerden therapeuten, de patiënt herinnert zich het drama toch zelf.

Is het mechanisme van verdringing wel krachtig genoeg om de luiken naar het verleden hermetisch af te sluiten? Experimenteel psychologen geloven er niets van.

Een stevig offensief tegen de erfenis van Freud & co komt van de professoren Crombag en Merckelbach, die in 'Hervonden herinneringen en andere misverstanden' geen spaan heel laten van het klassieke concept van verdringing. [...]

Voor 'echte' verdringing - het onvrijwillig, abrupt en totaal wegstoppen van traumatische ervaringen - bestaat geen enkel bewijs. Slachtoffers van incest en oorlogsveteranen worden juist geplaagd door indringende herinneringen. En natuurlijk proberen wij allen om minder aangename herinneringen moedwillig te vergeten, maar zelfs die afgezwakte variant van verdringing blijkt een opgave voor ons brein.

[...]

Maar kunnen kinderen zich misschien wél bedienen van zo'n heilzame kunstgreep om ondraaglijke herinneringen buiten te sluiten? Ook daarvoor ontbreekt bewijs. Zo bleken jongeren die getuige waren geweest van de moord op een ouder er later scherpe herinneringen aan te hebben. Hetzelfde gold voor kinderen die vanwege een infectie aan de urinewegen een nare ingreep moesten ondergaan: hun geheugen stond lange tijd nog helemaal open voor de pijn van toen.

Toch is de geheugenoorlog niet geheel beslecht.

Enquêtes onder vrouwen van wie vaststaat dat ze ooit zijn misbruikt, wijzen uit dat velen van hen (tot 40 procent) hun trauma niet naar buiten brengen. Zie je wel, zeggen therapeuten, verdrongen! Nee, niet verdrongen maar vergeten, pareren sceptici. En zulke hiaten zijn normaal: het geheugen haalt ook voor een ernstig auto-ongeluk of voor het verlies van een familielid al gauw weer de schouders op.

Niettemin moest zelfs psychiater Elizabeth Loftus erkennen dat je niet kunt volhouden ,,dat een vrouw die is verkracht zich dat altijd zal herinneren". Zij kon vergeten. Toch twijfelt Loftus als geen ander aan het terugvinden van diep zeer uit een mystiek reservoir, het onderbewuste, dat al die tijd ontoegankelijk was. Zij vermoedt eerder dat het geheugen zich op de divan van de therapeut gemakkelijk laat bewerken en zich een onware gebeurtenis op de mouw laat spelden.

Dat toonde ze eens aan bij jongens die zij wijsmaakte dat ze als kind ooit waren verdwaald in een warenhuis en in paniek waren geraakt. Niet waar, protesteerden de jongens, maar hun geheugen draaide bij nadat hun broers, die in Loftus' complot zaten, zich het voorval levendig konden herinneren.

En zo liet de psycholoog Stephen Ceci kinderen 'postuum' een fictieve ballonvaart maken, al duurde het even voor hun geheugen eraan wilde. Voor anderen had hij een ander akelig akkefietje: ,,Ja, jij zat toen klem in een muizenval!' Tien weken lang moesten de kinderen het zich inprenten, en toen wisten sommigen ook zeker dat het echt was gebeurd. Een enkeling verzon er een uitvoerige beschrijving bij van hoe hij in het ziekenhuis uit de muizenval was bevrijd. En moeder hoefde naderhand niet te beweren dat het allemaal gelogen was, daar zat ze helemaal naast.

Vreemd. Volgens experimenteel psychologen zijn we niet in staat traumatische gebeurtenissen uit ons geheugen te bannen, ook al wensen we de ogen ervoor te sluiten. Maar we laten de realiteit wél varen als iemand ons een fictieve herinnering influistert.

Vanwaar die tweeslachtigheid?

Dat komt, vermoeden Crombag en Merckelbach, omdat sommigen moeite hebben de oorsprong van een herinnering - heb ik het zelf meegemaakt of van horen zeggen? - te achterhalen. Ware en imaginaire herinneringen lopen bij hen door elkaar heen. Een falende reality-monitoring heet dat. [...]

Wat een onzekerheid! En hoe schril is het contrast met herinneringen die diep in onze hersenen gebeiteld zitten en waar twijfel geen vat op lijkt te hebben.

 

Start Omhoog