Van onze verslaggever
Trouw, 2000-12-22

AMSTERDAM - Jeugdbendes vormen een groter en dwingender probleem dan de overheid tot nu toe wist. Haar aanpak ervan is vooralsnog ontoereikend. Dit blijkt uit twee landelijke onderzoeken naar jeugdcriminaliteit in groepsverband, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van justitie.

Vijf onderzochte middelgrote gemeenten worden geplaagd door 113 problematische jeugdgroepen. Hiervan zijn er vierenveertig hinderlijk, eenenvijftig overlastgevend en achttien crimineel.

De onderzoekers merken op dat 'overlastgevend' eufemistisch is want de middelste categorie schuwt zwaar geweld niet en 'koestert haar antisociale houding'.

De criminele groepen houden zich bezig met professionele drugshandel, zijn bewapend en kennen een hoge organisatiegraad.

Er zijn waarschijnlijk meer van deze groepen dan geteld, omdat zij niet altijd zichtbaar zijn. Deze bendes, in leeftijd variërend van twaalf tot boven de twintig, flirten soms reeds met de georganiseerde misdaad.

Om problematische jeugdgroepen aan te pakken lopen er nogal wat projecten. De onderzoekers spoorden er zevenenvijftig op. Maar het gaat meestal om lokale initiatieven van korte duur en bovendien hebben ze lang niet altijd succes.

Doordat politie en hulpverleners proberen om álle groepen aan te pakken, vallen in de praktijk juist de zwaar criminele groepen buiten de belangstelling. Van de werk- en opleidingsprojecten blijkt er niet één een hele groep te bereiken.